e. Reglement inzake entreeprijzen voor personen van 65 jaar en ouder
In het verleden hadden verscheidene bioscopen in ons land regelingen getroffen,
krachtens welke personen van 65 jaar en ouder onder bepaalde voorwaarden tegen
gereduceerde prijzen toegang hadden. Gezien de algemene tendens om de bejaar
den uit hun vaak geïsoleerde positie te halen en daarom zorg te dragen voor hun
optimale integratie in de samenleving heeft het Hoofdbestuur het juist geoordeeld,
dat de bioscopen daarbij een actieve en stimulerende functie gaan vervullen dooï
middel van een landelijk geldend reductiestelsel.
Naar de mening van het Hoofdbestuur zou een dergelijk stelsel alleen naar behoren
zijn te verwezenlijken door een systeem van algemeen bindende voorschriften, zo
dat niet alleen zekerheid zou worden verkregen omtrent de medewerking van alle
bioscopen in ons land, doch tevens een uniform en doorzichtig systeem tot stand
zou komen. Deze aspecten moesten in het bijzonder met het oog op de informatie
van het publiek van belang worden geoordeeld.
Het Hoofdbestuur deed de leden in het voorjaar een voorontwerp voor een re
glementaire voorziening terzake toekomen ter voorbehandeling in de afdelingen.
Gezien het resultaat van die behandeling besloot het Hoofdbestuur een desbe
treffend voorstel bij de Bondsraad in te dienen tot vaststelling van een Reglement
inzake entreeprijzen voor personen van 65 jaar en ouder. De inhoud van dit re
glement kwam overeen met dat van het voorontwerp. Volgens het voorstel van het
Hoofdbestuur zouden alle leden-bioscoopexploitanten verplicht zijn personen van
65 jaar of ouder tegen gereduceerde entreeprijzen toegang te verlenen tot de door
hen geëxploiteerde permanente bioscopen. Deze verplichting zou ook betrekking
hebben op een eventuele begeleider. De bejaarden zouden zich moeten kunnen le
gitimeren door een geldig identiteitsbewijs, dat van een pasfoto dient te zijn voor
zien. De gereduceerde entreeprijs zou voor elke bioscoopvoorstelling worden be
paald door de entreeprijs van de goedkoopste rang van de voorstelling te vermin
deren met 0,75. Voor de aldus verkregen prijs zouden de bejaarden in principe
op alle rangen naar keuze kunnen plaatsnemen, uiteraard voorzover plaatsen be
schikbaar zijn. De verplichting zou uitsluitend gelden voor openbare voorstellingen
die worden gegeven op maandag, dinsdag of woensdag. Wanneer een bioscoop op
die dagen geen voorstellingen geeft, doch wel op donderdag en vrijdag, dan is de
verplichting van toepassing op laatstgenoemde dagen. Van de dagen waarvoor de
verplichting geldt, zijn algemeen erkende feestdagen uitgezonderd.
Het Hoofdbestuursvoorstel was geplaatst op de agenda van de jaarlijkse vergade
ring van de Bondsraad d.d. 23 juni. Er bleek echter behoefte te bestaan aan meer
tijd voor bestudering, zodat werd besloten de behandeling van het voorstel aan te
houden tot de eerstvolgende vergadering van de Bondsraad.
De voortgezette behandeling van het voorstel in de afdelingen leidde tot de indie
ning door de Exploitantenraad van enige amendementen. Er bleek in de kringen
van bioscoopexploitanten verdeeldheid te bestaan ten aanzien van de vraag, of de
verplichting om bejaarden tegen gereduceerde entreeprijzen toegang te verlenen tot
de bioscopen zich ook diende uit te strekken tot personen van wie zij vergezeld
zijn. Een aantal exploitanten stelde zich op het standpunt, dat een dergelijke ver
plichting verder gaat dan voor het bereiken van het beoogde doel vereist is, weshal
ve er de voorkeur aan werd gegeven deze aangelegenheid geheel aan het beleid van
de bioscoopexploitanten zelf over te laten. Gezien de verdeeldheid, waarop in het
voorgaande de aandacht is gevestigd, diende de Exploitantenraad een amendement
in op het Hoofdbestuursvoorstel, hetwelk tot strekking had de verplichting in
kwestie uitsluitend betrekking te doen hebben op de bejaarden zelf. Op grond van