door een combinatie van evenementen op filmgebied. Door middel van filmpremiè
res wordt een inzicht verschaft in hetgeen de actuele bioscoopprogrammering aan
belangwekkende filmwerken heeft te bieden. Daarnaast wordt de filmdiscussie ge
stimuleerd door het scheppen van een vast ontmoetingscentrum, door congressen
en dergelijke.
STIMULERING FILMBFLANGSTELLING EN BIOSCOOPBEZOEK
In de naoorlogse jaren heeft de organisatie veel aandacht besteed aan de stimule
ring van de filmbelangstelling in het algemeen en het bioscoopbezoek in het bijzon
der. Dit streven komt onder meer tot uiting in een aantal reglementaire voorzie
ningen, dat welstandseisen stelt ten aanzien van de bioscopen, en het reglement op
de geschenkbonnen. Daarnaast dient gewag te worden gemaakt van de medewer
king aan de Arnhemse filmweken, de instelling van een persdienst, de voorlichting
van de leden door middel van publicaties in het Bondsorgaan, circulaires en derge
lijke, alsook van de collectieve propagandacampagne die enige jaren geleden is ge
voerd onder het zo populaire motief „Samen naar de film ja, gezellig!".
Een meer wetenschappelijke aanpak van het vraagstuk is in het verleden geschied
door inschakeling van bureaus voor motivation research en marktonderzoek, als
mede door statistisch onderzoek. De werkzaamheid van het Bondsbureau op statis
tisch gebied zal in de toekomst nog kunnen worden versterkt door inschakeling van
een computer. Ook hebben onderzoekingen plaatsgevonden in samenwerking met
het Centraal Bureau voor de Statistiek. In dit opzicht dient zeker ook melding te
worden gemaakt van een nieuwe statutaire bepaling, volgens welke periodiek
Bondscongressen dienen te worden gehouden. Het eerste Bondscongres als uitvloei
sel van de nieuwe statutaire regeling is in november gehouden.
Er bestaat uiteraard behoefte aan intensivering van de research tot een zodanig ni
veau, dat van een voortdurende begeleiding op het gebied van de bedrijfsvoering
sprake is. De oprichting in 1968 door het Hoofdbestuur van de Stichting Stimule
ringsfonds voor het Nederlandse film- en bioscoopwezen is in dit opzicht van grote
betekenis. Deze stichting heeft ten doel het ontplooien en het bevorderen van col
lectieve activiteiten ter stimulering van het Nederlandse film- en bioscoopwezen.
De instelling van de stichting is geschied in overleg met het Departement van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, dat het fonds een subsidie heeft verleend
van 1.100.000,In het stichtingsbestuur is het Rijk vertegenwoordigd door Dr.
J. Hulsker, directeur-generaal van Culturele Zaken van het Ministerie van C.R.M.
Omtrent de aanwijzing van een tweede vertegenwoordiger van het Rijk in het be
stuur zal de minister zich nog beraden. Voor de Bond hebben in het stichtingsbe
stuur zitting de heren J. G. J. Bosman, G. J. H. Dujardin en J. Nijland. Laatstge
noemde fungeert tevens als voorzitter. Het stichtingsbestuur heeft de Bondsdirec
teur, de heer J. Th. van Taalingen, als secretaris aangewezen. Het moet van groot
belang worden geoordeeld, dat het bestuur van het Stimuleringsfonds in de loop
van het verslagjaar heeft besloten een belangrijke subsidie ter beschikking te stellen
voor research en collectieve publiciteit.
Dankzij de subsidies van het Stimuleringsfonds kan derhalve in de toekomst een
complex van maatregelen worden ontwikkeld, dat voor de toekomstige positie van
het film- en bioscoopbedrijf van veel gewicht moet worden geacht. Gezien het feit,
dat C.R.M, na de eerste subsidieverstrekking geen nieuwe posten meer op de be
groting ten behoeve van het Stimuleringsfonds heeft opgevoerd, dient wel de moge-