ontwerp nog niet heeft kunnen of willen aanvaarden. FILMVERVOER In het begin van het verslagjaar deden geruchten de ronde over wijzigingen die op korte termijn zouden worden aangebracht in de regeling van de Nederlandse Spoorwegen op het gebied van het vervoer als expresgoed. Er zouden zodanige beperkingen aan dit vervoer worden opgelegd, dat met name voor de verzending van filmcopieën de trein nauwelijks meer in aanmerking zou kunnen komen. Bij informatie bij de directie van de Nederlandse Spoorwegen bleek het Hoofdbestuur, dat de geruchten op waarheid berustten. Hierdoor dreigden bijzonder grote moei lijkheden voor het in ons land met veel zorg opgebouwde stelsel van verzending en doorzending van films. De filmverzending is met het oog op de voortdurende wis seling van programma's bij de bedrijfsvoering van onze leden een zaak van essen tiële betekenis. Risico's met betrekking tot de tijdige inzet van de nieuwe filmpro gramma's kunnen onze leden zich in hun verhouding tot het publiek eenvoudig niet permitteren. Hoewel de leden ook van andere vervoermiddelen gebruik maak ten, vormde juist het expresgoedvervoer een onmisbare schakel in het geheel. Dit vervoer was met name van belang voor de doorzending van films in de nacht van woensdag op donderdag, zulks met het oog op de inzet van de nieuwe filmprogram ma's op donderdag. Gezien de grote moeilijkheden die zich dreigden voor te doen met betrekking tot het filmvervoer heeft het Hoofdbestuur onderzocht, of een collectieve regeling op dit terrein mogelijk is. Er werd daartoe een enquête ingesteld die uitwees, dat de transportkosten een zodanige last vormen bij de bedrijfsvoering, dat een collectieve regeling binnen het kader van die last realiseerbaar is te achten. Er werden be sprekingen gevoerd met verschillende vervoerondernemingen in ons land, waarbij het het grote probleem bleek te zijn een sluitende landelijke opzet tot stand te brengen. Na gepleegd overleg met de Exploitantenraad en de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders werd tenslotte overeenstemming bereikt met Van Gend Loos over het afsluiten van een contract voor het wekelijkse vervoer van filmmateriaal in de nacht van woensdag op donderdag. De vervoerregeling kwam hierop neer, dat er door Van Gend Loos dertien speciale lijnen voor het filmvervoer werden ingezet, die alle uitmonden in Utrecht. Het filmmateriaal moet daartoe woensdag avond na de laatste avondvoorstelling bij de desbetreffende aan de lijnen gelegen kantoren van Van Gend Loos door de leden-bioscoopexploitanten worden af geleverd. Het materiaal wordt daarop door speciale vrachtauto's naar Utrecht ver voerd en vandaar via dezelfde lijnen weer verder geëxpedieerd. De leden-filmver- huurders zullen hun doorzendbrieven vergezeld laten gaan van ingevulde vervoer- adressen en plakadressen, waarop lijn- en stationnementsnamen zijn vermeld. De leden-bioscoopexploitanten zullen de plakadressen op de te verzenden pakken films en reclamemateriaal ingevolge de doorzendinstructies van de filmverhuurders aanbrengen. Overeenkomstig het besluit van de Bondsraad in zijn vergadering van 23 juni wer den de kosten, voortvloeiende uit het met Van Gend Loos door de Bond afge sloten collectieve contract, over de leden omgeslagen. Dit geschiedde door middel van een stelsel op basis van het aantal vertoonde filmprogramma's in een bepaalde periode. Het bedrag van de aanslag moet worden beschouwd als het minimum- aandeel in de transportkosten. Voorzover een lid feitelijk meer vervoert dan vol gens de omslagregeling is gecalculeerd, zal hij achteraf tot bijbetaling dienen over

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 49