Het Bondsbureau De heer H. W. Hagenberg ontving de persoonlijke titel van directeur. meerderheid aangenomen. Niet onvermeld mag blijven dat een groot deel van de discussies over het reductiereglement gewijd waren aan de vraag, of het uit een oogpunt van bedrijfseconomie al dan niet gewenst is aan de leden anders dan bij uiterste noodzaak een verplichting op te leggen, die aan de ondernemers een stuk van hun vrijheid om hun zaken naar eigen inzicht te regelen, ontneemt. Dit vraag stuk vereist ongetwijfeld nadere bestudering. De Bondsraad was eind 1970 als volgt samengesteld: J. G. J. Bosman, Voorzitter. Namens de Bioscoopexploitanten: C. J. Blad, Amsterdam; P. N. Brouwer, Bilthoven; L. van Dommelen, Amersfoort; W. F. Dubbeldeman, Amsterdam; C. Geerts, Breda; M. Gerschtanowitz, Amsterdam; H. Holman, Coevorden; Keizer, Rotter dam; C. van Liere, Goes; Mr P. A. Meerbuvg, Amsterdam; H. Miedema, Deventer; R. Nas- sette, Arnhem; J. Nijland, Den Dolder; F. A. van Opbergen, IJmuiden; L. van Praag, Leiden; M. S. Schaap, 's-Gravenhage; G. Schepel, Delfzijl; S. M. Spanjaart Heiloo; J. Ph. Swanink, 's-Gravenhage; Drs C. A. Voskuil, Bussum; H. W. Weijschedé, Leeuwarden; J. van Willigen, Abcoude; Drs J. Ph. Wolff, Bilthoven. Namens de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders: P. M. Buis, Hilversum; G. J. H. Dujardin, Utrecht; D. J. van Leen, Wassenaar; P. J. N. R. Ooms, Amsterdam; L. J. Paerl, Amstelveen; B. J. Schimmel, Naarden; J. P. M. A. Smulders, Amsterdam; J. de Wilde, Amsterdam. Namens de Bedrijfsafdeling Filmproduktie: Y. Brusse, Amsterdam; G. F. de Clerck, Eemnes; W. A. Geesink, Laren (N.H.); Mr H. B. F. J. A. Peters, Amsterdam; secretaris: J. Th. van Taalingen. Na zijn benoeming tot Bondsvoorzitter in 1969 was de heer J. G. J. Bosman be reid tijdelijk de functie van Bondsdirecteur te blijven vervullen. Hij is krachtens

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 57