besluit van de Bondsraad d.d. 23 juni 1970 met ingang van 1 juli in laatstgenoemde
hoedanigheid opgevolgd door de heer J. Th. van Taalingen, tot dan toe adjunct
directeur. De heer Bosman heeft de functie van Bondsdirecteur gedurende 25
jaar vervuld, een periode waarin het Bondsbureau naast zijn secretariaatsfunctie,
is uitgegroeid tot een handzaam apparaat ten dienste van het Nederlandse film
en bioscoopbedrijf.
In de vergadering van de Bondsraad van 23 juni werd door het Hoofdbestuur me
dedeling gedaan van zijn besluit de heer H. W. Hagenberg de persoonlijke titel van
directeur te verlenen.
Op 1 juni vierde de heer L. Claassen, onder meer secretaris van de Bedrijfsafde
ling Filmproduktie, de Afdeling C en de Stichting Instituut voor Opleiding van
Technisch Bioscooppersoneel, zijn 25-jarig Bondsjubileum.
De taken waarvoor het Bondsbureau zich geplaatst ziet, werden in het verslagjaar
verder uitgebreid. In dit opzicht dient met name melding te worden gemaakt van
de collectieve transportregeling die ingaande 1 juli met Van Gend Loos is ge
troffen. De voorbereidende werkzaamheden, vereist in verband met de afschaffing
op 1 februari 1971 van de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen,
hebben hun invloed reeds in het verslagjaar doen gelden. Ook de omschakeling
op een computer-administratie heeft zeer veel tijd aan voorbereiding gevergd. De
installatie begin 1971 van een zogenaamde office computer, die kan worden aan
gesloten op een moedercomputer, zal mede de mogelijkheden op statistisch gebied
verruimen. Het laat zich aanzien, dat met deze omschakeling van de administratie
zeker nog een belangrijk deel van 1971 gemoeid zal zijn.
De werkzaamheden, verband houdende met de door het Rijk aan het bedrijf ver
leende tegemoetkoming over de jaren 1969 en 1970, hebben eveneens een extra
belasting voor het Bondsbureau gevormd.
Deze toeneming van taken voor het Bondsbureau is binnen het kader van het
personeelsbestand opgevangen. Hierdoor werden aan de bureaumedewerkers zwa
re eisen gesteld, zulks temeer als gevolg van langdurige ziekte van enige medewer
kers. Einde 1970 waren 25 personen op het Bondsbureau in vaste dienst werk
zaam.
De volgende hoeveelheid stukken werden in 1970 verwerkt: ingekomen stukken
24.245 (20.163); verzonden brieven 5.214 (5.729); circulaires 61.790 (48.750);
gestencilde stukken 408 stel (476 stel); fotocopieën 9.500 (9.000); diploma's
inclusief 616 voor oorlogsinvaliden 1.583 (1.414); vergaderingen 199 (197); ont
vangen bezoekers 1.050 (1.200); gecontroleerde recettestaten 40.000 (43.000);
boekingen auteursrechten, inclusief codeer- en rekenwerk 40.000 (43.000).
De reglementaire partageregeling in het bioscoopbedrijf, welke uitsluitend auteurs
rechten in procentuele verhouding tot vertoningsopbrengsten toestaat, kent sinds
haar invoering als tegenhanger ook een reglementaire controle zowel op de nale
ving der regeling als op de verantwoordingen van vertoningsopbrengsten. Deze
controle, namens het Hoofdbestuur verricht door de uit employé's van het Bonds
bureau bestaande Recette-controledienst, is ook gedurende het verslagjaar in de
gangbare frequentie volgens de daarvoor bestaande richtlijnen uitgevoerd.
De onderzoekingen van de dienst beogen zekerheid te scheppen omtrent de identi
teit van de feitelijke vertoningsopbrengsten en de daarvan vastgelegde administra
tieve verantwoordingen. Per bioscoop als verantwoordingsobject vindt deze vast
legging haar neerslag intern in de boekhouding der leden-bioscoopexploitanten en
extern in de hunnerzijds per vertoonde hoofdfilm aan leden-filmverhuurders en