missies Nieuwe Zaken en de Sociale Com
missie voor het Bioscoopbedrijf.
Het Hoofdbestuur had zich tot de Exploi-
tantenraad gewend naar aanleiding van de
moeilijkheden die zich dreigden voor te
doen met betrekking tot het filmvervoer als
gevolg van beperkende maatregelen van de
zijde der Nederlandse Spoorwegen. Met in
gang van 1 juni zouden de Nederlandse
Spoorwegen namelijk het vervoer van ex
presgoed ten zeerste beperken. Daardoor
zou het filmvervoer per trein in de nacht
van woensdag op donderdag nagenoeg ge
heel onmogelijk worden. Het Hoofdbestuur
had naar een alternatieve oplossing gezocht
en meende die te hebben gevonden in een
regeling met Van Gend Loos. Deze trans
portonderneming had een offerte gedaan
voor een collectieve vervoerregeling, in
gaande 1 juli 1970. Een afschrift van deze
offerte en een overzichtskaart betreffende
de speciaal door Van Gend Loos in te
zetten lijndiensten waren door het Hoofd
bestuur ter kennisneming aan de Exploitan-
tenraad toegezonden. De Exploitantenraad
deelde het Hoofdbestuur mede, dat de con
dities van een met Van Gend en Loos te
sluiten vervoerovereenkomst naar zijn oor
deel een redelijke basis vormden voor een
collectieve vervoerregeling voor het bedrijf.
Wel werd het Hoofdbestuur verzocht te on
derzoeken, of en in hoeverre met bepaalde
verlangens rekening kon worden gehouden,
zoals verlenging van de lijnen naar excen
trisch gelegen plaatsen, de uitbreiding van
het aantal plaatsen aan de verschillende lij
nen en de vaststelling van een lager tarief
voor bioscopen die niet aan de lijnen lig
gen en derhalve additionele kosten hebben
op te brengen voor het vervoer naar de des
betreffende kantoren van Van Gend en
Loos. Het Hoofdbestuur heeft conform het
advies van de Exploitantenraad ingaande 1
juli 1970 een vervoerovereenkomst met Van
Gend en Loos afgesloten. Voorzover zulks
binnen het kader van die overeenkomst
technisch uitvoerbaar was, is met de wen
sen van de Exploitantenraad rekening ge
houden. Met name is een belangrijk lager
tarief vastgesteld voor bioscopen die op
grond van hun ligging ten opzichte van de
lijndiensten additionele vervoerskosten heb
ben te maken.
In de jaarvergadering van de Exploitanten
raad werd ook nog behandeld een vooront
werp van het Hoofdbestuur voor een Re
glement Reductieprijzen voor bejaarden.
De Exploitantenraad kon zich wel met het
principe, hetwelk aan het reglement ten
grondslag lag, verenigen, doch had toch ook
wel bepaalde bezwaren, zoals met betrek
king tot een verplichte reductieregeling ten
behoeve van personen van wie de bejaarden
vergezeld gaan. De Raad oordeelde het ge
wenst om zijn oordeel met betrekking tot de
detailpunten van de reductieregeling op te
schorten. De Raad wilde dienaangaande na
melijk eerst de afdelingen van bioscoopex
ploitanten raadplegen.
De vertegenwoordigers van de Afdeling D
in de Exploitantenraad gaven als hun me
ning te kennen, dat de indeling van deze
afdeling in secties, waartoe bij de herstruc
turering van de Bond enige jaren geleden
was besloten, blijkens de opgedane ervaring
weinig of geen zin bleek te hebben. De Sec-
tieraad van de Afdeling D gaf er de voor
keur aan de afdeling op dezelfde wijze te
formeren als reeds het geval was ten aan
zien van de afdelingen A, B en C. Het
enige verschil zou echter moeten zijn, dat
het bestuur van de Afdeling D uit een gro
ter aantal personen zou worden gevormd.
De Exploitantenraad heeft het Hoofdbestuur
dienovereenkomstig geadviseerd, hetgeen
heeft geleid tot de indiening door het
Hoofdbestuur in de loop van het jaar van
een desbetreffend voorstel tot wijziging van
het Reglement van de Bedrijfsafdeling Bio
scoopexploitanten.
In de vergadering van de Exploitantenraad
van 23 juni werd de agenda behandeld van
de later op die dag te houden jaarlijkse ver
gadering van de Bondsraad. Het Hoofdbe
stuur had op de agenda een voorstel ge
plaatst tot vaststelling van een nieuw Regle
ment inzake reductieprijzen voor bejaarden.
Daar de afdelingen nog onvoldoende gele
genheid hadden gehad dit voorstel te bestu
deren, besloot de Exploitantenraad er bij
het Hoofdbestuur op aan te dringen de be
handeling van het ontwerp aan te houden.
Dienovereenkomstig is met instemming van
de Bondsraad geschied.
In het kader van de behandeling van het
voorstel van het Hoofdbestuur om de heer
L Lh. van Taalingen tot Bondsdirecteur te
benoemen welk voorstel door de Raad
werd gesteund werd door enige leden
van de Exploitantenraad de wenselijkheid
bepleit om op het Bondsbureau een functio
naris aan te stellen, die vooral werkzaam
zal zijn op het gebied van de research en de
realisering van de conclusies die daaruit
voortvloeien. Men dacht hierbij met name
aan een academicus uit de kring van de ge
dragswetenschappen. De Exploitantenraad
sloot zich bij deze gedachte aan. In de
jaarvergadering van de Bondsraad is bij
monde van de Voorzitter van de Bedrijfs
afdeling Bioscoopexploitanten een beroep
op het Hoofdbestuur gedaan om tot de aan-