is in Amsterdam naarstig gezocht naar een
geschikt pand en er zijn vele panden be
zichtigd. Die waren of te duur of te klein
of er moest veel te veel voor verbouwing
en inrichting aan ten koste worden gelegd.
Ook bleek het moeilijk de principiële toe
zegging van een aantal leden, om aan het
plan mee te werken, te concretiseren. De
verwezenlijking van het plan is alleen mo
gelijk als de desbetreffende leden de geld
middelen op tafel brengen om een geschikt
pand te huren en in te richten, personeel
aan te stellen en andere verplichtingen aan
te gaan.
In de ledenvergadering van 20 november
moest echter geconstateerd worden, dat de
meeste leden, behoudens de N.V. City Film
en de Amerikaanse filiaalkantoren, onvol
doende medewerking verleenden en dat het
plan niet kon worden uitgevoerd. De wel
geïnteresseerde leden hebben echter aange
kondigd, dat zij alsnog zullen trachten tot
een gezamenlijke filmopslagplaats te ko
men. Zij verwachten daarvan een aanzien
lijke besparing op alle kosten, die verbon
den zijn aan het opslaan van film- en re
clamemateriaal, het controleren van de
films en het verzendingsgereed maken van
het materiaal. Als het doorgaat kan op die
manier toch een gemeenschappelijke op
slagplaats worden bereikt met de mogelijk
heid, dat ook andere leden daaraan gaan
deelnemen.
VERVOER VAN FILMS
De in de boezem van onze afdeling reeds
tegen het eind van 1969 geopperde gedach
te om tot een gemeenschappelijke vervoer
dienst te komen, was een beter lot bescho
ren dan het plan-filmopslagplaats. Het be
gon met een vage aanbieding van een par
ticuliere ondernemer om het behulp van
een beperkt aantal auto's het gehele trans
port van films van de filmverhuurkantoren
naar de bioscopen en vice versa uit te voe
ren.
Toen het Bestuur na lang uitstel op de aan
bieding wilde ingaan, was de ondernemer
in kwestie niet meer te bereiken.
Gezien echter de steeds stijgende tarieven
van de spoorwegen en de toenemende moei
lijkheden bij het expresgoederenvervoer be
sloot het Bestuur contact op te nemen
met de N.V. Van Gend Loos. Van deze
onderneming mocht verwacht worden, dat
zij hetzij via haar reeds bestaande lijndien
sten, hetzij op andere wijze een goede en
goedkope regeling voor het filmtransport
zou weten te vinden.
Van Gend Loos kwam inderdaad al spoe
dig met een goed plan te voorschijn.
Reeds na de eerste besprekingen met Van
Gend Loos deden geruchten de ronde
over een besluit van de Spoorwegen om het
vervoer van expresgoed met reizigerstrei
nen op korte termijn drastisch te beperken,
zo niet praktisch geheel onmogelijk te ma
ken.
Onder die omstandigheden werd het film
vervoer een vraagstuk van groot algemeen
bedrijfsbelang, vallende onder de compe
tentie van het Hoofdbestuur. Op aanwij
zing van het Hoofdbestuur nam het Bonds
bureau de uitwerking van het vervoersplan
ter hand. Voor verdere details moge verwe
zen worden naar het Bondsjaarverslag.
Rest ons slechts te constateren, dat op het
gebied van het filmtransport het zoeken
naar een gemeenschappelijke oplossing een
prachtig resultaat heeft opgeleverd.
ADVERTENTIES IN DAGBLADEN
De vraag is opgeworpen, of de wijze van
adverteren in de dagbladen, zoals de le-
den-exploitanten in vele gevallen met fi
nanciële medewerking van de leden-film-
verhuurders in de grote steden sinds jaar
en dag toepassen, aangepast moet worden
aan meer moderne opvattingen op reclame
gebied. Het Afdelingsbestuur heeft deze
vraag voorgelegd aan het Bestuur van de
Afdeling A en daarbij als voornaamste pun
ten, die ter overweging in aanmerking ko
men, genoemd: het verschuiven van de an
nonces in de ochtendbladen van woensdag
naar donderdag; het niet meer op dezelfde
dag publiceren van kaderannonces en steun-
advertenties en het verdelen van de steun-
annonces in kleiner formaat over verschil
lende dagen met handhaving van het hui
dig advertentiebudget.
Hoewel de Afdeling A aan dit onderwerp
aandacht heeft geschonken, is het in het
verslagjaar nog niet gekomen tot een sa
menkomst der beide Afdelingsbesuren,
teneinde deze ideeën te bespreken.
Verwacht wordt, dat deze samenspreking
in 1971 de stoot zal geven tot een meer
slagvaardige wijze van adverteren.
MATRIJZENFORMAAT
Reeds in het vorig jaarverslag hebben wij
melding gemaakt van de wens van de Af
deling C om twee- en driekoloms adver
tentiematrijzen ter hoogte van 80 a 85 mm
aan de theaterexploitanten beschikbaar te
stellen en van een enquête onder de le-
den-filmverhuurders. Dezen waren van me
ning, dat van matrijzen van dit formaat