slechts weinig theaters nut zouden hebben. De Afdeling C was het hiermede niet eens. Zij wist dat er onder haar leden heel an dere wensen op dit gebied bestonden en zij heeft andermaal aangedrongen op het beschikbaar stellen van matrijzen met een hoogte van 80 a 85 mm. Om hieraan tegemoet te komen heeft het Afdelingsbestuur de leden-filmverhuurders verzocht om althans voor courante films matrijzen van het gewenste formaat een tijdlang beschikbaar te stellen teneinde na te gaan, of ook in de praktijk de behoefte aan deze matrijzen stand houdt. Eind 1970 waren nog niet voldoende gegevens be schikbaar om daarop peil te trekken. REDUCTIE VOOR BIOSCOOP BEZOEKERS BOVEN 65 JAAR Reeds in de jaarvergadering van 23 juni bleek, dat de Afdeling zich volledig kon verenigen met het Hoofdbestuursvoorstel om aan personen boven 65 jaar en hun geleiders op bepaalde werkdagen een aan zienlijke reductie te verlenen. Het viel ons dan ook tegen, dat er in de andere Afde lingen bedenkingen tegen het voorstel wer den geuit, zodat het niet meer in de jaar vergadering van de Bondsraad behandeld kon worden. Het later door de Exploitantenraad inge diende amendement om het verlenen van reductie aan de begeleiders te schrappen, ontmoette dan ook bezwaren in de Afde lingsvergadering van 14 december. Men dacht, dat het verlenen van de reductie aan 65-plussers èn begeleiders een sterke stimu lans tot bioscoopbezoek zou opleveren. Dat onze Afdeling tenslotte haar verzet tegen het amendement ingevolge het advies van het Hoofdbestuur heeft opgegeven, was uit sluitend toe te schrijven aan het verlangen om de aanneming van het reglement, al was het dan ook gemutileerd, te verzekeren. De afdeling had overwegende bezwaren te gen het tweede amendement van de Exploi tantenraad betreffende het berekenen van de reductieprijs per gemeente in plaats van een landelijke regeling, zoals het Hoofdbestuur had voorgesteld. Van het grootste belang is evenwel, dat er een gemeenschappelijke regeling is tot stand gekomen ter stimulering van het bioscoop bezoek door personen boven 65 jaar. INFORMELE BIJEENKOMST FILMVERHUURDERS EN FILMJOURNALISTEN Enige Afdelingsleden hadden de wens ken baar gemaakt aanwezig te mogen zijn bij de bijeenkomst met de pers, welke het Hoofdbestuur jaarlijks aan het begin van het seizoen houdt en waarbij bekend wordt gemaakt, welke films in de loop van het jaar verwacht worden. Men vond dat een geschikte gelegenheid om met de film journalisten in contact te komen. Het Hoofdbestuur had tegen de aanwezig heid van filmverhuurders bij de jaarlijkse samenkomst als voornaamste bezwaar aan gevoerd, dat daardoor de neutrale presen tatie in de commerciële sfeer zou worden getrokken. Derhalve achtte het Hoofdbe stuur het beter, dat onze afdeling los van de jaarlijkse bijeenkomst met de pers, zelf een conferentie tussen verhuurders en pers zou organiseren. Het Afdelingsbestuur was van mening, dat er inderdaad behoefte bestond aan meer in formeel contact tussen persvertegenwoordi gers en filmverhuurders. Derhalve werd er een commissie aangewezen, bestaande uit de heren B. J. Schimmel, P. de Miranda en de Secretaris, om een plan voor een eigen presentatie van de leden-filmver huurders op te stellen. Het door deze commissie ontworpen plan om bij de jaarwisseling een informele bij eenkomst met de pers in een daartoe ge schikt etablissement te beleggen kon de in stemming van het Bestuur verkrijgen. COLLECTIEVE RECLAME VOOR BIOSCOOPBEZOEK Zowel in de kring van het Bestuur alsook door verschillende leden is in het verslag jaar de wens geuit naar een hervatting van de collectieve reclame voor bioscoopbe zoek. Daarbij had men vooral het oog ge richt op televisiereclame, eventueel te finan cieren uit door het Stimuleringsfonds be schikbaar te stellen middelen. Terzake heb ben de vertegenwoordigers van onze Afde ling een verzoek tot het Hoofdbestuur ge richt. BEDRIJFSREGLEMENT FILMVERTONING Van de verschillende wijzigingen, welke het Hoofdbestuur had voorgesteld om aan te brengen in dit Bedrijfsreglement, onder vond er één ernstig bezwaar in onze Afde ling. De wijziging betrof het laten vervallen van de dispensatiebevoegdheid van het Hoofdbestuur en daarvoor in de plaats te stellen een algemene vrijbrief voor de le- den-exploitanten om per jaar gedurende drie weken (later bij amendement uitge breid tot vijf weken) af te wijken van de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 67