de Bond Mercurius, vergaderd en tegen het
einde van het jaar was men het over de
secundaire arbeidsvoorwaarden, alsmede
over de functie-omschrijvingen vrijwel eens
geworden. Het ligt in de lijn der verwach
tingen dat het werk in 1971 afgerond zal
worden.
Voorts werd de Commissie Toekomstplan
ning geïnstalleerd, bestaande uit: de heren
C. Bouwhuis, M. M. Chanowski, G. F. de
Clerck, H. W. Groot en W. G. Sips. Deze
commissie kreeg tot taak een studie t2 ma
ken van de toekomstige ontwikkelingsmo
gelijkheden in het filmproduktiebedrijf,
waarbij een onderscheid gemaakt zou moe
ten worden tussen de commerciële en tech
nische ontwikkelingen. De commissie be
legde op 29 mei een bijeenkomst met de
leden, welke bijeenkomst zeer druk werd
bezocht. Zij stelde bij die gelegenheid de
rentabiliteit van het produktiebedrijf aan
de orde, legde de nadruk op de wenselijk
heid van een grotere mate van onderlinge
samenwerking, onder andere op het gebied
van het aanwezige of nog aan te schaffen
technische arsenaal en besteedde aandacht
aan de cassette-ontwikkeling. Het viel niet
te verwachten dat in een dusdanige gecom-
piceerde materie onmiddellijk concrete
voorstellen of zelfs plannen tevoorschijn
zouden komen en er werd dan ook voorlo
pig afgesproken om allereerst te proberen
economische gegevens over de bedrijfstak
te verzamelen en om vervolgens de samen
werkingsmogelijkheden op technisch gebied
in eerste instantie nader onder de loep te
nemen. De reeds eerder genoemde omzet-
enquête was gedurende het verslagjaar een
tastbaar resultaat van deze besprekingen en
over de andere onderwerpen worden de
studies voortgezet.
Het Bestuur had voorts een aantal gesprek
ken met Mr. H. P. M. Strijers, die was aan
gezocht om zich als P.R.-deskundige even
tueel te gaan bezighouden met redactionele
publiciteit ten gunste van de Afdeling. Hij
leverde over deze kwestie een aantal sug
gesties, hetgeen echter in de praktijk niet
tot het gewenste resultaat leidde. Een later
plan om bedrijfsgegevens door middel van
een extern bulletin onder de aandacht van
publiciteitsmedia te brengen, moest met
het oog op de daaraan verbonden kosten
voorlopig worden losgelaten. Tegen het
einde van het verslagjaar werd besloten om
deze weliswaar interessante kwestie met het
oog op andere zaken die voorrang moesten
genieten, vooralsnog te laten rusten.
Naar aanleiding van de jaarlijkse inzending
van films ten behoeve van het internatio
nale industriële filmfestival, dat dit jaar in
Florence is gehouden, zijn op 18 september
de 12 geselecteerde films in een presentatie
voor genodigden vertoond en wel in de bio
scoop Studio 2000 te 's-Gravenhage. He
laas was het bezoek teleurstellend, mede
als gevolg van het feit dat juist in die pe
riode de bekende 400,kwestie vele
functionarissen aan hun bedrijf gebonden
hield. Niettemin bestaat het plan om een
presentatie als de onderhavige in 1971 te
herhalen en dan zo mogelijk te combineren
met de jaarlijkse selectiewerkzaamheden.
Overigens was genoemd internationaal fes
tival voor ons land bijzonder succesvol. Op
het totaal van 116 ingezonden films uit de
gehele wereld, kreeg de Nederlandse in
zending niet minder dan 4 prijzen, waar
onder een eerste prijs voor de film „Mond
voor mammoets" van Mundofilm.
De voorlichtingsfilmdag, die in samenwer
king met de Voorlichtings Sociëteit Am
sterdam oorspronkelijk in het voorjaar was
geprogrammeerd, werd verschoven naar het
najaar en vond tenslotte plaats op 30 okto
ber in Dronten. Deze gecompliceerde ma
nifestatie had een zeer goed verloop en
ondervond van de zijde van het bedrijfs
leven grote belangstelling. Helaas kon de
instructiefilm, die voor dit doel met hulp
van het Afdelingsfonds door Joop Gee-
sink's Filmprodukties in samenwerking met
de N.V. Cinecentrum en de N.V. Carillon
Films was geproduceerd, door een
technische storing slechts voor een deel
worden vertoond. Er zal nog nader moeten
worden overwogen in hoeverre in de toe
komst van deze film gebruik kan worden
gemaakt. Gezien het succes van de mani
festatie is er aanleiding om een evenement
als het onderhavige periodiek te herhalen.
De manifestatie met stedenfilms, waarvan
reeds in 1969 sprake was, werd verder voor
bereid. Er is een grote hceveelhdd docu
mentatiemateriaal verzameld, terwijl onder
andere contact werd gezocht met de Ver
eniging van Gemeentelijke Voorlichtings
functionarissen voor een nadere uitwerking
van het plan. Deze vereniging bleek merk
waardigerwijs tenslotte niet bereid om eni
gerlei medewerking te verlenen. Met het
oog op de verschillende reeds in 1970 ge
plande evenementen is mede als gevolg
hiervan besloten om deze manifestatie te
verschuiven naar 1971, teneinde haar zo
mogelijk te kunnen combineren met de
Filmweek Arnhem die in dat jaar zal
plaatsvinden.
De commissie belast met het ontwerpen
van voorstellen tot herziening van het
R.V.D.-filmopdrachtcontract, kwam in
1970 enige malen bijeen en kon tegen het