der opzicht te bevorderen, door het blad Film maandelijks te laten verschijnen en in dit blad een rubriek te openen van bezoek en ontvangstcijfers per film in de verschil lende bioscopen waar zij is vertoond, als mede de verschaffing van een toelichting bij de maandelijkse statistische gegevens van het Bondsbureau. De buitengewone ledenvergadering van 12 juni was o.a. gewijd aan een bespreking van de agendapunten voor de jaarvergadering- Bondsraad op 23 juni. Tegen deze wegens de vacantieperiode on gunstig geachte datum had de afdeling be zwaren, evenals tegen de verlate toezending van het jaarverslag en de naar haar me ning onvoldoende toelichting op de voor stellen van financiële aard, weshalve zij besloot een motie bij het Hoofdbestuur in te dienen, waarin zij als haar oordeel te kennen gaf, dat de behandeling van de niet-spoedeisende voorstellen zou behoren te worden aangehouden tot eind septem ber 1970. Deze motie werd niet overgenomen. De financiële jaarstukken werden aan een uitvoerige bespreking onderworpen, waar bij door verschillende leden wensen wer den geuit met betrekking tot een beter in zicht in de verschillende posten. Met het voorstel tot machtiging van het Hoofdbe stuur om wederom f 200.000,uit de Weerstandskas beschikbaar te stellen voor het Productiefonds en het verstrekken van productievoorschotten tot een maximum van f 300.00,kon de afdeling zich ver enigen. Met betrekking tot de candidaten voor de periodieke vacatures in het Hoofd bestuur kon men zich ook verenigen. Uitvoerig werd aandacht gewijd aan het Hoofdbestuursvoorstel om de heer J. Th. van Taalingen, Adjunct-Directeur, met in gang van 1 juli tot Bondsdirecteur te be noemen als opvolger van de heer J. G. J. Bosman, die al eerder benoemd was tot Voorzitter. Ook tegen dat voorstel rezen bezwaren, die overigens niet tegen de per soon van de candidaat gericht waren. Na een diepgaande bespreking in de Ex- ploitantenraad gingen ook de vertegen woordigers in de Afdeling B met het voor stel accoord, in aanmerking nemende, dat de raad de wens tot uiting zou brengen dat het Hoofdbestuur alsnog een nieuwe mede werker zal aantrekken voor het verrichten van wetenschappelijke onderzoeken. De heer Van Taalingen werd in de Bonds raad bij acclamatie benoemd conform het Hoofdbestuursvoorstel, nadat de Bonds voorzitter had verklaard dat het Hoofdbe stuur de aanstelling van een wetenschappe lijk man ernstig zal overwegen. Met de spoedeisend verklaarde voorstellen van het Hoofdbestuur om met Van Gend Loos een overeenkomst af te sluiten voor het vervoer van films en reclame, alsmede om in samenhang daarmede de bepalingen van artikel 24 der Bondsvoorwaarden be treffende de verzendingswijze in overeen stemming te brengen, betuigde de leden vergadering gezien het wegvallen van het expresgoederenvervoer door de N.S. haar instemming. De Bondsraad nam de voorstellen even eens aan. De ledenvergadering van 19 oktober was in hoofdzaak gewijd aan een reeds eerder ter sprake gebracht voornemen van het Hoofd bestuur tot indiening van een voorstel bij de Bondsraad aangaande een reductieregle mentering voor bejaarde bioscoopbezoekers. Het bleek, dat de leden vrij veel bedenkin gen hadden tegen het voorstel als zodanig. In de eerste plaats, omdat zij betwijfelden, of de reductieverlening een gunstig effect zou uitoefenen op het bioscoopbezoek door bejaarden en voorts, omdat zij zich beslist kantten tegen een reductie voor jongere be geleiders, tenzij het zou gaan om kenne lijke echtparen. De Afdeling stelde zich op het standpunt, dat eigenlijk een opinieon derzoek zou moeten worden ingesteld om te sonderen om welke redenen bejaarden in het algemeen weinig naar de bioscoop gaan. Onze leden waren van oordeel, dat hun weinige bioscoopbezoek eerder te wijten zou zijn aan een tekort aan geschikte films voor deze categorie dan aan het niveau van de entreeprijzen. De Afdeling was boven dien van mening, dat het verplicht stellen van de reductie in beginsel onjuist was. Men greep met deze verplichtstelling naar haar mening te ver in, in de individuele be drijfsvoering van de leden. Sommige leden gaven verder de voorkeur aan de vaststel ling van een reductieprijs per gemeente of plaats, in plaats van de algemene reductie van f 0,75 op de laagste rangprijs. Via de daaromtrent gevoerde besprekingen in de Exploitantenraad werd bereikt, dat de raad enige amendementen indiende, be ogende, dat geen reductie aan begeleiders zou worden verleend en dat een ander sy steem van vaststelling van de reductieprijs zou worden vastgesteld dan voorzien. De Bondsraad nam het voorstel in zijn ver gadering van 21 december aan met aan vaarding van het eerste en verwerping van het tweede amendement.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 79