cyclusfilm). Voor het overige volstaan wij met een verwijzing naar het te verwachten Bondsjaarverslag. BESTUURS- EN OVERIGE ACTIVITEITEN Het Bestuur heeft zich in hoofdzaak bezig gehouden met de voorbereiding van de le denvergaderingen en het vaststellen van ad viezen aan de ledenvergaderingen, de Ex- ploitantenraad en het Hoofdbestuur, zoals in het voorafgaande hoofdstuk omschreven. Daarnaast heeft het in april een vergade ring belegd ter bespreking van de voorstel len van de Sociale Commissie tot wijziging van de CA.O. Ernstige bezwaren werden dezerzijds geopperd tegen het verlangen van de bonden om een bijdrage van het bio scoopbedrijf aan de vakbondskassen, neer komende op Va van de totale loonsom van het CA.O.-personeel. Het Bestuur acht te het gevaar van discriminatie tussen ge organiseerden en ongeorganiseerden niet denkbeeldig, als bijvoorbeeld deze extra middelen zouden worden aangewend voor rechtstreekse uitkeringen aan de leden van de vakbonden in de vorm van pensioenen of contributieverlagingen. Derhalve wens te het, dat aan dit verlangen niet zou wor den toegegeven alvorens zou komen vast te staan, of deze bijdrage voor een aan vaardbaar doel zou worden aangewend. Het voorstel van de Sociale Commissie om een zogenaamde bijsturingsclausule in de nieuwe CA.O. op te nemen, teneinde in de loop van 1970 de lonen zonodig te kunnen aanpassen aan een al te sterke stijging van het prijsindexcijfer der gezinsconsumptie, achtte het Bestuur alleen aanvaardbaar als het bedrijf daartegenover zijn vrijheid zou herkrijgen de entreeprijzen desgewenst te verhogen. Met de voorgestelde loonsver hoging van 6% kon het Bestuur zich wel verenigen, aangezien het zulks een rede lijke zaak achtte, hoe bezwaarlijk de loons verhogingen voor ons bedrijf ook zijn, ge zien het achterblijven van de inkomsten bij de voortdurende kostenstijgingen. Ook kon het accoord gaan met een ver mindering van de arbeidstijd van 176 naar 172 uur per vier weken, hoewel zulks voor vele bioscopen toch weer kostenverhogend zou gaan werken. Mede in aanmerking nemende dat het grootste deel van het C.A.O.-personeel het wettelijk minimumloon ontvangt, heeft het Bestuur zich ernstig afgevraagd of hand having van de C.A.O. met meer dan alleen secundaire arbeidsvoorwaarden voor het film- en bioscoopbedrijf nog wel voldoende zin heeft. Ondanks de uitvoerige motivering van zijn bezwaren in de Exploitantenraad schaarden de meeste leden van de raad zich toch achter de voorstellen van de So ciale Commissie. SLOTOVERZICHT Zij gememoreerd, dat het Saskia Theater te Arnhem van de N.V. Astra Film Mij. op 5 februari geheel gemoderniseerd her opend werd. Ook de heer H. Visscher, exploitant van het Olympia Theater te Utrecht, stelde in februari zijn geheel gerestaureerde zaal voor het publiek open. Het Lido Theater te Leiden van de N.V. tot Exploitatie van het Bioscooptheater Lido onderging zonder onderbreking van de voorstellingen gedu rende enige jaren een totale verbouwing en werd ter bezichtiging opengesteld met een receptie op 3 juni. Het Lido Theater van de N.V. Exploitatie Mij. Lido te Haarlem werd van 25 op 26 september door brand ernstig beschadigd. De voortvarende aanpak van het herstel leidde ertoe, dat deze bioscoop gelukkig op 23 december weer kon worden heropend. Ook het Camera Theater te Utrecht van de Bioscooponderneming A. F. Wolff N.V. werd in de loop van het jaar gemoderni seerd. De Cinemanifestatie, welke dit jaar voor het eerst behalve in een aantal Utrechtse bioscopen ook in Eindhovense theaters plaatsvond werd een groot succes, niet al leen wat het bezoek betreft maar ook wat de belangstelling van de pers aangaat. Op 14 maart ging van ons heen de heer P. B. M. Koopal, leider in de theaters van zijn echtgenote, Mevrouw A. E. M. Koopal- Waskowsky te Breda. Er werden in onze afdeling geen nieuwe bioscopen gevestigd, waardoor het aantal ongewijzigd op 97 bleef. Moge de indicatie van de neiging tot her stel van het bioscoopbezoek, als in onze in leiding geconstateerd, zich in het nieuwe jaar voortzetten en moge het de leiding van de organisatie gegeven zijn de vele wensen die in onze afdeling leven met betrekking tot de stimulering van dit bezoek op basis van wetenschappelijke onderzoeken te ver wezenlijken. A. H. Pieterse, Secretaris

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 81