Afdeling D 75, doordat 4 bioscoopondernemingen ad ministratief werden overgebracht naar de Afdeling D, te weten bioscopen in Bruns- sum, Hoensbroek, Oosterhout en Sappe- meer. Twee andere bioscopen werden ge sloten en wel in Helmond (Alcazar) en Winterswijk (Astoria). Het aantal ingeschreven bioscopen liep te rug van 106 aan het einde van het vorige verslagjaar tot precies 100 per 31 december 1970. In beide getallen zijn 2 bedrijven be grepen die reeds geruime tijd niet in ex ploitatie zijn, te weten een verwoeste bio scoop in 's-Hertogenbosch en een in Win schoten. Aan de Afdeling zijn gedurende het ver slagjaar geen bioscopen toegevoegd, zodat de verdeling over de provincies er, met in begrip van bovengenoemde mutaties, als volgt uitzag: (De tussen haakjes geplaat ste cijfers geven het aantal per 31 decem ber 1969 aan.) Noord-Holland 18 (18) Zuid-Holland 14 (14); Gelderland 14 (15) Limburg 10 (13); Overijssel 12 (12) Noord-Brabant 10 (11); Drente 8 (8) Groningen 4 (5); Friesland 4 (4); Zeeland 3 (3); Utrecht 3 (3). Daar zoals gezegd 2 bioscopen wegens ver woesting buiten gebruik waren, werden er in totaal 98 bioscopen geëxploiteerd tegen 104 in het voorgaande jaar. Voor het eco nomische aandeel dat de Afdeling C in het totale bioscoopbedrijf gedurende 1970 had, zij verwezen naar het cijfermateriaal dat te dezer zake in het verslag van de Exploi- tantenraad is vermeld. L. Claassen, Secretaris INLEIDING De 29ste december 1970 zal voor ons be drijf voor altijd een gedenkwaardige dag blijven, aangezien op die datum de wet tot wijziging van de bepalingen inzake gemeen telijke en provinciale belastingen werd af gekondigd. Dit betekende de definitieve af schaffing van deze voor het film- en bios coopbedrijf zo onrechtvaardige vermakelijk- heidsbelasting. Voor velen onzer afdelings- leden kwam die afschaffing te laat. In de loop der jaren werd onze sector in het bij zonder getroffen door talrijke opheffingen van bioscopen in kleine provincieplaatsen. De strijd tegen de invloed van de televisie en nieuwe bestedingsmogelijkheden in het uit- gaanspatroon was onder druk van de ver maledijde belasting op vermakelijkheden al jarenlang tot een treurspel geworden. Mis schien is de afschaffing van die belasting naar het Bestuur hoopt voor de mees te andere leden nog juist op tijd gekomen, dankzij het onvermoeid streven van het Hoofdbestuur om de belasting bij regerings maatregel te doen afschaffen, waarvoor onze afdeling de Bondsleiding gaarne een eresaluut brengt. Naast de afschaffing der belasting wij mogen niet verzuimen daarop steeds te wij zen is voor de levensvatbaarheid van de kleine zaken het tijdig beschikken over pu bliekfilms een levensnoodzaak. Deze zaken zijn de toeleveranciers van nieuw jong pu bliek aan de bioscopen in grotere steden. Afbrokkeling van ons randgebied zal tot verdergaande afbrokkeling leiden. Een belangrijk aspect in het organisatorisch leven van de afdeling was de opheffing van de secties, waartoe de Bondsraad op 14 de cember besloot, zulks ingevolge de unanie me wens van alle leden der Afdeling D. Zij waren van oordeel, dat van de secties niet datgene uitging wat oorspronkelijk was verwacht. De belangstelling voor sectiever gaderingen was miniem. Onze afdeling fungeert nu zoals alle ande re afdelingen. De Sectieraad is opgeheven en vervangen door een gewone algemene vergadering van alle leden der afdeling. Het enige verschil met de andere afdelin gen is, dat het Bestuur van de Afdeling D wegens het grote aantal leden dezer afde ling zal bestaan uit negen personen. ALGEMEEN In het jaar 1970 werden enige korte be- stuursbijeenkomsten gehouden, voorafgaan de aan de vier vergaderingen van de Sec tieraad. De heer S. M. Spanjaart, die als bestuurslid zowel als gedelegeerde in de Bondsraad periodiek aftredend was, werd bij enkele candidaatstelling herkozen in beide functies. De samenstelling van het Bestuur bleef daardoor ongewijzigd als volgt: C. Geerts, voorzitter; P. N. Brouwer, vi- ce-voorzitter; P. Vink, penningmeester; H. Holman, B. Holtslag en S. M. Spanjaart, leden. Leden van de Bondsraad waren qua litate qua de heren Geerts, Brouwer en Holman, voorzitters der drie secties, alsme de de heer S. M. Spanjaart, gedelegeerde.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 85