Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel Hoewel er in september 1969, zijnde het be gin van ons verslagjaar, een plotselinge op leving van de belangstelling voor onze schriftelijke cursus leek te bestaan, moet helaas worden gerapporteerd, dat dit slechts een tijdelijk verschijnsel is geweest. Niette min was het gemiddelde aantal cursisten gedurende het verslagjaar iets hoger dan in de voorafgaande periode, namelijk 53 tegen 44. Het aantal nieuwe operateurs, zijnde de genen, die een werkboekje aanvroegen, daalde daarentegen van 51 tot 43. BESTUUR Er is 1 bestuursvergadering gehouden en wel op 13 mei 1970. De jaarstukken werden ongewijzigd goedgekeurd. Hierbij moet wor den gerapporteerd, dat de rekening over 1968/1969 voor het eerst in de geschiedenis van onze Stichting een klein tekort vertoon de. Er is derhalve aan het Hoofdbestuur van de Nederlandse Bioscoopbond gevraagd om een verhoging van de jaarlijkse subsidie met enige honderden guldens, aangezien voor het komende jaar geen verbetering van de inkomsten uit lesgelden werd verwacht. Tot leden van de commissie die de schrif telijke examenopgaven vaststelt, zijn be noemd de heren E. F. Henny, J. H. van Peursem, P. H. A. Lankester en L. Claas- sen, Secretaris, alsmede de heer F. J. Wert- wijn als plaatsvervangend lid. De zitting hebbende bestuursleden zijn door het Hoofdbestuur herbenoemd, zodat het Bestuur er ook dit jaar als volgt uit zag: de heren W. F. Dubbeldeman, Voorzitter; Ing. E. F. W. Trijssenaar, Penningmeester; J. J. Arens, O. P. Besseling, F. van der Heyden, H. P. J. van der Hilst, D. Meen- horst, E. J. Weier en L. Claassen, Secre taris. In de bestuursvergadering kwam de wense lijkheid ter sprake om met het oog op de voortschrijding van de automatisering in de projectiecabines, in het kader van de cursus speciale aandacht aan dit onderwerp te besteden. De vraag rees of hier mogelijk een aantal hoofdstukken aan de cursus toe- gevoegd zou moeten worden, of dat het beter zou zijn dit speciale onderwerp via een aantal mondelinge lessen te behandelen. Aan de laatste methode werd de voorkeur gegeven, mede gezien de snelle ontwikke lingen op dit terrein. Er is een commissie van 3 personen aangewezen die tot taak kreeg om deze aangelegenheid nader te be studeren en daarover rapport uit te brengen. De commissie zou mede nagaan in hoe verre er aanleiding bestaat wijziging te brengen in het bestaande cursussysteem. Per het einde van het verslagjaar was de commissie nog niet met haar werkzaamhe den gereed. Voorts kwam de vraag aan de orde of op grond van de inmiddels gewijzigde brand veiligheidsvoorschriften, waardoor in geau tomatiseerde bioscopen niet langer perma nent een operateur aanwezig behoeft te zijn, een afzonderlijk brandweerexamen in gesteld zou moeten worden. Bij de wijziging van de voorschriften is na melijk wel bepaald dat bij afwezigheid van de operateur een van de andere personeels leden in voldoende mate op de hoogte zou moeten zijn van de veiligheidsvoorschrif ten. Er is vastgesteld, dat voor zulk een examen, dat met name bedoeld zal zijn voor bedrijfsleiders van geautomatiseerde biosco pen volstaan zou kunnen worden met een algemene kennis van de brandveiligheids voorschriften, zoals die in de cursus voor komen. Ook levert het geen bezwaar op om met medewerking van brandweerdes kundigen voor deze categorie van werkne mers tussentijds of in combinatie met de normale examens, een speciale test af te nemen, op grond waarvan een verklaring kan worden afgegeven, inhoudende dat de betrokkene in voldoende mate op de hoog te is met de brandveiligheidsvoorschriften. De kosten voor het volgen van dit gedeel te van de cursus werden vastgesteld op f 25,in totaal, inclusief correctiewerk en inschrijfgeld. Over deze nieuwe mogelijk heid is een publikatie verschenen in het or gaan van de Nederlandse Bioscoopbond van juni 1970. Gedurende het verslagjaar heeft een klein aantal gegadigden het desbetref fende examen afgelegd. Hierover wordt el ders in dit verslag gerapporteerd. SCHRIFTELIJKE CURSUSSEN Er begon in september van het verslagjaar een nieuwe cursus met 22 deelnemers, waar onder 12 voor het Praktijk Certifikaat. Per eind december was dit aantal gestegen tot 25, waaronder 13 kandidaten voor genoemd certifikaat. Per het einde van het verslag-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 89