BESLISSINGEN HOOFDBESTUUR
Er werden twee nieuwe bioscopen in het Bedrijfsregister ingeschreven en wel:
Thalia Sliedrecht (200 zitplaatsen) en Singer Concertzaal te Laren (N-H) (400
zitplaatsen).
Uitgeschreven zijn zestien permanente bioscopen-A met 8.357 zitplaatsen en vijf
permanente bioscopen-B met 1.639 zitplaatsen.
De uitgeschreven bioscopen-A zijn: Cinema West-Amsterdam, Rito-Edam, Goor-
se-Goor, West End-'s-Gravenhage, Rembrandt-Haarlem, Scala-Helmond, Hollan-
dia-Kerkrade (Spekholzerheide), Corso-Leek, Concertzaal-Naaldwijk, Victoria-
Rotterdam, Luxor-Veenendaal, Stadsgehoorzaal-Vlaardingen, Rozenoord-Vught,
City-Wageningen, Schouwburg-Zutphen, Seinpost-'s-Gravenhage.
De uitgeschreven bioscopen-B zijn: Concertgebouw-Barneveld, De Kuil-Hapert,
Zaal Jansen-Lemelerveld, Sporthotel-Nieuwkoop, Centraal-Someren.
Het aantal in het Bedrijfsregister ingeschreven bioscopen daalde dus opnieuw en
wel met 19 (opgeheven 21 minus nieuw gevestigd 2) tot 392 op 1 januari 1972.
De ingeschreven reisbioscopen bleven gelijk, namelijk 13.
De opgeheven bioscopen vertegenwoordigden een zitplaatsenaantal van 9.996. De
nieuwe bioscopen leverden 600 zitplaatsen meer op. Er werden voorts zitplaatsen
geofferd aan de verbetering van de accommodatie in sommige bioscopen en wel
452. Overigens zijn in de loop der jaren in tal van bioscopen zitplaatsen opgeof
ferd aan de verbetering van het comfort. Deze correcties komen neer op een ver
mindering met 3.329 zetels.
Het zitplaatsenaantal van alle ingeschreven bioscopen tezamen bleek derhalve per
1 januari 1972 te zijn verminderd met 13.177, zodat het totale zetelaantal op die
datum bedroeg: 187.774.
Het Hoofdbestuur schreef in, het nieuwe filmverhuurkantoor van de N.V. Film
productiemij. „Amsterdam". Het haalde de inschrijving van twee kantoren door
wegens verlies der vereisten, namelijk de verhuurafdeling van de N.V. Haghefilm
en de Nederlandse Filmproductie Mij., waardoor het aantal ingeschreven verhuur
kantoren van 38 daalde tot 37. Ingeschreven werd een nieuwe filmproducent, de
N.V. Parkfilm te Amsterdam. Uitgeschreven werden zeven filmproducenten (waar
van er vijf gerechtigd waren tot de produktie van hoofdfilms) en wel: Cineurope
N.V., Haghefilm N.V., Helicon Films N.V., Kappafilm N.V., Nederlandse Film
productie Mij. N.V., Sapphire Film Productie N.V. en Standaardfilms Productie
mij. N.V., omdat zij niet meer voldeden aan de reglementaire vereisten voor de
inschrijving.
Het aantal filmlaboratoria en studio's bleef gehandhaafd op 12.
HET AANTAL LEDEN EN ZAKEN
Voor een overzicht van de aantallen ingeschreven zaken per 1 januari en in de
tien voorafgaande jaren moge worden verwezen naar de bij dit hoofdstuk beho
rende tabel.
Het Hoofdbestuur besliste tot toelating van 13 nieuwe leden, waarvan in twee ge
vallen tot de exploitatie van een nieuw bedrijf. De overige toelatingen betroffen
het voortzetten van bestaande zaken door anderen dan de oorspronkelijke exploi
tanten. Uitgeschreven werden 33 leden wegens overdracht van zaken respectie
velijk wegens opheffing der exploitatie of door overlijden.