In de Commissie „44" (fotografie en cinematografie) van het Nederlands Normali
satie-instituut was de Bond vertegenwoordigd door de heer O. P. Besseling.
De Bond werd op de vergaderingen van de Internationale Unie van Bioscoopexploi
tanten (U.I.E.C.) vertegenwoordigd door de Bondsvoorzitter, de heer J. G. J. Bos
man.
Op de vergaderingen van de Internationale Federatie van Verenigingen van Film
verhuurders (F.I.A.D.) was de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bos
man en J. P. M. A. Smulders, voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders.
De heer J. G. J. Bosman vertegenwoordigde de organisatie op de vergaderingen
van de Internationale Federatie van Verenigingen van Filmproducenten (F.I.A.P.F.),
alsmede op de vergaderingen van het Comité de 1'Industrie Cinématographique
Européenne. Op de vergaderingen van de Europese Federatie van Filmtechnische
Industrieën (F.E.I.T.C.) was de Bond vertegenwoordigd door de heer L. Claassen,
secretaris van de Bedrijfsafdeling Filmpoduktie.
COMMISSIE VOOR
NIET-COMMERCIËLE RECLAME
In tegenstelling tot het jaar 1970, toen er geen aanvraag om reductie werd inge
diend, kreeg de Commissie in het verslagjaar een drietal desbetreffende verzoeken
te behandelen van sociale instellingen om kosteloze vertoning van een reclame
dia te bevorderen. In twee gevallen adviseerde zij tot gratis vertoning, beide malen
mede ingevolge duidelijke wens van een aantal bioscoopondernemingen. In één
geval verklaarde zij zich bereid een reductie van 50 te adviseren, voor het geval
de betrokken instelling daarvan gebruik zou willen maken. Een vierde aanvraag
betrof een in opdracht van een brouwerij vervaardigde documentaire film van
500 meter lang met een ondergeschikt reclame-element. De Commissie adviseer
de tot vertoning van deze film tegen het daarvoor reglementair voorziene tarief,
hetwelk wordt berekend voor een gewone reclamefilm ter lengte van 60 meter.
De Commissie bestond uit de heren G. van den Brink, G. A. K. Eerdmans, N. F.
van Ewijk en B. W. G. van Roven. De heer C. S. Roem was toegevoegd lid voor
de beoordeling van zogenaamde sponsored films. Secretaris was de heer H. W.
Hagenberg.
LIJST VAN GEEN BEZWAAR
Het aantal aanvragen betreffende de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg dit jaar
884 tegen 745 in 1970. Hierbij zijn inbegrepen 65 (1970: 49) aanvragen voor
televisie-uitzendingen. In 240 gevallen (165 in 1970) werd de plaatsing ge
weigerd.
Bij deze aantallen zijn niet inbegrepen de leveranties via de Stichting Nederlands
Filminstituut. De levering van films ten behoeve van leger, marine en luchtmacht
geschiedde op de gebruikelijke wijze krachtens de met het Centraal Filmbureau
der Krijgsmacht getroffen regeling.
Eind 1971 waren 11 filmproducenten door het Hoofdbestuur op de Lijst van
Geen Bezwaar geplaatst, zulks conform het advies van het Bestuur der Bedrijfs
afdeling Filmproduktie. Deze plaatsingen geschiedden voor een tijdvak van een
jaar, ongeacht de mogelijkheid van prolongatie.