de CA.O.-voorstellen. Teneinde overlap
ping van de verslaggeving te vermijden mo
ge voor een nadere definitie van de wijzi
gingen in de CA.O. worden verwezen naar
het overzicht van de werkzaamheden der
Sociale Commissie, hetwelk in het Bonds
jaarverslag zal verschijnen.
Zij nog vermeld, dat de Exploitantenraad
zich principieel akkoord verklaarde met
een verzoek van de leden-werkgevers uit de
Sociale Commissie om goed te vinden, dat
zij in de toekomst zonder voorafgaand over
leg onderhandelen met de vertegenwoordi
gers der vakbonden op basis van de trend
matige verhogingen, welke nodig zijn om het
achterop raken van de lonen in het bio
scoopbedrijf bij die in andere bedrijfstak
ken te voorkomen.
Daar reeds in april 1970 was besloten de
vakbonden voor 1971 een uitkering te ver
strekken ter ondersteuning van hun werk
dat zij in de Sociale Commissie, het Be
drijfspensioenfonds etc. verrichten ten be
hoeve van georganiseerden en ongeorgani
seerden, werd tenslotte het bedrag van de
uitkering definitief door het Hoofdbestuur
bepaald op ƒ20.000,—. Op 29 november
keurde de Raad een voorstel van het Bestuur
goed tot het vaststellen van aanslagen per
bioscoop aan de hand van een uitgewerkt
schema, volgens hetwelk de bioscopen met
20.000 bezoekers en meer in vijf klassen
waren ingedeeld. De aanslagen werden in het
begin van de maand december verzonden.
Het op te brengen bedrag was eind van die
naand voor meer dan 75 op de rekening
an de Bond overgemaakt.
MAXIMUM FILMHUURPERCENTAGES
De Afdeling B stelde de wens aan de orde
<-m het maximum filmhuurpercentage te
lerzien. Men acht dit een te zware belas
ting voor de leden, omdat zij in vele geval
len niet voldoende ruimte hebben voor de
financiering van noodzakelijke renovaties in
de bioscopen, waarbij de filmverhuurders
zelf belang hebben omdat zulks hun afzet
gebied gezond houdt. Weliswaar werd door
enige leden gewezen op de hoge garanties
die buitenlandse licentiegevers eisen, maar
dit vonden de meeste leden juist een reden
om de vicieuze cirkel van hoge garanties
en hoge filmhuren te doorbreken. Men drong
er dus op aan, dat het Bestuur zich zou
bezinnen op voorstellen, teneinde tot een
matiging van de filmhuren te komen.
INFORMATIE OVER EXPLOITATIE
RESULTATEN
In de Raad werd tevens aan de orde gesteld
de wens van vele leden in het bijzonder uit
de Afdelingen B en C om te kunnen be
schikken over de resultaten van bepaalde
films in een aantal testtheaters teneinde bij
benadering te kunnen bepalen wat deze
films voor hen waard kunnen zijn. Besloten
werd dit punt te behandelen in een speciale
vergadering van de Raad, te houden in ja
nuari 1972. In het kader van deze bespre
kingen drong een der leden aan op het be
pleiten van publicatie in de maandelijkse
statistiek van bezoekers en ontvangsten van
de recettes na aftrek der filmhuren. De
Raad stelde zich achter deze suggestie en
zijn vertegenwoordigers in het Hoofdbestuur
namen op zich om in dit college te bevor
deren dat deze gegevens in de toekomst
zouden worden verschaft. Dezerzijds mag
met voldoening worden geconstateerd
hoewel zulks in wezen tot de verslaggeving
over het jaar 1972 behoort dat inder
daad met ingang van het jaar 1972 in de
maandstatistieken een overzicht wordt op
genomen van de gemiddeld betaalde film-
huurpercentages per groep van gemeenten,
ingedeeld naar inwonersaantallen.
FILMLEVERANTIES AAN NIET-LEDEN
De Afdeling B had zich met een brief d.d.
23 november 1971 tot de Exploitantenraad
gewend, waarin uitvoerig gedocumenteerd
werd gewezen op het euvel van filmleve-
ranties aan verenigingen en dergelijke via
leden en instituten, die zich specialiseren in
de exploitatie van het 16 mm-formaat van
films, die op 35 mm worden geëxploiteerd
door de verhuurkantoren die zaken doen
met bioscoopexploitanten. In tal van geval
len bleken verenigingen en clubs te kunnen
beschikken over films van economische be
tekenis, zulks in concurrentie met onze le
den en vaak buiten de zogenaamde Lijst
van Geen Bezwaar om. In sommige gevallen
werd de leverantie van deze films aan de
betrokken leden, hetzij voor permanente
bioscopen, hetzij voor de exploitatie van de
reizende bioscopen, geweigerd op grond, dat
men geen kopie beschikbaar had, of dat
men een enkele voorstelling voor een ver
eniging onvoldoende vond. Onze leden voel
den zich vaak gedupeerd doordat het mo
gelijk bleek, dat in zo'n geval een vereni
ging via smalfilmleverantie wel over dezelf
de films kon beschikken. Eveneens werd ge
wezen op het feit, dat de leden-exploitan-
ten voor films op 35 mm-formaat, die zij