dat vorenbedoelde 7 kandidaten de cursus
inmiddels hadden voltooid. De januari-cur-
sus begon met 4 deelnemers, waaronder 3
voor het Praktijk Certificaat. Per einde van
het verslagjaar was dit aantal gestegen tot
6, waaronder 3 voor het Praktijk Certifi
caat. Er liepen nog 5 oudere cursussen,
waarvan er 2 in 1971 zijn voltooid. Het ma
ximale aantal cursisten bedroeg in het ver
slagjaar 39 tegen 59 in 1970. Aan het einde
van het verslagjaar waren deze aantallen
respectievelijk 26 tegen 37. Er was aldus
gedurende de verslagperiode sprake van een
daling van het aantal cursisten, waarvoor
geen bepaalde reden kan worden aangege
ven.
TUSSENTIJDSE EXAMENS
Hoewel er gedurende het verslagjaar dus
geen „normale examens" werden afgeno
men, hebben wel enige tussentijdse examens
plaatsgevonden ter verkrijging van het
Praktijk Certificaat. Aan deze examens, die
respectievelijk in Den Haag en Groningen
zijn afgenomen, werd door 5 kandidaten
deelgenomen, die allen zijn geslaagd.
Daarenboven vonden in Den Haag en Am
sterdam nog enige „brandweerexamens"
plaats, bestaande uit een mondelinge beoor
deling van de kennis der brandbeveiligings
voorschriften van bedrijfleiders of andere
medewerkers van bioscopen, die zijn inge
richt met een automatische cabine-installa
tie. De betrokkenen dienen bij afwezigheid
van de operateur in voldoende mate op de
hoogte te zijn van de brandbeveiligings
voorschriften. In totaal zijn aan deze exa
mens door 10 kandidaten deelgenomen,
waarvan er 9 zijn geslaagd, die in het bezit
zijn gesteld van de speciale verklaring, tot
afgifte waarvan in het vorig verslagjaar
werd besloten.
DISPENSATIEBELEID
Er werden in 1970/1971 slechts 2 dispensa
ties verleend, waarbij sprake was van een
tijdelijke bevoegdheid voor het vervullen
van de functie van tweede operateur.
VOORUITZICHTEN
Hoewel reeds in het afgelopen jaar is ge
bleken, dat het samenstellen van een mon
delinge cursus voor hen die werken met
geautomatiseerde cabine-apparatuur be
paald geen eenvoudige zaak is, zal er in de
komende periode naar gestreefd moeten
worden zulk een cursus van start te laten
gaan. In het laatste kwartaal van 1971, wel
ke periode dus buiten dit verslagjaar valt, is
namelijk gebleken dat daarvoor wel vol
doende belangstelling bestaat.
Ten aanzien van de schriftelijke cursussen
en de examens kan slechts worden her
haald, dat er weinig of geen aanleiding be
staat om hierbij een kwantitatieve vooruit
gang van enige betekenis te verwachten. De
gemiddelde kosten per cursist worden daar
door steeds hoger, zodat in de komende
periode waarschijnlijk niet aan een verho
ging van de lesgelden, respectievelijk de
examengelden, zal zijn te ontkomen.
L. Claassen, Secretaris