toningen uit de grote naoorlogse produktie van 20 films van Rex Film. Er kwamen
van deze onderneming twee nieuwe films in première, te weten „Sjors, Sjimmie en
de rebellen" op 29 juni en „Robin en het robotcomplot" op 13 juli. Bovendien
heeft Castor Film (Karst van der Meulen) een jeugdfilm in kleur geproduceerd
onder de titel „Circus op stelten". Deze film kwam op 31 december in première.
De produktie van korte films liep terug als gevolg van de economische regressie,
waarvoor speciaal de sector van de opdrachtfilms zeer gevoelig is.
Er zijn circa 50 korte bedrijfsfilms gemaakt tegen 68 in 1971.
Het aantal in Nederland geproduceerde bioscoopreclamefilms liep terug van 13
naar 11.
De hoeveelheid voor de Nederlandse televisie gemaakte films of filmfragmenten
ondervond een terugslag van de financiële perikelen waarvan in Hilversum sprake
is. Deze hoeveelheid daalde met inbegrip van serieprodukties als „Ti Ta Tovenaar"
tot circa 320 tegen ongeveer 430 in het voorgaande jaar.
Op het gebied van de televisiecommercials bleef de terugloop voortduren, mede
onder invloed van buitenlandse concurrentie. Ook steeds verdergaande internatio
nalisatie van de reclamebureaus is daaraan waarschijnlijk niet vreemd. Volgens
voorlopige cijfers is het marktaandeel van onze leden-filmproducenten gedaald
tot circa 50
Onder invloed van de verslechterende situatie hebben verscheidene filmproducen
ten de bakens reeds verzet en zijn zij zich mede gaan toeleggen op de produktie van
andere audio-visuele media, zoals diapresentaties en video-banden.
Tegen het einde van 1972 waren er overigens tekenen, die wezen op een klimaat
verbetering bij het bedrijfsleven, hetgeen ook de filmproduktieondernemingen ten
L^oede kan komen.
Wat betreft de produktie van korte films die worden vervaardigd met subsidie van
het Ministerie van C.R.M., kan tenslotte worden vermeld, dat gedurende het ver
slagjaar 20 van dergelijke films gereed kwamen tegen 24 in 1971. Van deze 20
films verschenen er 4 in de bioscopen en gingen 4 andere naar de televisie. Tijdens
het Internationale Filmfestival van Berlijn werd weer een internationale filmmarkt
«ehouden. Tot dusverre was aan deze en andere internationale filmmarkten via
de rijksoverheid uitsluitend deelgenomen met korte films. Op initiatief van het
Hoofdbestuur was tijdens de Berlinale voor het eerst ook de Nederlandse hoofd
film vertegenwoordigd en wel op basis van samenwerking tussen de Bond en het
Ministerie van C.R.M, en de Rijksvoorlichtingsdienst. Er was op de Berlijnse film
markt een Nederlandse stand ingericht, alwaar informaties over de gehele Neder
landse filmproduktie verkrijgbaar waren en waar desgewenst afspraken konden
worden gemaakt voor de bezichtiging van de Nederlandse films. Een aantal Neder
landse hoofdfilms werd in de vorm van trade-shows aan belangstellenden getoond.
Het Hoofdbestuur is voornemens deze vorm van exportbevordering te continueren
en uit te breiden, waarbij met name wordt gedacht aan deelneming aan de film
markt te Cannes.
PRODUCTIEFONDS VOOR NEDERLANDSE FILMS
In het verslagjaar is het bestuur weer op zes personen gebracht met de benoeming
door de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk op 12 januari
van de heer J. Wiegel, voorzitter van de N.B.F. Voorts hadden voor het Ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk zitting de heren Dr. J. Hulsker,
voorzitter, en H. Isaac, en voor de Nederlandse Bioscoopbond de heren J. G. J.