expiratie van de termijn, waarvoor de heer J. G. J. Bosman was beoemd. Hoewel
hij zich met het oog op zijn leeftijd niet voor een nieuwe ambtstermijn beschikbaar
wilde stellen, was hij wel bereid om, indien en voor zolang geen nieuwe Bonds
voorzitter in functie was getreden, voorlopig aan te blijven. Conform de desbetref
fende voordracht van het Hoofdbestuur werd de heer J. G. J. Bosman tot Bonds
voorzitter herbenoemd voor een tijdvak eindigende 31 december 1972. Voorts
werd voorzien in de periodieke vacatures in het Hoofdbestuur.
De tweede buitengewone vergadering van de Bondsraad werd gehouden op 12
december, eveneens in het Hilton Hotel te Amsterdam. Behalve de benoeming van
de heer J. Nijland tot Bondsvoorzitter en de benoeming van de aftredende Bonds
voorzitter, de heer J. G. J. Bosman, tot erelid, waarvan in het voorgaande reeds
gewag is gemaakt, werden in deze vergadering enige Hoofdbestuursvoorstellen
aangenomen. Deze voorstellen betroffen een wijziging van de statuten, een wijziging
van de reglementen der bedrijfsafdelingen, een wijziging van het Reglement van de
Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten, de vaststelling van een gewijzigd Reglement
op de Lijst van Geen Bezwaar, een wijziging van het Reglement Filmvertoning,
een wijziging van de Bondsvoorwaarden en een wijziging van het Aanvullingsre
glement Bondsvoorwaarden. In het hierna opgenomen hoofdstuk "Vaststelling of
herziening van Statuten en reglementen" worden deze voorstellen nader behandeld.
Tijdens de vergadering van de Bondsraad op 12 december trad de heer J. G. J.
Bosman af als Voorzitter van de Nederlandse Bioscoopbond. Hij werd in die funktie
opgevolgd door de heer J. Nijland.