Toepassing van statuten, reglementen en besluiten te verbinden, hierin bestaande, dat, wanneer een lid hetwelk de vertoningsrechten op een film voor ons land bezit, een filmkopie definitief afstaat (bijvoorbeeld door toe zending aan de filmproducent), het hiervan mededeling moet doen aan het Bonds bureau. Dit geldt ook bij verlies. Aldus wordt in samenhang met de vernietigings procedure meer inzicht in de kopiesituatie verkregen, hetgeen van belang is in verband met de opsporing en de bestrijding van onrechtmatigheden op het terrein van de filmvertoning. Het voorstel werd op 20 juni door de Bondsraad aangenomen. Het is op 27 december in werking getreden. ARTIKEL 18 DER STATUTEN Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofdbestuur bevoegd disciplinaire maat regelen te nemen ten opzichte van leden die Statuten of reglementen hebben over treden dan wel in strijd hebben gehandeld met de algemene belangen of de waardig heid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Als beroepsinstantie fungeert het College van Appel, welk college begin 1972 was samengesteld uit de heren Mr D. Bijdendijk, voorzitter, Drs. F. L. Schimsheimer, vice-voorzitter, Mr M Geerling P. Nassette en Mr. D. A. Slager, leden, alsmede E. Alter, Mr. J. M v d Flier Mr' MA. Graftdijk, Mr. W. B. H. A. Heskes en C. van Liere, plaatsvervangende leden In de vacature van plaatsvervangend lid van het College van Appel als gevolg van het aftreden van de heer E. Alter werd voorzien door de benoeming van de heer D. J. van Leen. Wegens het overlijden van de heer Geerling ontstond er tevens een vacature van lid van het College van Appel. In deze vacature werd in het verslagjaar niet meer voorzien. Mej. Mr. C. A. Krietemeyer fungeerde wederom als secretaris van het College van Appel. Het Hoofdbestuur heeft in het afgelopen jaar enige malen moeten optreden tegen leden die in strijd met de reglementen hadden gehandeld. Drie leden-bioscoopexploitanten bleven niettegenstaande herhaalde aanmaningen op zeer ernstige wijze in gebreke met de voldoening van Bondscontributie en Buma- bijdragen. Het Hoofdbestuur besloot deze leden wegens overtreding van het Con tributiereglement en het Bumareglement de straf van uitsluiting voor de tijd van zes maanden op te leggen, met dien verstande, dat de uitsluiting voorwaardelijk zou worden opgeheven, steeds wanneer en voor zolang mocht blijken, dat zij hun finan ciële verplichtingen jegens de Bond nakwamen. Een ander lid-bioscoopexploitant bleek niet de vereiste medewerking te hebben ver leend aan de uitvoering van de recette controle. Wegens deze overtreding van het Reglement Recette-administratie werd dit lid de straf van boete ad f 250 oose- legd. J F5 In de vorengenoemde gevallen werd door de betrokken leden geen beroep aanhangig gemaakt. 5 ERETEKENS In 1972 zijn in totaal 96 eretekens met bijbehorende oorkonden uitgereikt Deze eretekens worden door het Hoofdbestuur op schriftelijke voordracht van het be trokken Bondshd verleend aan hen die gedurende een lange reeks van jaren bij een-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 50