Besloten vennootschappen
Commissie „Filmhuur kleinere bioscopen"
Commissie „Filmreclamemateriaal"
onjuiste adressering of onleesbare formulieren. Daarbij kwam het nog al eens voor,
dat bij gebruik van oud verpakkingsmateriaal de oude adressen niet volledig verwij
derd waren, hoewel de speciaal voor onze transportdienst vervaardigde etiketten
zich gemakkelijk laten verwijderen. In de meeste gevallen slaagden de mensen van
Van Gend Loos erin de zendingen toch nog op tijd op de bestemde adressen af te
leveren.
Aangezien Van Gend Loos op Hemelvaartsdag niet functioneert, heeft het Hoofd
bestuur reeds eind december 1971 besloten de indeling der vertoningsweken rond
doordat ondanks schriftelijke vooraankondiging op het vastgestelde tijdstip niemand
de nacht van dinsdag 9 mei op woensdag 10 mei 1972.
In verband met de stijging van de vervoerskosten moesten de tarieven voor het jaar
1972 worden aangepast.
Met de wet van 3 mei 1971, in werking getreden op 29 juni 1971, is als uitvloeisel
van een E.E.G.-richtlijn een nieuwe rechtsvorm in het Nederlandse recht geïntro
duceerd, te weten de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
Het Hoofdbestuur oordeelde het juist de leden wellicht ten overvloede per circulaire
nader te informeren omtrent een aantal aspecten betreffende de B.V. en de N.V.
Daarbij werden ook de consequenties van een omzetting van een N.V. in een B.V.
met betrekking tot het Bondslidmaatschap aangegeven.
Gezien de doorgaans ongunstige verhouding tussen baten en lasten bij de bioscopen
met een geringe omzetcapaciteit heeft het Hoofdbestuur een studiecommissie inge
steld die het vraagstuk van de hoogte der filmhuren speciaal voor deze categorie
bioscopen zal bestuderen. De filmhuurproblematiek zal daarbij worden onderzocht
in het licht van de totale lastensituatie van zodanige bioscopen. De Commissie, die
is samengesteld uit de heren J. Arkenbout en J. van Willigen, leden van het Hoofd
bestuur, en J. Th. van Taalingen, Bondsdirecteur, zal het Hoofdbestuur van haar
bevindingen in kennis stellen en zal het College eventueel voorstellen doen die met
het oog op de uitkomsten van dit onderzoek dienstig worden geoordeeld. De Stu
diecommissie ad hoc zal met haar werkzaamheden in het begin van 1973 aan
vangen.
Het Hoofdbestuur heeft het nuttig geoordeeld een commissie in het leven te roepen
die tot taak zal hebben de algemene problematiek rond het filmreclamemateriaal te
onderzoeken en het college terzake van advies te dienen. Onder meer zal de com
missie in studie dienen te nemen kwesties betreffende de beschikbaarstelling van
het reclamemateriaal door de filmverhuurders, de wijze van behandeling door de
exploitanten en kostenproblemen. Tot leden van de commissie zijn benoemd de
heren P. J. N. R. Ooms, tevens voorzitter, J. van Dommelen, H. W. M. Janssen en
L. J. Paerl. De heer H. W. Hagenberg is als secretaris aan de commissie toegevoegd.
De Commissie is tijdens het verslagjaar nog niet met haar onderzoek gereedgekomen.