Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten
INLEIDING
Het is nog niet zo lang geleden, dat de be
drij f sgenoten bij het verdwijnen van de ver-
makelijkheidsbelasting verlicht ademhaal
den. Eindelijk was het dan zo ver.
Deze onbillijke extra heffing op ons bedrijf
was weggenomen. Wel realiseerden zij zich,
dat de omzetbelasting van 4,8 was omge
zet in een belasting op de toegevoegde
waarde van 12 maar zij hadden nu toch
een aanzienlijk ruimere armslag gekregen.
De stijging van 12 naar 14 en van 14 naar
16 heeft die armslag intussen al weer
sterk beperkt. Tegelijkertijd deed zich een
lichte kentering voor in het bezoek, dat in
1971 voor het eerst weer was toegenomen,
hetgeen in dat jaar en in 1972 al dadelijk
tot uiting kwam in de ontwikkeling van
plannen tot uitbreiding van bioscoopaccom
modatie, zij het, dat de betrokken voortva
rende leden het in hoofdzaak zochten in de
vestiging van kleine tot zeer kleine biosco
pen door middel van splitsing van bestaan
de bioscopen in meer zalen of het inrichten
van beschikbare nevenruimten als bioscoop.
Intussen is wederom duidelijk geworden dat
de bezoekersvermeerdering in hoofdzaak
afhangt van de heel grote films, waaronder
in 1971 zeker twee a drie Nederlandse pro-
dukties die top-recettes scoorden en mas
saal bezoek trokken.
Hoewel ook 1972 ons een aantal belangrij
ke films opleverde, waaronder eveneens Ne
derlandse, bereikten die toch niet het grote
succes dat met de „krakers" uit 1971 werd
behaald. Een van de grote verdiensten van
films als „Wat zien ik", „Blue movie", „Mi-
ra", „De inbreker" en naar het zich laat
aanzien o.a. „Bij de beesten af" en „Turks
fruit" is, dat zij een zo breed publiek, waar
onder vele ouderen, die thuis bij de beeld
buis bleven hangen, weer tot de bioscoop
brachten en nieuwsgierig maakten naar wat
de toekomst zal bieden.
Zulke vitaminestoten heeft ons bedrijf no
dig. Kennelijk hebben de bedrijfsgenoten,
gezien de vorenbedoelde vestigingsplannen,
een sterk vertrouwen in de toekomst van
het film- en bioscoopwezen, mede afgaande
op het herstel dat zich buiten ons land af
tekent.
Eens temeer ook is duidelijk dat de bio
scoop het comfort en de gezelligheid van de
huiskamer moet evenaren en datgene wat
op het T.V.-scherm wordt geboden in kwa
liteit moet overtreffen, om maar niet te
spreken van de goede service die aan de
bezoekers behoort te worden geboden, zo
wel in technisch opzicht als in het dienende
vlak.
Een van de voorwaarden voor het behoud
van de mogelijkheden tot aanpassing van
het bedrijf aan de eisen van comfort, wel
stand en serviceverlening is het kweken van
voldoende reserves teneinde de daarmede
gepaard gaande kosten te kunnen dekken.
Het is daarom, dat de bedrijfsgenoten vurig
hopen, dat de film wat de heffing van om
zetbelasting aangaat, zo spoedig mogelijk
wordt gelijkgesteld met het boek en alle
andere culturele uitingen waarvoor een ver
laagd tarief bestaat.
Dit klemt voor de bioscoopondernemers te
meer nu ook de filmverhuurders een groter
deel van de omzetten hebben opgeëist via
een door hen verlangde wijziging van de
B.T.W.-aftrek in verband met de filmhuur-
berekening.
Het bezoek liep in ons land ten opzichte
van 1971 terug met 2,8 De bruto-recet-
tes stegen met 4,4 hetgeen onvoldoende
was om de stijging van loon- en andere kos
ten op te vangen.
Het aandeel per afdeling van exploitanten
in het totale bioscoopbezoek was in 1972
als volgt:
Afdeling A: 39,4 (39,4), Afdeling B:
34,5 (35,2), Afdeling C: 15,9 (16), Af
deling D: 10,2 (9,4).
Het aandeel per afdeling in de totale bruto-
recette was in 1972 als volgt:
A: 42,4% (42,4), B: 36,3% (36,3), C: 15,2%
(15,5) en D: 6,1 (5,8).
ALGEMEEN
Het Bestuur vergaderde vijfmaal en voerde
bovendien twee besprekingen met het Be
stuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders.
De Exploitantenraad kwam eveneens vijf
maal in vergadering bijeen. In de op 6 juni
gehouden jaarvergadering van deze be
drijfsafdeling werden de periodiek aftreden
de bestuursleden C. Geerts en H. Miedema
bij enkele kandidaatstelling herbenoemd tot
leden van het bestuur. De jaarstukken wer
den goedgekeurd.
Voorts werden besproken de agendapunten
voor de jaarlijkse vergadering van de
Bondsraad, waaronder het jaarverslag 1971,
rekening en verantwoording over genoemd
jaar, de balans per 31 december 1971, het
contributievoorstel voor 1972, de begroting
voor 1972 en het voorstel voor het verlenen
van een bijdrage aan het Productiefonds
voor Nederlandse Films. Daarnaast wer-