den in deze en volgende vergaderingen be
handeld de voorstellen van het Hoofdbe
stuur aan de Bondsraad en andere aange
legenheden die in dit verslag elders geme
moreerd worden.
Na de jaarvergadering was de raad samen
gesteld als volgt: J. Nijland, Voorzitter; C.
J. Blad, M. Gerschtanowitz, Mr. P. A.
Meerburg, M. S. Schaap en J. Ph. Swanink,
vertegenwoordigers van de Afdeling A; J.
van Dommelen, R. Nassette, L. van Praag,
F. H. W. Weyschedé en Drs. J. Ph. Wolff,
vertegenwoordigers van de Afdeling B; H.
Miedema, C. v. Liere, F. A. v. Opbergen,
G. Schepel en J. van Willigen, vertegen
woordigers van de Afdeling C; P. N. Brou
wer, C. Geerts en H. Holman, vertegen
woordigers van de Afdeling D.
Kort na de jaarvergadering overleed plot
seling het lid van de Raad en vice-voorzit-
ter der Afdeling D, de heer P. N. Brouwer,
wiens heengaan ernstig werd betreurd. De
heer Brouwer was een der oudste Bonds-
leden. Hij was in het bioscoop- en filmver-
huurbedrijf reeds werkzaam toen het nog
in de kinderschoenen stond. De bedrijfsaf
deling verloor met zijn heengaan een inte
ger en algemeen gerespecteerd lid.
Van de gedelegeerden uit de afdelingen in
de Bondsraad trad tussentijds af de heer
W. F. Dubbeldeman aan wie wij gaarne
hulde brengen voor zijn waardevolle bij
drage aan het organisatiewerk. Hij werd
opgevolgd door de heer R. H. Gerschta
nowitz (B). De overige gedelegeerden: I. Kei
zer (A), Drs. C. A. Voskuil (C) en S. Span-
jaart (D) bleven in functie.
STATUTENWIJZIGING, NIEUWE EN
GEWIJZIGDE REGLEMENTERING
De Bedrijfsafdeling kreeg een respectabel
aantal voorstellen op dit gebied te beoor
delen, nadat zij in de diverse afdelingen al
waren besproken. Teneinde herhalingen te
vermijden, wordt volstaan met een korte
vermelding van de betekenis en weergave
van de amenderingen, waartoe de Raad in
bepaalde gevallen besloot. Zij daarbij voor
opgesteld, dat de raad zich volledig kon
verenigen met alle in het verslagjaar gedane
voorstellen, enkele kleine amenderingen
daargelaten. De voorstellen betroffen een
eerste wijziging van de reglementen der drie
bedrijfsafdelingen, welke o.a. een voorzie
ning in het leven riep om de tijd tussen het
benoemen van nieuwe bestuurders en gede
legeerden in periodieke vacatures te over
bruggen door de aanvang van die benoe
ming te stellen op de eerste dag van de
jaarlijkse vergadering van de Bondsraad,
opdat tussen de datum der afdelingsjaar
vergadering en de jaarvergadering van de
Bondsraad geen Hoofdbestuursvacuüm zou
ontstaan, ingeval de niet-herbenoemde(n)
lid van het Hoofdbestuur zou(den) zijn.
Voorts ging de raad reeds in eerste instan
tie geheel akkoord met een voorstel tot wij
ziging van het Reglement op de Lijst van
Geen Bezwaar.
De filmverhuurders hadden op dit voorstel
amendementen ingediend. Hiertegen verzet
ten zich de leden van de Raad, evenals het
Hoofdbestuur dat tot afwijzing adviseer
de. In de jaarvergadering van de Bonds
raad werd het voorstel, omdat geen com
promis werd bereikt, verworpen, doch in de
vergadering van deze raad, die op 12 de
cember plaatsvond, is hetzelfde voorstel met
inbegrip van enige wijzigingen met algeme
ne stemmen aanvaard. Een amendement
van onze bedrijfsafdeling, dienende tot ver
duidelijking van een zinsnede in artikel 3 C
werd volgens pre-advies van het Hoofdbe
stuur verworpen.
Voorstel tot wijziging van het Aanvullings
reglement Bondsvoorwaarden. Dit hield in,
de toevoeging van een nieuw lid C aan ar
tikel 11, volgens hetwelk de filmverhuurders
voor de levering van extra bijwerk een ex
tra vergoeding zouden mogen verlangen.
De Exploitantenraad had hierop een amen
dement ingediend, dat beoogde hierop een
uitzondering te maken voor avondvullende
hoofdfilms, d.w.z. hoofdfilms die te lang
zijn om er twee avondvoorstellingen mee te
geven. De raad was namelijk van oordeel,
dat bij zulke films de hoeveelheid bijwerk
voldoende behoort te zijn voor één lange
voorstelling met verhoogde prijzen, weshal
ve voor dat bijwerk, waarvan de hoeveel
heid afhangt van de lengte der avondvul
lende hoofdfilm, geen afzonderlijke film-
huur behoort te worden gevraagd.
Het Hoofdbestuur adviseerde tot overne
ming van dit amendement en de Bondsraad
keurde het voorstel, dienovereenkomstig
aangevuld, goed, nadat het aanvankelijk
niet de vereiste stemmenmeerderheid van
de leden van de Exploitantenraad had kun
nen verwerven.
Reglement inzake het toezicht op de ver
nietiging van filmkopieën. Dit nieuwe re
glement beoogt het verdwijnen van kopieën
naar de zwarte markt tegen te gaan. Het
werd in de Bondsraad met algemene stem
men aanvaard.
De wijziging van de Statuten, artikel 5 b,
behelsde de opneming van besloten vennoot
schappen in de rij van rechtspersonen die
lid kunnen zijn van de Bond. De wijziging