Bedrijfsafdeling Filmproduktie
HULDIGING VAN DE HEER E. ALTER
VOORUITZICHTEN
In de jaarvergadering van 24 maart is de
heer E. Alter, die zijn functie van direc
teur der N.V. Spiendal Film wegens ver
gevorderde leeftijd heeft neergelegd, dank
gebracht voor het verdienstelijk werk, dat
hij in verschillende functies voor de organi
satie in het algemeen en de Bedrijfsafdeling
in het bijzonder heeft verricht. Daarbij is in
herinnering gebracht, dat genoemde heer
reeds op 22 mei 1922 als secretaris van de
Afdeling Den Haag is opgetreden. Hij is
lid van het Hoofdbestuur en van de voor
malige Ledenraad geweest en hij heeft in
verschillende commissies zitting gehad.
In zijn wederwoord dankte de heer Alter
voor de prettige samenwerking, die hij van
de zijde van zijn collega's heeft onder
vonden.
De geleidelijke verbetering van het bio
scoopbezoek, welke in verschillende landen
reeds geruime tijd gaande is, is Neder
land het vorig jaar ontgaan. Toch is er
onmiskenbaar en niet alleen bij de jonge
ren onder 25 jaar een toenemende belang
stelling voor film en bioscoop merkbaar.
Bij gelegenheid van de vertoning van films
van grote betekenis valt dat onmiddellijk
op.
Als wij voorts in aanmerking nemen, dat
er dit jaar reden is om, gezien ook de nu
reeds geboekte resultaten met een film als
„Turks fruit", een verdere opleving van de
belangstelling voor film en bioscoop te
verwachten, dan zien wij de toekomst met
gematigd vertrouwen tegemoet. Wel maken
wij een voorbehoud voor eventuele grote
moeilijkheden voortvloeiende uit de voort
gaande inflatie en de daarmee verband hou
dende verstoring van de arbeidsvrede.
H. W. Hagenberg, Secretaris
INLEIDING
De economische teruggang in het bedrijfs
leven, die zich althans in het grootste deel
van 1972 voortzette, beïnvloedde de gang
van zaken in onze bedrijfstak in ongunstige
zin. In het laatste kwartaal waren er echter
tekenen van herstel, die mogelijk tot verbe
tering respectievelijk verruiming van de pro-
duktiemogelijkheden in 1973 zullen leiden.
Deze teruggang gold niet de Nederlandse
speelfilm-produktie. Weliswaar kon het
topresultaat van 1971 niet worden geëven
aard, maar dit neemt niet weg, dat de gang
van zaken in die sector, alsmede de voor
uitzichten voor het komende jaar, bepaald
niet onbevredigend waren respectievelijk
zijn.
Een hoogtepunt vormde het 13e Internatio
nale Industriële Filmfestival, dat voor het
eerst in Nederland plaatsvond en wel in de
periode van 20 tot en met 24 november in
Amsterdam. Nadere bijzonderheden over
deze zeer geslaagde manifestatie zijn elders
in dit verslag opgenomen.
LEDENVERGADERINGEN
Er is in 1972 slechts één ledenvergadering
gehouden, te weten de jaarvergadering op 7
april. In deze vergadering zijn de gebruike
lijke jaarstukken vastgesteld en werd het
Bestuur als volgt geformeerd: G. F. de
Clerck, Voorzitter, Y. Brusse, Vice-Voorzit-
ter, A. W. H. Kommer, Penningmeester, Ch.
Huguenot van der Linden, B. Kroon, G. J.
J. M. Raucamp en C. Treffers. Als Secre
taris fungeerde wederom de heer L. Claas-
sen. Tot gedelegeerde in de Bondsraad
werd als opvolger van de heer G. F. de
Clerck benoemd de heer G. J. J. M. Rau
camp.
Er werd afscheid genomen van Mr. H. B. F.
J. A. Peters, die de afdeling gedurende 10
jaren als Secretaris en 5 jaar als Voorzitter
heeft gediend. Hem is dank gebracht voor al
hetgeen hij in die vele jaren voor de afde
ling en de organisatie heeft gedaan. Voorts
is afscheid genomen van en dank gebracht
aan de heer T. de Wit, die 13 jaar deel van
het Bestuur heeft uitgemaakt. Hun beider
aftreden werd betreurd, maar moest, nu
daaraan in hoofdzaak gezondheidsredenen
ten grondslag lagen, worden gerespecteerd.
De vergadering besloot tot vaststelling van
een Besluit Omzetgegevens in tweede lezing,
omdat het oorspronkelijke besluit qua re
dactie bezwaren van de kant van het Hoofd
bestuur had ontmoet. Het ging er daarbij
om, dat de accountant-buitenstaander, die
de omzetgegevens zou moeten totaliseren,
in overleg met het Hoofdbestuur diende te
worden aangewezen. Dit besluit, dat moest
worden gezien als een tussentijdse oplossing,