wee in de desbetreffende produktiesector en
over de bestaande verlangens op de betrok
ken terreinen. Tot concrete resultaten of
uitspraken is het evenwel nog niet gekomen.
Wel werd het wenselijk geacht dit soort
nuttige gesprekken in de toekomst voort te
zetten.
Op 27 april vond in de bioscopen Studio
2000 en De Uitkijk te 's-Gravenhage de ma
nifestatie Filmgebruik 1972 plaats. Dit eve
nement kon worden beschouwd als een ver
volg van de manifestatie Opdrachtfilm 71,
die in dat jaar tijdens de Filmweek in Arn
hem is gehouden. Er werd in Den Haag een
groot aantal opdrachtfilms vertoond in het
minder kostbare genre en van de kant van
het bedrijfsleven bestond hiervoor ruime
belangstelling, terwijl het gebodene over het
algemeen zeer werd gewaardeerd. Gesteld
kan dan ook worden, dat de werkcommis-
sie, die zich met de voorbereiding en uit
voering van dit evenement heeft belast eer
van haar werk heeft gehad. De commissie
bestond uit: mevrouw E. C. Meijer en de
heren A. W. H. Kommer, J. S. Nieuwen-
huijs, P. W. A. de Man en Jhr. J. J. van
Raab van Canstein. De kosten voor deze
filmdag werden gedekt uit het Afdelings
fonds.
In de loop van het jaar is bepleit dusdanige
manifestaties tenminste één maal per jaar
te organiseren, mogelijk gecombineerd met
een openbare selectie voor het jaarlijkse in
dustriële filmfestival.
Het 13e internationale industriële filmfesti
val, dat, zoals gezegd in 1972 voor het eerst
in Nederland plaatsvond, werd gehouden in
het RAI-Congrescentrum te Amsterdam,
dat zich voor dusdanige gebeurtenissen bij
zonder goed leent, alhoewel er op projek-
tie-technisch gebied heel wat gewijzigd
moest worden. De organisatie stond volgens
de internationale regels onder supervisie
van het Verbond van Nederlandse Onder
nemingen, dat bij de voorbereiding en uit
voering van het geheel werd terzijde ge
staan door een groot werkcomité. De afde
ling was in dit comité en in de verschillen
de subcommissies vertegenwoordigd door
de heren R. Ph. Decossaux, T. de Wit,
G. J. J. M. Raucamp en L. Claassen. Vrij
wel gedurende het gehele jaar is intensief
gewerkt aan de voorbereiding van dit be
langrijke festival en mede dankzij deze ge
degen voorbereiding en de persoonlijke in
spanning van vele betrokkenen is het festi
val een eclatant succes geworden, dat natio
naal zowel als internationaal qua uitvoering
en inhoud veel lof heeft geoogst. Ook het
slotfeest was bijzonder geslaagd. Het werd
in tegenstelling tot hetgeen in andere lan
den gebruikelijk was, in een ongedwongen
sfeer georganiseerd, die speciaal bij de vele
buitenlanders, onder andere voor wat be
treft het Sint-Nicolaas-gedeelte, bijzondere
waardering oogstte.
Ons land heeft het dit jaar niet tot een
Grand Prix kunnen brengen, maar slaagde
er wel in op een totaal van 119 films uit 14
landen een eerste, een tweede en een derde
prijs in de verschillende categorieën te ver
werven. Dit kan bepaald geen slecht resul
taat worden genoemd. In het ledenbulletin
is over dit festival reeds zeer uitvoerig ge
rapporteerd, zodat daarnaar op deze plaats
moge worden verwezen.
Tijdens het festival werd op instigatie van
onze vertegenwoordigers een drietal panel
discussies georganiseerd over de vraag of
er aanleiding bestond om de gang van za
ken tijdens de industriële filmfestivals in de
toekomst te moderniseren. Hiervoor be
stond een grote internationale belangstel
ling, vooral ook omdat bekend was, dat in
de boezem van het internationale comité,
dat deze festivals onder zijn hoede heeft,
reeds lang werd gesproken over herstructu
rering van het festival. Er kwamen ver
scheidene nuttige suggesties naar voren en
er werd een beperkte enquête gehouden
om de meningen in het algemeen te peilen.
De Italiaanse Secretaris-Generaal van het
internationale comité deed tijdens de laat
ste bijeenkomst de toezegging om de gehele
zaak op basis van het besprokene nader
onder ogen te zien en hij bepleitte tezamen
met een aantal andere woordvoerders het
houden van nationale manifestaties op dit
gebied, waarin tegemoet zou kunnen wor
den gekomen aan allerlei verlangens, die
op internationaal niveau niet steeds uit
voerbaar zijn.
Gedurende het verslagjaar werd door ons
land voor het eerst officieel deelgenomen
aan een filmmarkt en wel tijdens het film
festival van Berlijn, dat van 26 juni tot en
met 1 juli plaatsvond. In samenwerking met
het Ministerie van CRM en de Rijksvoor
lichtingsdienst werd een stand ingericht, al
waar belangstellenden informaties konden
verkrijgen omtrent de produktie van lange
en korte films in Nederland. Gebleken is,
dat met deze Nederlandse presentatie in een
behoefte werd voorzien en er is derhalve
besloten om het volgend jaar ook op de be
langrijke wereld-filmmarkt in Cannes acte
de présence te geven. Op deze wijze is een
belangwekkend begin gemaakt met de pro
motie van Nederlandse films in het buiten
land.