wijzigd Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar bij het Hoofdbestuur in te dienen, hetgeen geschiedde, doch door het Hoofd bestuur werd voorzien van een afwijzend pre-advies. De Bondsraad nam het amen dement evenmin over. B.T.W.-AFTREK EN FILMHUURBEREKENING Uiteraard werd uitvoerig aandacht gewijd aan de bezwaren die het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders kenbaar had gemaakt bij het Bestuur van de Be drijfsafdeling Bioscoopexploitanten tegen het op artikel 10 C van het Aanvullings reglement Bondsvoorwaarden gebaseerde systeem van filmhuurberekening na vooraf trek van het exploitantenaandeel in de B.T.W. Inderdaad moest erkend worden dat het vroeger geringe nadeel dat hierin voor de verhuurders besloten was tijdens het toen bestaande systeem van omzetbelastinghef fing, sedert de invoer van de belasting op de toegevoegde waarde van 12%, later ge stegen tot 14 en met ingang van 1 janua ri 1973 te verhogen tot 16 bij elke ver hoging een nadeliger effect oplevert voor de filmverhuurders. Hoewel van exploitan- tenzijde werd aangevoerd, dat overigens de bestaande filmhuurcondities hierop wel wa ren afgestemd, waren de leden van oordeel, dat gezocht zou moeten worden naar een compromis, enerzijds om aan de wensen van de verhuurders tegemoet te komen, an derzijds om het nadeel van een herziening van de berekening, voor de exploitanten neerkomende op 2,8 der netto-recette, te beperken. De afdeling verenigde zich in de vergade ring van 8 december met het spoedeisend verklaarde voorstel van het Hoofdbestuur aan de Bondsraad (ingediend na overleg met de bestuursleden van onze bedrijfsaf deling en die van de filmverhuurders) tot het treffen van een tijdelijke oplossing in afwachting van een definitieve regeling neerkomend op een bevriezing van de voor aftrek op het oorspronkelijke B.T.W.-tarief van 12 ingaande op 1 januari 1973. WISSELING BONDSVOORZITTERSCHAP EN BENOEMING ERELID De afdelingsleden hadden zich nadat in de eerste helft van het jaar bekend geworden was, dat de Bondsvoorzitter, de heer J. G. J. Bosman, eind 1972 zijn functie wenste neer te leggen, geschaard achter de kandi datuur van de heer J. Nijland, toenmalig voorzitter van de Exploitantenraad. Mede hieruit vloeide de niet-bindende aanbeve ling voort van de Exploitantenraad aan de Bondsraad tot benoeming van de heer J. Nijland als Bondsvoorzitter bedoeld in arti kel 15 sub 5 der Statuten, zulks met ingang van 1 januari 1973. Het voorstel van het Hoofdbestuur om de heer J. G. J. Bosman wegens zijn bijzonde re verdiensten voor de organisatie tot erelid van de Bond te benoemen oogstte onver bloemde bijval. Een suggestie van de zijde der Afdeling B om voor verdienstelijke niet- Bondsleden een andere onderscheiding te creëren vond in onze afdeling geen steun van betekenis, integendeel, men was in over grote meerderheid van oordeel, dat gezien de redactie van de betrokken statutaire en reglementaire bepaling daaraan ten grond slag had gelegen om, behalve leden of hun bestuurders ook andere personen, die de Bond aan zich verplicht hebben, de hoog ste eer te kunnen bewijzen door het verle nen van het erelidmaatschap. PUBLICITEIT Zoals in het jaarverslag over 1971 reeds gestipuleerd, hadden Bestuur en leden der afdeling behalve aan het Bureau Smits Ba- tes, dat de wekelijkse kaderannonce sedert de oorlog had verzorgd, offerte gevraagd aan enige andere advertentiebureaus. Het bleek alras, na door de vertegenwoordigers in het bestuur gegeven mondelinge toe lichting, dat de offertes onvergelijkbaar wa ren. Nadere informatie door het secreta riaat wees uit, dat nauwkeurige aanbiedin gen gebaseerd op onze richtlijnen, zouden dienen te worden verstrekt om tot een juis te onderlinge vergelijking te komen. Van daar dat het secretariaat aan elk der bu reaus een gespecificeerde prijsopgaaf vroeg van produktie-, advertentie- en versprei- dingskosten voor de overdrukken, voor een weekagenda in de Amsterdamse bladen op basis van die van 5 januari 1972. Eerst toen kwam er klaarheid. De offerte welke Brandt Advertising in diende bleek door de efficiënte opzet van de werkwijze voor die annonce verreweg het voordeligst. In dit kader pasten geheel en al de voorwaarden die Brandt daaraan verbond en wel a. vlotte medewerking van de zijde der leden en vroeg inleveren van teksten op speciaal daarvoor bestemde formulie ren; b. contante betaling door de leden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 78