Afdeling B
trekking tot het laten vervallen van de
tweede voorstelling op St. Nicolaas- en
Oudejaarsavond. Met betrekking tot het vra
gen van toestemming voor nachtvoorstellin
gen, welke verplichting de gemeente 's-Gra-
venhage bioscopen met een Horeca-vergun-
ning wilde opleggen, werd de leden gead
viseerd hierop niet in te gaan, althans eerst
advies in te winnen bij het Bondsbureau.
Het bedrijf had vooral in de Haagse bin
nenstad ernstige overlast van de terreur die
sommige opgeschoten jongelui in groepjes
probeerden uit te oefenen en waarbij vaak
grote schade werd aangericht. Men over
woog een verscherping van het toezicht op
de bedrijven teneinde hieraan het hoofd te
kunnen bieden.
Het aantal ingeschreven bioscopen der Af
deling A verminderde van 80 tot 74 (inclu
sief de vier door brand uitgeschakelde za
ken).
Het Bestuur vertegenwoordigde de afdeling
bij verscheidene gedenkwaardige gebeurte
nissen als filmpremières, jubilea en opening
van nieuwe zaken. Ter gelegenheid van de
officiële ingebruikstelling van de Amster
damse Nieuwendijk als voetgangersdomein
leverde de directie van de Cinema Parisien
een originele bijdrage aan de festiviteiten,
door haar bioscoop gedurende twee dagen
te transformeren tot een bioscoop uit 1912
zowel wat de filmprogramma's, de aankle
ding van haar personeel, als foto's en affi
ches en entreeprijzen uit die tijd betreft.
A. H. Pieterse, Secretaris
INLEIDING
De bedrijfsresultaten hebben zich in 1972
wat onze afdeling aangaat ondanks de ste
vige toename in 1971 bevredigend gehand
haafd. Het was te verwachten, dat het be
zoek, hetwelk in 1971 in sterke mate was
toegenomen als gevolg van de bijzondere
publieke belangstelling voor enige produk-
ten van eigen bodem, in het verslagjaar
weer iets zou kunnen terugvallen, bij ge
breke van soortgelijke films. Dit is in de af
deling inderdaad het geval geweest en wel
met 4,8 maar de bruto-recettes gingen
niettemin met 4,6 omhoog. Het is wel
licht als een teken van stijgend vertrouwen
in de toekomst van het bioscoopbedrijf te
beschouwen, dat er in het verslagjaar ver
scheidene plannen voor in onze afdeling
te vestigen bioscopen werden ingediend of
gerealiseerd. Voor een belangrijk deel heb
ben deze plannen overigens betrekking op
inbouw in bestaande ruimten of op deling
van bestaande grote, soms verouderde thea
ters. Deze, ook in andere afdelingen en in
het buitenland waar te nemen ontwikkeling,
manifesteerde zich in het verslagjaar in En
schede, Hilversum, Leeuwarden, Maastricht
en Utrecht.
voor het bespreken van bij de Bondsraad
ingediende voorstellen en de eventuele her
ziening der B.T.W.-aftrek in samenhang met
de filmhuurberekening.
Periodiek aftredend waren in de jaarverga
dering de bestuursleden J. van Dommelen,
F. H. W. Weyschedé en Drs. J. Ph. Wolff.
Zij werden bij enkele kandidaatstelling her
kozen. De ledenvergadering herbenoemde
de heer Wolff eveneens tot voorzitter van
de afdeling. In de door het tussentijds af
treden van de heer W. F. Dubbeldeman ont
stane vacature van gedelegeerde in de
Bondsraad, bedoeld in artikel 37 van het
Reglement der Bedrijfsafdeling Bioscoop
exploitanten, werd uit de gestelde kandida
ten gekozen de heer R. H. Gerschtanowitz,
lid van de raad van bestuur der N.V. Thea
termaatschappij van de N.B.T. te Amster
dam. Tevens hechtte de jaarvergadering
haar goedkeuring aan de jaarstukken der
afdeling. De ledenvergadering verenigde
zich voorts met de jaarstukken voor de
Bondsraad.
De samenstelling van het Bestuur was eind
1972 ongewijzigd als volgt: Drs. J. Ph.
Wolff, voorzitter; R. Nassette, vice-voorzit-
ter; L. van Praag, penningmeester; J. van
Dommelen en F. H. W. Weyschedé, leden.
Secretaris: A. H. Pieterse.
ALGEMEEN
Het Bestuur hield zeven vergaderingen. De
leden kwamen tweemaal bijeen en wel op
29 mei voor het bijwonen van de jaarver
gadering, waarin tevens de agendapunten
van de jaarvergadering van de Bondsraad
werden besproken, alsmede op 14 november
NIEUWE EN GEWIJZIGDE
REGLEMENTERING
Teneinde doublures in dit verslag en dat
van onze bedrijfsafdeling, respectievelijk
van de Bond te voorkomen moge worden
volstaan met het aanstippen van het feit,