instemming van het Bestuur van de Exploi-
tantenraad deze voorwaarden laten verval
len, omdat zij blijkens de praktijk overbodig
waren.
SLOTOVERZICHT
In de verschillende bestuurs- en ledenver
gaderingen werden voorts problemen van
algemene aard besproken.
Het bestuur behandelde onder meer een
klacht van mevrouw Visser-van der Hey-
den, voormalig exploitante van het inmid
dels opgeheven Flora Theater te Baarn, te
gen een lid van de Afdeling B wegens over
treding van artikel 2 van het Reglement ter
zake van reclame voor permanente bio
scoopvoorstellingen. Het bestuur verklaar
de de bezwaren van mevrouw Visser ge
grond en besloot het Hoofdbestuur te advi
seren bij herhaling van de overtreding ar
tikel 18 der Statuten toe te passen.
Voorts is van gedachten gewisseld over de
bezwaren van de filmverhuurders tegen de
tot dusver toegepaste wijze van B.T.W.-af
trek en filmhuurberekening, die met de stij
ging van het percentage een steeds ongunsti
ger netto-filmhuuropbrengst te zien gaf. De
afdeling stelde vast, dat wanneer de door
de filmverhuurders voorgestelde bereke
ningswijze zou worden toegepast, de exploi
tanten circa 2,8 van de netto-recette min
der zouden ontvangen en dat deze achter
uitgang in ontvangsten met name voor de
leden dezer afdeling nauwelijks zou kunnen
worden gedragen.
Na overleg met de besturen van de Bedrijfs
afdelingen Bioscoopexploitanten en Film
verhuurders diende het Hoofdbestuur een
spoedeisend verklaard voorstel in bij de
Bondsraad om als voorlopige regeling met
ingang van 1 januari 1973, de datum waar
op de B.T.W. van 14 tot 16 zou wor
den verhoogd, de vooraftrek van B.T.W.
over het exploitantenaandeel te bevriezen
op het oorspronkelijk B.T.W.-tarief van
12 zulks onder bepaalde voorwaarden.
Terzake moge worden verwezen naar de
jaarverslagen van onze Bedrijfsafdeling en
van de Bond.
Ten aanzien van de maximum filmhuren
heeft de afdeling zich geschaard achter een
aan de Exploitantenraad gezonden ontwerp
van de Afdeling C, dat een systeem van aan
leveringstijd gebonden maximum filmhuur-
percentage omvatte.
In het verslagjaar werden uitgeschreven elf
permanente bioscopen en één reisbioscoop.
Uit onze afdeling werden afgevoerd de
bioscopen Harlinger Theater „Trebol", City
Theater te Leerdam, De IJzeren Klap te
Musselkanaal, Luxor Theater te Stadska
naal, City Theater te Veendam, Luxor te
Venray en Corso Cinema te Wormerveer,
welke theaters wegens het bereiken van een
bruto-jaaromzet over de voorafgaande drie
kalenderjaren van tenminste 1 %o van de
bruto-jaaromzet over datzelfde tijdvak van
alle Nederlandse bioscopen samen, tot de
Afdeling C gingen behoren; een verheugen
de ontwikkeling. Voorts is aan de afdeling
toegevoegd de reeds eerder in dit verslag
genoemde autobioscoop d'Oale Woag te
Drouwen.
Door vorengenoemde mutaties kwam het
aantal bij de Afdeling D aangesloten per
manente bioscopen op 98 (116). Het aantal
reizende bioscopen zakte tot 12 (13).
Het rond Kerstmis 1970 geheel afgebrande
Royal Theater te Echt werd op 15 juni fees
telijk heropend. Tragisch hierbij was het
overlijden van de heer P. N. Brouwer, Vice-
Voorzitter van de Afdeling D, die in deze
functie de Bond bij de heropening vertegen
woordigde.
Voorts gedenken wij het heengaan van de
heer J. P. H. Bertram, firmant van de fir
ma J. P. H. C. J. J. Bertram, exploitante
van het intussen definitief opgeheven City
Theater te Nieuwenhagen. Het bestuur re
presenteerde de Afdeling D bij jubilea, her
denkingen, sterfgevallen enz.
A. H. Pieterse, Secretaris