Stichting Instituut voor
Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel
Het verslag over het Stichtingsjaar 1971/
1972 biedt ten opzichte van voorgaande ja
ren weinig nieuwe gezichtspunten. De jaar
lijkse examens zijn ditmaal voor het eerst
uitsluitend mondeling afgenomen en de re
sultaten waren niet onbevredigend, zoals uit
het elders opgenomen cijfermateriaal blijkt.
Het is echter nog te vroeg om thans al
te oordelen over de vraag, of dit een gevolg
is van het wegvallen van het schriftelijke ge
deelte van het examen.
Het gemiddelde aantal cursisten vertoon
de ditmaal een lichte stijging van 35 naar
38 ten opzichte van het voorgaande jaar.
Het aantal nieuwe operateurs, zijnde dege
nen die een werkboekje aanvroegen, steeg
van 35 tot 51. Deze onverwachte stijging
werd voor een deel veroorzaakt door uit
reiking van werkboekjes aan een aantal mi
litairen, die via het Centraal Filmbureau
voor de Krijgsmacht voor operateurswerk-
zaamheden werden opgeleid. Dit laatste ge
schiedt overigens in samenwerking met on
ze Stichting.
BESTUUR
Er is 1 bestuursvergadering gehouden, te
weten op 23 juni 1972. De jaarstukken
werden ongewijzigd goedgekeurd. Door het
Hoofdbestuur zijn de volgende bestuursle
den herbenoemd: de heren W. F. Dubbelde-
man, Voorzitter; E. F. W. Trijssenaar, Pen
ningmeester; L. Claassen, Secretaris; J. J.
Arens, O. P. Besseling, F. van der Heyden
en H. P. J. van der Hilst. De heer D. Meen-
horst zag zich wegens het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd genoodzaakt
zijn functie neer te leggen en op voor
dracht van de Rijksbrandweerinspectie werd
door het Hoofdbestuur in zijn plaats be
noemd de heer Th. J. Schuitemaker.
Helaas moet verder worden gerapporteerd,
dat ons bestuurslid de heer E. J. Weier op
8 januari 1972 plotseling is overleden. Bij
de crematie op 12 januari in Rotterdam
was een aantal bestuursleden aanwezig, ten
einde de overledene de laatste eer te be
wijzen.
Tegen het einde van het verslagjaar heeft
het Hoofdbestuur in de aldus ontstane va
cature voorzien door de benoeming van de
heer H. Berg, die in Schiedam een bioscoop
exploiteert.
In de bestuursvergadering is opnieuw uit
voerig gesproken over de samenstelling van
een mondelinge cursus voor hen die zijn
belast met de bediening van geautomati
seerde projectie-installaties. Deze aanvul
lende opleiding kreeg de naam Cursus-C.
Er is door de Secretaris rapport uitgebracht
over het overleg, dat hij heeft gevoerd met
de directie van de Elektrotechnische School
te Amsterdam, waarin de cursus onderge
bracht zou kunnen worden en met de door
deze school aanbevolen leerkracht, de heer
A. H. de Metter. Verder heeft de Secre
taris uitvoerig gesproken met drie techni
sche handelaren, die geautomatiseerde ap
paratuur leveren, over het ter beschikking
stellen van documentatiemateriaal en het
organiseren van praktijklessen. Dit gesprek
heeft ertoe geleid, dat ook van die zijde op
volledige medewerking kan worden gere
kend.
Vervolgens is geconstateerd, dat de belang
stelling voor deze nieuwe cursus, die, zoals
in ons vorig jaarverslag is vermeld, aan
vankelijk zeer teleurstellend was, na een
tweede rondschrijven aan de betrokken bio
scopen in voldoende mate is toegenomen. Er
zijn 25 voorlopige aanmeldingen binnen
gekomen, hetgeen voldoende is om de cur
sus in het komende najaar te kunnen star
ten.
Er is voorts met voldoening kennisgenomen
van een mededeling van de Voorzitter, dat
ook de Exploitantenraad van de Nederland
se Bioscoopbond deze nieuwe cursus toe
juicht en bereid is daaraan, zo nodig, fi
nanciële steun te verlenen.
Er werd tenslotte besloten om er naar te
streven de eerste cursus-C in september
1972 te laten beginnen.
SCHRIFTELIJKE CURSUSSEN
In september van het verslagjaar startte een
nieuwe cursus met 10 deelnemers, waaron
der 7 voor het Praktijk Certifikaat. Per
eind december was dit aantal gestegen tot
13, waaronder nog steeds 7 kandidaten voor
genoemd certifikaat. Op 31 augustus was
de cursus voor het Praktijk Certifikaat ten
einde en restten er nog 6 cursisten voor de
volledige operateursopleiding.
De januari-cursus begon met 8 deelnemers,
waaronder 4 voor het Praktijk Certifikaat.
Per het einde van het verslagjaar was dit
aantal gestegen tot 12, waaronder 6 voor
het certifikaat.
Er liepen gedurende het verslagjaar nog 5