7. „De lieverdjes van Amsterdam", premièredatum: 17 oktober, produktie: Rex Film, regie: H. J. van der Linden; 8. „Mariken van Nieumeghen", premièredatum: 19 december, produktie: Jos Stel ling Filmprodukties/Rob du Mée Parkfilm B.V., regie: J. Stelling; 9. „Oom Ferdinand en de toverdrank", premièredatum: 19 december, produktie: Castor Films, regie: K. Th. van der Meulen. Tegen het einde van het verslagjaar waren drie hoofdfilms vrijwel gereed, namelijk „Keetje Tippel", Rob Houwer Film Holland B.V., regie Paul Verhoeven; „Kind van de Zon", René van Nie Burgwalfilms B.V., regie René van Nie; en „Mijn nachten met Susan, Olga, Albert, Julie, Piet en Sandra", Scorpio Films B.V., regie Pim de la Parra. In een al dan niet gevorderde staat van produktie waren vijf films, te weten „Rooie Sien", Rob du Mée Parkfilm B.V., regie Frans Weisz; „Rufus", City Produktie Maatschappij B.V., regie Samuel Meijering; „De dood van een non", N.V. Cinecentrum, regie Paul Collet en Pierre Drouot (co-produktie Bel gië); „Elkerlyc", Jos Stelling Filmprodukties, regie Jos Stelling; en „Wraak", Scorpio Films B.V., regie W. Verstappen, terwijl er nog verscheidene andere film- plannen werden uitgewerkt, respectievelijk aangekondigd. Blijkens de ingediende begroting van C.R.M, voor 1975 wordt voorgesteld de post voor de produktie van hoofdfilms te verhogen van 2.308.000,in 1974 tot 3.130.000,voor 1975, hetgeen een verheugende zaak genoemd mag worden. Gezien de uitermate snel stijgende kosten in het algemeen, mede als uitvloeisel van het toenemende professionalisme in de filmproduktie, is een verhoging van het Rijkssubsidie dringend geboden. Deze verhoging is voorts noodzakelijk om een in het verleden opgelopen achterstand in te halen. Teleurstellend was de categorische afwijzing van het subsidieverzoek van de Cine- tone Studios eind 1974 door de Minister van C.R.M., zulks ondanks de positieve adviezen die de Minister van verschillende zijden, onder meer ook door het Hoofd bestuur, waren verstrekt. Uiteraard zal de Stichting Nederlandse Filmstudio zich hebben te beraden over de verder te volgen gedragslijn. De Nederlandse jeugdfilms bleven zich qua omzet in stijgende lijn bewegen en boekten in 1974 ruim 301.000 bezoekers tegen 279.000 in 1973. De produktie van opdrachtfilms voor het bedrijfsleven werd in het begin van het jaar afgeremd door de gevolgen van de energiecrisis. Later verbeterde het klimaat enigermate, maar de minder rooskleurige economische situatie liet in deze produk- tiesector toch zijn sporen na. Met inbegrip van reclamefilms voor de STER en televisiefilms of gedeelten daarvan was er qua aantallen een terugloop te consta teren van naar raming 20 INTERNATIONALE AKTIVITEITEN Voor de tweede maal heeft ons land deelgenomen aan de bekende internationale filmmarkt, die jaarlijks gedurende het filmfestival te Cannes in de loop van de maand mei wordt gehouden. In samenwerking met de Rijksvoorlichtingsdienst en Cinecentrum was ditmaal een bijzonder fraaie stand ingericht, waarvan elders in dit verslag een foto is opgenomen. Er waren tijdens de filmmarkt vijf Nederlandse hoofdfilms te zien, te weten „Frank en Eva", „Dakota", „Help, de dokter ver zuipt", „Naakt over de schutting" en „Angela". Tevens was een 12-tal korte Nederlandse films beschikbaar, die tot stand waren gekomen met subsidie van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1974 | | pagina 10