Het informele karakter van de lunch werd zeer op prijs gesteld.
Na de lunch ving de middagzitting aan, waarin het onderwerp „De Nederlandse
hoofdfilmproduktie en haar toekomstmogelijkheden" aan de orde was. Sprekers
waren de heren J. G. J. Bosman, Secretaris van de Stichting Produktiefonds voor
Nederlandse Films, die een inleiding hield over de subsidiëringsproblematiek rond
de Nederlandse hoofdfilmproduktie, de filmproducent en -regisseur Bert Haanstra,
die sprak over de artistieke en produktietechnische ontwikkelingen op het gebied
van de hoofdfilmproduktie en de heer P. Ruivenkamp, filmredacteur van de Haagse
Courant, die sprak over wensen en mogelijkheden op het gebied van de Neder
landse hoofdfilm. Uit de inleidingen en de uitgebreide discussies nadien kan als
conclusie van de middagzitting worden getrokken, dat de Nederlandse hoofdfilm
produktie zowel uit artistiek en cultureel oogpunt als in economisch opzicht van
grote betekenis is voor het film- en bioscoopbedrijf. Een behoorlijke continuïteit
van de hoofdfilmproduktie als geheel en van de afzonderlijke produktie-onderne-
mingen vereist een minimale jaarlijkse produktie van negen a tien hoofdfilms. De
overheidssubsidiëring zou hierop moeten worden afgestemd. Verdere desiderata
bleken te zijn: een ruime variatie in het filmaanbod, een zo hoog mogelijk kwali
teitsniveau, exportbevordering, meer steun en begeleiding van de zijde der publi
citeitsmedia en een plaatsing van de B.T.W. voor diensten in de filmsector in het
lage tarief, zulks overeenkomstig de situatie in de meeste andere E.G.-landen.
Na afloop van het congres werd nog geruime tijd in de foyers gediscussieerd over
de interessante kwesties die aan de orde waren geweest.