II INTERN-ORGANISATORISCHE
AANGELEGENHEDEN
Hoofdbestuur
Bondsraad
In 1974 waren de heren J. Arkenbout, J. van Willigen en Drs. J. Ph. Wolff aan de
beurt van aftreden als leden van het Hoofdbestuur. In de op 22 april gehouden
jaarlijkse vergadering van de Bondsraad werden zij voor een nieuwe zittingsperiode
van twee jaar herbenoemd.
Het Hoofdbestuur was einde 1974 samengesteld uit de heren J. Nijland, voorzitter,
M. Gerschtanowitz en J. P. M. A. Smulders, leden van het Presidium, J. Arken
bout, G. F. de Clerck, Mr. P. A. Meerburg, P. J. N. R. Ooms, P. Silvius, J. van
Willigen en Drs. J. Ph. Wolff. De heer Gerschtanowitz fungeerde wederom als
penningmeester.
In het verslagjaar kwam het Hoofdbestuur tien keer bijeen (in 1973 negen maal).
Het Presidium vergaderde elf maal (acht keer in 1973).
De Bondsraad, die statutair de functie van algemene ledenvergadering vervult,
kwam in 1974 driemaal bijeen.
De eerste vergadering vond plaats op 11 maart 1974 in Hotel Casa 400 te Amster
dam. In deze buitengewone vergadering werd besloten tot wijziging van artikel
10 C van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden, artikel 7C van het Alge
meen Bondsreglement, artikel 2B van het Algemeen Bedrijfsreglement en artikel
12 van het Reglement van de Bedrijfsafdeling Filmproduktie.
In de jaarlijkse vergadering van 22 april werden het jaarverslag over 1973 en de
financiële stukken goedgekeurd, evenals het Hoofdbestuursvoorstel tot vaststelling
van een lagere procentuele contributieheffing ingaande 25 april. Ten behoeve van
het Productiefonds voor Nederlandse Films werd een bijdrage over 1974 van ten
hoogste 200.000,vastgesteld. Voorts werd besloten een bedrag van maximaal
500.000,tijdelijk beschikbaar te stellen ten behoeve van het renteloos verstrek
ken van leningen aan filmproducenten die bijdragen van het Productiefonds ont
vangen, zulks op basis van garantiecontracten tussen filmverhuurder en bioscoop
exploitanten. Een bedrag van 40.000,werd beschikbaar gesteld met het oog
op de instelling door het Hoofdbestuur van een fonds ter bevoredring van de
import van belangwekkende kunstzinnige films, wier exploitatie bijzondere finan
ciële risico's meebrengt. Omtrent de voorziening in de periodieke Hoofdbestuurs-
vacatures wordt verwezen naar bovenstaande beschouwing over het Hoofdbestuur.
Tot erelid van de Bond werd benoemd de heer D. J. van Leen te Wassenaar.
Op 16 december werd een buitengewone vergadering gehouden, waarin de Bonds
raad conform het Hoofdbestuursvoorstel besloot tot wijziging van artikel 10 B sub
a en artikel 11 A en B van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden.
In de samenstelling van de Bondsraad kwam in 1974 slechts één mutatie voor. De