omzetenquête 1971 en 1972 bekend gemaakt
en er is besloten zo snel mogelijk de ge
gevens over 1973 te verzamelen. Helaas
moet worden gerapporteerd, dat deze be
langrijke kwestie per het einde van het ver
slagjaar bij gebrek aan voldoende opgaven
nog niet was afgerond.
Wegens de gunstige positie van het Afde
lingsfonds werd voorts besloten de bijdra
gen voor 1974 te stellen op 50 van die
van 1973. Er werd een kascommissie be
noemd voor de jaren 1973 en 1974, bestaan
de uit de heren J. A. M. Burcksen, A. H. A.
de Groot en A. W. H. Kommer. De bijdra
gen in het fonds zijn ook ditmaal verheu
gend prompt binnengekomen.
Ten aanzien van de agenda van de jaar
vergadering van de Bondsraad werd be
sloten akkoord te gaan met de door het
Hoofdbestuur aanhangig gemaakte contri-
butievoorstellen.
Aan de orde kwam vervolgens een voorstel
tot algehele wijziging van het bestaande
filmopdrachtcontract. De ter tafel gebrach
te amendementen en suggesties zijn door
gegeven aan de betrokken werkcommissie.
Een en ander leidde er toe, dat na een
tweede, schriftelijke, consultatie van de
leden het nieuwe contract per oktober 1974
in gebruik kon worden genomen.
Door het Bestuur werden de nodige me
dedelingen gedaan over de stand van zaken
betreffende de herstrukturering van de af
deling, met name voor wat betreft een ver
sterking van haar vertegenwoordiging in het
Hoofdbestuur. Daarvoor zou naast de af
delingsvoorzitter in de eerste plaats een
representant van de hoofdfilmproducenten
in aanmerking moeten komen. Een door het
Hoofdbestuur benoemde studiecommissie,
waarvan ook de afdelingsvoorzitter deel
uitmaakt, hield zich uitvoerig onder andere
met deze materie bezig. Per het einde van
het verslagjaar was de zaak nog in behan
deling.
Aangaande het lidmaatschapsbeleid is be
sloten om ernaar te streven produktiebedrij-
ven die op de Lijst van Geen Bezwaar zijn
geplaatst via adviezen aan het Hoofdbe
stuur sneller naar de lidmaatschapsproce
dure te verwijzen dan tot dusverre gebrui
kelijk was. Voor producenten van hoofd
films zou dit als regel na een jaar dienen
te gebeuren en voor andere producenten
na twee jaar, bijzondere omstandigheden
voorbehouden.
Tenslotte werd uitvoerig van gedachten ge
wisseld over de concurrentie op filmpro-
duktiegebied van de kant van de vaste t.v.-
medewerkers, waarbij werd gevraagd voor
beelden te signaleren.
Er was voor november/december een na
jaarsledenvergadering gepland, maar deze
werd bij gebrek aan concrete nadere ge
gevens ten aanzien van de eerder genoem
de herstrukturering, naar begin 1975 ver
schoven.
BIJEENKOMSTEN EN MANIFESTATIES
De manifestatie „Opdrachtfilm 1974" werd
gehouden op 19 juni in het Philips Ont
spanningscentrum te Eindhoven. De belang
stelling was bevredigend. De organisatie was
in handen van de inmiddels opgerichte
Stichting Audiovisuele Manifestaties, waar
in de Afdeling door de heer A. W. H. Kom
mer en de Secretaris is vertegenwoordigd.
Er zijn 24 films in twee zalen vertoond,
waarvan er 15 door een tweetal jury's wer
den geselekteerd voor uitzending naar het
15e Internationale Industriële Filmfestival,
dat dit jaar van 9 tot 14 september in Hel
sinki plaatsvond. Dit Festival leverde ons
land veel succes op, met dien verstande dat
niet minder dan vijf prijzen werden ver
worven. Slechts één land bracht het nog
verder, namelijk West-Duitsland met zes
prijzen. Alle detailgegevens betreffende
deze evenementen werden reeds op andere
plaatsen gepubliceerd, respectievelijk ter
kennis van de leden gebracht, zodat hier
met deze summiere vermelding moge wor
den volstaan.
De producenten van hoofdfilms kwamen
tweemaal in vergadering bijeen ter bespre
king van hun specifieke bedrijfsproblema-
tieken. Onder andere werd veel aandacht
besteed aan de bestaande regelingen op het
stuk van loonbelasting en sociale lasten
voor crew en cast. Door de afdelingssecre
taris is voor dit doel, mede in overleg met
de belastinginspectie, het nodige documen
tatiemateriaal verzameld en aan de betrok
ken bedrijven ter beschikking gesteld. Er is
voorts onderling overleg gepleegd over de
B.T.W.-afrekeningen en de aftrekposten die
de filmverhuurder bij de afrekening met de
producent in mindering pleegt te brengen.
De aftrek van Bondscontributie ondervond
daarbij de meeste weerstand en deze kwes
tie is via het afdelingsbestuur tegen het
einde van het verslagjaar bij de Bedrijfs
afdeling Filmverhuurders aanhangig ge
maakt.
Op 8 en 9 november is door afdelingsver
tegenwoordigers en afdelingsleden deelge
nomen aan een Belgisch-Nederlands Film-
colloquium in Steenokkerzeel, alwaar via
commissies ad hoc en in plenaire zittingen
wederzijdse problemen, wensen en verlan-
interessante discussies plaatsvonden over de
gens op het gebied van de filmproduktie en