Voorlichting en promotie Naast de gewone" televisie zijn er tal van ande re ontwikkelingen op het terrein van de televisie, die de volle aandacht vragen. Een van deze ont wikkelingen is de kabeltelevisie, wier netten zich steeds meer over het land uitspreiden. Het Hoofdbestuur heeft altijd het standpunt inge nomen, dat kabelnetexploitanten niet gerechtigd zijn om zonder toestemming van de auteurs rechthebbenden films die door televisiezenders worden uitgezonden, door te geven aan hen die op het kabelnet zijn aangesloten. Volgens deze zienswijze is de positie van een kabelnet exploitant precies dezelfde als van ieder ander die rechten exploiteert. Het maakt daarbij geen verschil, of de films die het kabelnet doorgeeft, worden uitgezonden door Nederlandse dan wel door buitenlandse televisiezenders. Gelet op de krachtige expansie van de kabel televisie heeft het Hoofdbestuur het met het oog op de belangen van de leden in het algemeen en van de ledenfilmproducenten en -filmver huurders in het bijzonder noodzakelijk geacht een principiële uitspraak van de rechter te ver krijgen, waardoor een einde kan komen aan de huidige, voor alle partijen onbevredigende, toe stand van rechtsonzekerheid. Er is een proef proces aangespannen tegen het Amstelveense kabelnet naar aanleiding van het zonder vooraf gaande toestemming doorgeven van de op 24 december 1976 door dit net uitgezonden film „De stem van het water" van het Bondslid Bert Haanstra. Om het principiële karakter van het proces te beklemtonen, heeft de Bond als belangenvereniging zelf het auteursrecht ver worven om de film „De stem van het water" in Nederland door middel van de kabeltelevisie openbaar te maken, zodat de Bond ook als pro cespartij zou kunnen optreden. De principiële aanpak komt voorts tot uiting in de omstandig heden, dat geen verbod tot doorgifte van de film in kwestie door de kabeltelevisie is gevorderd, doch dat is gekozen voor het vragen aan de rechter van een verklaring van recht. De grote Amerikaanse filmproduktiemaatschap- pijen, die zich ook internationaal tegen het op treden van kabelnetexploitanten als vorenbe doeld verzetten, hebben in goed overleg met de Bioscoopbond eveneens een proefproces aan gespannen tegen de Amstelveense kabelnet exploitant. Dit proefproces heeft mede betrek king op de doorgifte van filmprogramma's af komstig van buitenlandse zenders. De Amsterdamse Arrondissementsrechtbank heeft in twee vonnissen van 19 juli de vorderin gen van de Bond en de Amerikaanse produk- tiemaatschappijen afgewezen. Ondanks het voor de filmauteurs en hun rechtverkrijgenden negatieve eindoordeel heeft de rechtbank de argumentering van de eisende partijen op enige essentiële punten wel aanvaard. Op de essentie van de argumenten die door partijen zijn aangevoerd, is de rechtbank overigens slechts incidenteel ingegaan. Haar motivering doet ons inziens gekunsteld aan en is mede ge baseerd op beschouwingen van maatschappe lijke aard, die met het wezen van de onderha vige juridische problematiek weinig uitstaande hebben. De raadsman van de Bond, Mr. D. H. M. Pee- perkorn, en de raadsman van de Amerikaanse filmmaatschappijen, Mr. L. Wichers Hoeth, zijn, zoals in deze proefprocessen voor de hand ligt, in beroep gegaan. In dit verband zij nog opge merkt, dat als advocaat voor het Amstelveense kabelnet, in het proces voor de rechtbank is op getreden Mr. A. G. Maris. In het verslagjaar zijn geen verdere ontwikkelingen met betrekking tot tot de beide proefprocessen te signaleren. Een ander belangrijk vraagstuk is uiteraard de video-ontwikkeling. Dit vraagstuk spitst zich voornamelijk toe op het gebruik van bioscoop films voor videodoeleinden en met het oog op de doorkruising van de bioscoopexploitatie én in verband met de omstandigheid, dat video aanwendingen gemakkelijk kunnen leiden tot filmpiraterij. Aan dit gecompliceerde vraagstuk wordt in toenemende mate van de kant van de organisatie aandacht besteed. Van Bondswege worden in aansluiting op het geen de leden op reclamegebied verrichten, activiteiten ontwikkeld op het terrein van voor lichting en promotie. Als uitvloeisel hiervan fun geert op het Bondsbureau de afdeling voorlich ting, die het contact onderhoudt met de publici teitsmedia, betrokken is bij filmmanifestaties en ook verder wordt ingeschakeld bij werkzaam heden in de sectoren van voorlichting en pro motie. De afdeling voorlichting van het Bondsbureau heeft de publiciteitsmedia weer wekelijks voor zien van gegevens omtrent landelijke en plaat selijke filmpremières en de belangrijkste prolon gaties. De gespecialiseerde filmjournalisten en een tweehonderdtal redacties van dagbladen en 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1978 | | pagina 18