Zestigjarig Bondsjubileum Zilveren Roos Jubileumuitgave Sociale aangelegenheden Op 10 oktober werd het zestigjarig bestaan van de Nederlandse Bioscoopbond gevierd in het Tuschinski Theater te Amsterdam, waar de E.M.I.-film „Moord op de Nijl" in galapremière werd vertoond. De voorstelling, die des avonds plaatsvond, werd geopend door de Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland. Deze ging in zijn openingsspeech nader in op de betekenis van de Bond en zijn unieke positie als overkoepelende organisatie van alle sectoren van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Voorafgaand aan de hoofdfilm werd een spe ciaal Polygoon-journaal vertoond met flitsen uit de Bondsgeschiedenis, alsmede de korte film „Oh mydarling" van Borge Ring. Na afloop van de filmvoorstelling bleven de ge nodigden nog vele uren bijeen in het feestelijk versierde Tuschinski Theater. Er werd gedanst op de muziek van het orkest Martin Gale, er was een doorlopende filmshow van fragmenten uit Nederlandse speelfims uit de dertiger jaren, af komstig van het Nederlands Filmmuseum, en uit nieuwe Nederlandsespeelfilms. Speciaal met het oog op de viering van het Bondsjubileum hadden de directies van het City-concern, dat de film „Moord op de Nijl" uitbrengt, en het Tuschinski-concern een spe ciale ontvangst op touw gezet aan boord van het raderschip Kapitein Kok, voorafgaande aan de galapermière. Deze ontvangst en de feestelijke en stijlvolle voorstelling des avonds in het Tus chinski Theater te Amsterdam hebben de vie ring van het zestigjarig bestaan van de Bio scoopbondeen bijzonder karakter verleend. Bij gelegenheid van het zestigjarig jubileum van de Bond heeft het Hoofdbestuur de Zilveren Roos, die in 1960 is ingesteld voor bijzondere verdiensten op filmcultureel gebied, toegekend aan Dr. J. Hulsker. Deze toekenning is geschied uit hoofde van de filmculturele activiteiten die de heer Hulsker heeft ontplooid als filmer, scena rioschrijver en literator en vanwege zijn belang rijke stimulerende arbeid ten behoeve van de Nederlandse filmcultuur in door hem vervulde functies. In dit verband dienen met name te wor den genoemd zijn functie van Directeur-Gene raal voor Culturele Zaken van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en van bestuurslid en voorzitter van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films. In het kader van het Bondsjubileum verscheen een speciale uitgave „Nederlandse Bioscoop bond zestig jaar". Deze uitgave werd samenge steld en geschreven door de Bondsdirecteur, de heer J. Th. van Taalingen, in dier voege, dat het hoofdstuk „Zestig jaar bioscooptechniek" werd geschreven door de heer L. Claassen, stafmedewerker van het Bondsbureau. De uit gave bevatte een aantal beschouwingen over de zestigjarige functionering van de Nederlandse Bioscoopbond. Een speciaal hoofdstuk was ge wijd aan de ontwikkelingen in de bedrijfstak ge durende de afgelopen zestig jaar, waarbij het beschikbare statistische materiaal als uitgangs punt is gebruikt. De uitgave is verspreid onder de leden en een groot aantal relaties. C. A.O. voor het bioscoopbedrijf In de sociale commissie voor het bioscoop bedrijf deden zich gedurende het verslagjaar enige mutaties voor doordat de heer F. E. Brave en de heer J. Pellikaan wegens pensionering respectievelijk ziekte door het Hoofdbestuur van de Bond werden vervangen door de heren R. H. Gerschtanowitz en A. Denker. Met inbegrip van deze mutaties was de commissie als volgt samengesteld: de heren H. Miedema (voor zitter), A. Denker, R. H. Gerschtanowitz en Drs. O A. Voskuil, leden werkgevers en de heren L. H. Röttger en H. P. J. van der Hilst, werk nemersgedelegeerden van de N.V.V.-bond „Mercurius" en de heren J. J. van der Veer en G. B. de Graaff, werknemersgedelegeerden van de voedingsbonden F.N.V. Als plaatsver vangende leden fungeerden voor eerstgenoem de Bond de heer J. van Helden en voor de Voedingsbonden de heren W. P. van Santé en J. J. Arens. Als secretaris fungeerde de heer L. Claassen. Tegen het eind van het jaar was bekend dat de Tieer Röttger binnenkort met pensioen zou gaan 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1978 | | pagina 21