De Nederlandse Film- en Televisie-academie ressorteert onder de Stichting Nederlands Film instituut. De academie is een vierjarige dag school, die opleidt voor creatieve en technische functies in de sectoren van filmproduktie, film- laboratoria, filmstudio's en televisie. De heer A. Koolhaas, die sinds de oprichting van de aca demie in 1958 docent is geweest en de laatste tien jaar tevens directeur, heeft op 16 juni zijn functie van directeur neergelegd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De directietaken worden sindsdien vervuld door de heren R. Groot, H. Klap en W. van der Velde. b. Stichting Bio-Kinderrevalidatie De Stichting Bio-Kinderrevalidatie verricht met het Bio-Revalidatiecentrum te Arnhem en de daaraan verbonden mytylschool en werkplaats een belangrijke taak ten behoeve van het min dervalide kind. Het bestuur van de Stichting Bio-Kinderrevali datie was eind 1978 samengesteld uit mevrouw A. M. Janssens-Martens en de heren J. Nijland, voorzitter, Drs. J. Ph. Wolff, penningmeester, Dr. J. H. Baay, G. F. de Clerck, R. H. Gersch- tanowitz en P J. N. R. Ooms. De heer R. H. Gerschtanowitz is in de plaats gekomen van de heer M. Gerschtanowitz. Directeur van de stich ting is de heer W. J. J. Martinot. Het bioscoop publiek heeft het werk van Bio op traditionele wijze gesteund langs de weg van de Bio-collec- tes. De Kerstcollecte 1977/1978 bracht op ƒ303.107,98 en de zomercollecte 1978 ƒ292.652,95. De Bond heeft de Stichting Bio-Kinderrevalida tie in 1978 wederom een subsidie toegekend ter grootte van 10.000,—. c. Overige vertegenwoordigingen Behalve in de onder a en b genoemde stichtin gen was de Bond in 1978 in een aantal andere organen en instellingen vertegenwoordigd. Hieronder volgt een samenvatting van de voor naamste vertegenwoordigingen. In de Raad van Beheer van de Stichting Neder landse Filmstudio hadden zitting de heren J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, J. Nijland, Drs. J. Ph. Wolff en J. van Willigen. De heer Wolff is in de plaats gekomen van de heer J. P. M. A. Smulders, die als lid van de Raad van Beheer is afgetreden. Als voorzitter van de Raad van Beheertrad op de heer Bosman. In het Bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films was de Bond vertegen woordigd door de heren M. Gerschtanowitz, J. Nijland en J. Th. van Taalingen, tevens secre taris. De heer J. Th. van Taalingen had zitting in het bestuur van het Nederlands Filmmuseum. De Bond was in het Bestuur van de Nederland se Vereniging van Bioscoopreclame-exploitan ten vertegenwoordigd door de heer J. van Wil ligen. In het Bestuur van de Stichting Bedrijfspen sioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf was de Bond vertegenwoordigd door de heren L. M. J. de Groot, H. Miedema, P. J. N. R. Ooms, J. Th. van Taalingen, E. J. Verschuerenf, Drs. C. A. Voskuil en F. H. W. Weyschedé. De heer Miedema fungeerde als secretaris en de heer Voskuil als plaatsvervangend secretaris. Buitenland a. U.I.E.C. Van de Union Internationale de l'Exploitation Cinématographique, waarin de nationale orga nisaties van bioscoopexploitanten zijn verenigd, maakt ook onze organisatie deel uit. De U.I.E.C. kwam op 22 mei te Cannes in vergadering bij een. In deze vergadering kwamen naast de huishoudelijke kwesties aan de orde het vraag stuk van de verhouding tussen het film- en bio scoopbedrijf en de televisie, de introductie van een uitzonderingstarief van de B.T.W. in alle landen waar zulks nog niet heeft plaatsgevon den, de steunmaatregelen ten behoeve van de filmsector, auteursrechtelijke vraagstukken en dealgemene bedrijfssituatie. b. F.I.A.P.F. De Bond is ook vertegenwoordigd in de Fédéra- tion Internationale des Associations de Produc- teurs de Films. De F.I.A.P.F. vergaderde op 7 april te Parijs en op 23 mei te Cannes. In de vergadering van 7 april kwamen kwesties aan de orde als de dubbele belastingheffing, de filmpiraterij, auteursrechtelijke ontwikkelingen met betrekking tot kabeltelevisie en fiscale pro blemen die zich in bepaalde landen voordoen. Op 23 mei kwamen uitsluitend de auteursrech telijke problemen inzake kabeltelevisie en video aan de orde. 27

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1978 | | pagina 26