51 PRODUKTIE Hoofdfilms In 1978 zijn 9 nieuwe hoofdfilms in première gekomen, alsmede 3 jeugdfilms. In 1977 waren deze getallen respec tievelijk 6 en 2. Het aandeel van de Nederlandse hoofdfilm in de landelijke bruto recette was weer lager dan in het voorgaande jaar, namelijk 8,8% tegen 11,6% in 1977. Het meeste succes hadden de films „Doctor Vlimmen" en „Pastorale 1943", alsmededejeugdfilm „Pinkeltje". De nieuwe Nederlandse hoofdfilms zijn in volgorde van de premièredata als volgt uitgebracht: 1. „De Mantel der Liefde"; premièredatum: 2 februari; produktie: Luton Films. 2. „Doctor Vlimmen"; premièredatum: 23 februari; pro duktie: N.V. Cinecentrum. 3. „Pastorale 1943"; premièredatum: 20 april; produktie: Spieghel Filmproductie B.V. 4. „Nacht zonder zegen"; premièredatum: 11 mei; produk tie: Fuga Filmprodukties B.V./Maggan Films B.V. 5. „Camping"; premièredatum^ 17 augustus; produktie: M. M. Chanowski Productions B.V. 6. „Mysteries"; premièredatum: 7 september; produktie: Sigma FilmsB.V. 7. „Doodzonde"; premièredatum: 12 oktober; produktie: Renévan NieDessafilms B.V. 8. „Meneer Klomp"; premièredatum: 2 november; produk tie: Hollandia Filmprodukties B.V. 9. „Dag Dokter"; premièredatum: 21 december; produk tie: Fons Rademakers' Produktie B.V. Er waren aan het einde van het verslagjaar nog 5 hoofd films in produktie, namelijk: - „Een vrouw als Eva" van Sigma FilmsB.V.; - „Twee vrouwen" van MGS Film Amsterdam B.V.; - „Mijn Vriend" van Fons Rademakers' Produktie B.V.; - „Tiro" van MGS Film Amsterdam B.V.; - „Eentipvandesluier"van Horizon Films. 4 andere films waren in voorbereiding, te weten: - „Kort Amerikaans" van N.V. Cinecentrum; - „Grijpstra en de Gier" van de Verenigde Nederlandsche Film Compagnie B.V. (Rob Houwer); - „Een pak slaag" van Bert Haanstra Films B.V.; - „Spetters" van VSE Films B.V., zijnde het nieuwe pro- duktiebedrijf waarin de heren Van der Ende, Verhoeven en Soeteman samenwerken. Buiten al deze produkties liepen er eind december nog zeker 5 a 6 serieuze plannen, die naar alle waarschijnlijk heid het komende jaar gerealiseerd zullen worden. Voor 1979 zijn dan ook opnieuw een flink aantal Nederlandse hoofdfilms te verwachten. Aan het eind van het jaar was bekend dat de Minister van CRM had voorgesteld het subsidie ten gunste van de Nederlandse hoofdfilmproductie voor 1979 te verhogen van 4.300.000- tot 4.381.000,-, een uiterst geringe trend- correctie dus, waarmede de speelfilmproduktie een slechte dienst wordt bewezen, aangezien de werkelijke kosten stijgingen aanzienlijk hoger zijn. Helaas blijft de Minister, zowel als de Kamer, voorbij zien aan het feit dat film de enige en bovendien laagst gesubsidieerde kunstvorm is die jaarlijks grote aantallen bezoekers trekt en die uit haar op brengsten via BTW en andere belastingen grote bedragen in de schatkist doet terugvloeien. In een gunstig jaar zelfs meer dan het gehele subsidiebedrag. Desondanks blijft men de nationale hoofdfilmproduktie, ook nu die met vallen en op staan op gang blijkt te komen, stiefmoederlijk bedelen. Jeugdfilms Het bezoek aan Nederlandse jeugdfilms is in 1978 zeer sterk gestegen, in hoofdzaak dankzij de formidabele resultaten die met de film „Pinkeltje" zijn bereikt. Deze film alleen boekte namelijk ruim 400.000 bezoekers, zijnde meer dan het totale bezoek aan jeugdfilms in 1977. Het bezoek aan de jeugdfilms steeg aldus met ruim 80% van 387.000 per sonen in 1977 tot ruim 700.000 in 1978. Wij geloven zeker dit als een absoluut record te mogen bestempelen. Naast de film „Pinkeltje", die op 29 juni zijn première beleefde en werd geproduceerd door de N.V. Cinecentrum en Pan Film B.V., onder regie van Harry Geelen, is de film „Billie Turf" van Rex Film uit Schinnen op 21 december in première gegaan, terwijl de bioscoop versie van de televisie-serie van ,,Q Q" op 27 april zijn première kreeg. Aan het eind van het verslagjaar was slechts 1 nieuwe jeugdfilm in produktie, namelijk „Martijn en de Magiër" van Castor Films, onder regie van Karstvander Meulen. Korte Films Op het terrein van de korte films valt weinig nieuws te rapporteren. Het verkrijgen van opdrachten wordt een steeds moeilijker zaak, aangezien de moeilijke economische omstandigheden opdrachtgevers tot bezuinigingen noopt waarvan ook de filmproduktie soms het slachtoffer wordt. Naar schatting zijn er toch nog circa 60 opdrachtfilms gereed gekomen, naast een hoeveelheid band/dia-presen taties en enkele video-produkties. Verder zijn er wederom ruim 20 nieuwe CRM-films voltooid, alsmede een aantal korte voorlichtingsfilms van de Overheid. Voor de produktie van korte kunstzinnige en culturele films was in 1978/2.220.000- beschikbaar, welk bedrag voor 1979 blijkens de ingediende begroting 2.262.000- gaat worden. Ook in het aantal t.v.-commercials dat jaarlijks wordt gepro duceerd, kwam volgens de ons bekende gegevens niet al te veel verandering. Er was weer sprake van een totale pro duktie van ruim 800 nieuwe en aangepaste spots, waarvan er naar schatting ruim 55% door bij onze organisatie aan gesloten filmproduktiebedrijven zijn vervaardigd. Het bui tenlandse aandeel is volgens verkregen aanwijzingen terug gelopen tot minder dan 30%. Nauwkeurige gegevens waren bij de samenstelling van dit verslag nog niet beschikbaar. Ook de omzetgegevens 1978 waren aan het eind van het jaar ujteraard nog niet voorhanden, maar op basis van de gegevens over 1977 valt te verwachten dat de totale omzet in de sector korte films circa 30.000.000- zal bedragen, waarvan omstreeks 12.000.000- voor rekening komt van' det.v.-commercials. Ledental Het aantal leden daalde van 35 tot 33, doordat M. Comelis- sen (Trio Film) en Scorpio Films B.V. het lidmaatschap beëindigden respectievelijk door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en faillissement. Het aantal laboratoria en studio's daalde van 11 naar 10, eveneens doordat de heer Cornelissen het bedrijf verliet. Lijst van Geen Bezwaar Er werd in 1978 overeenkomstig een advies aan het afdelingsbestuur door het hoofdbestuur één filmproduktie- bedrijf op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst, namelijk Mopix (St. George B.V.) van Mr. G. H. Becht te Amsterdam.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1978 | | pagina 50