Afdeling A
52
Verder zijn op advies van het afdelingsbestuur 3 bedrijven
van deze lijst afgevoerd, te weten:
- GomesTruc& Animationfilms;
- Lindner FilmB.V.;
- RenéSolleveld ProductionsB.V.,
aangezien deze bedrijven blijkens gevraagde inlichtingen
zich niet langer met filmproduktiewerkzaamheden als
binnen onze afdeling gebruikelijk, bezig houden. Met
inbegrip van deze mutaties bedroeg het totaal aantal bedrij
ven dat aan het einde van het verslagjaar op de Lijst van
Geen Bezwaar figureerde: 21, waaronder 7 hoofdfilm
producenten. Aan verscheidene van deze bedrijven was
reeds in 1977 het advies gegeven thans het lidmaatschap
van de Bond aan te vragen en dit advies is in 1978 nog eens
herhaald. Om uiteenlopende redenen hebben de meeste
bedrijven dit advies niet opgevolgd.
Aangezien plaatsingen op de Lijst van Geen Bezwaar steeds
een tijdelijk karakter behoren te dragen, zal in het komende
jaar door het bestuur moeten worden beslist welke maat
regelen op dit gebied genomen moeten worden om het
gestelde doel te bereiken.
Vooruitzichten
Helaas moeten wij zeggen dat de vooruitzichten op ons
terrein onzeker zijn en blijven. Voorzover wij uit de contac
ten met de vereniging van producenten van tape/slide-
programma's vernemen, wordt er in die sector goed gewerkt
en zou er sprake zijn van een jaarlijkse omzet van circa
10.000.000,-. Niettemin zou een aantal leden van die
vereniging liever tot een groter geheel als het onze behoren.
Dezelfde geluiden zijn vernomen uit kringen van video
producenten, die niet bij de Bond zijn aangesloten en het
zou dan ook zeker nuttig zijn om in het komende jaar te
proberen tot een groot geheel te komen van producenten
van av-media. Weliswaar verzetten zich de huidige Bonds
reglementen tegen zulk een combinatie, omdat de be
staande bedrijfstakken daarin niet voorzien, maar het komt
ons voor dat dit te veranderen moet zijn.
Gelet op de onrustbarende stijging van de piraterij op het
gebied van video-banden, zullen ook op dit terrein bescher
mende maatregelen niet kunnen uitblijven, hoe moeilijk het
ook zal zijn een enigszins bruikbare methode te ontwikkelen.
Ook hier zal samenwerking met een zo groot mogelijk aan
tal betrokkenen, binnen zowel als buiten de Bond, onver-
mijdelijkblijken.
De resultaten van de tentoonstelling Mediavisie worden met
belangstelling tegemoet gezien en het overleg over de
beeldplaat (VLP) zal er hopelijk toe leiden dat een flinke
hoeveelheid bestaand Nederlands filmmateriaal in de
catalogus voor de Nederlandse editie van de beeldplaat
zal verschijnen en dat onze leden al dan niet in gecombi
neerde vorm zullen gaan medewerken aan de produktie
van beeldplaatmateriaal voor de toekomst.
Tenslotte zal in 1979 het av-rapport van het Ministerie van
Economische Zaken gereed moeten komen en wij zijn uiter
aard zeer benieuwd of dit rapport voor onze leden gunstige
perspectieven zal opleveren.
Verondersteld mag worden dat zodra de elders in dit verslag
meermalen genoemde kwestie met de hoofdfilmproducen
ten haar beslag zal hebben gekregen, het bestuur zich zal
moeten bezinnen op een eventuele hergroepering van de
afdeling, waarbij de verschillende lopende problematieken
in de juiste secties ingepast zouden kunnen worden. Als de
voortekenen niet bedriegen, staat ons dan ook een organi
satorisch druk jaar te wachten.
L. Claassen, Secretaris
Algemeen
De Afdeling A heeft in het verslagjaar te kampen gehad met
ernstige problemen betreffende de afdelingsstructuur en de
bestuurssamenstelling. Tijdens de jaarlijkse ledenvergade
ring gehouden op 10 juli 1978 bleek het niet mogelijk tot de
reglementair vereiste bestuurssamenstelling te komen. Een
en ander is een onvermijdelijk gevolg van de concern
vorming binnen de Afdeling A, welke ertoe heeft geleid, dat
het aantal bedrijfsgenoten dat in persoon aan de besluit
vorming kon deelnemen sterk was teruggelopen. Het
Hoofdbestuur heeft besloten naar een oplossing te zoeken
voor de gesignaleerde problematiek en hoopt in 1979 met
voorstellen ter zake te kunnen komen.
De Samenstelling van het Bestuur was aan het begin van
het verslagjaar als volgt: de heren Mr. P. A. Meerburg, voor
zitter, M.S. Schaap, vice-voorzitter, J. Pellikaan, penning
meester, R. H. Gerschtanowitz en Jhr. W. F. van Raab van
Canstein. Gedelegeerd lid van de Bondsraad was de heer
C. A. Koppies, welke tijdens de ledenvergadering van
10 juli 1978 tot bestuurslid werd benoemd. In de loop van
het verslagjaar traden af de heren M. S. Schaap en J. Pelli
kaan. Secretaris was de heer L. J. M. Geels tot november
1978, toen deze zijn werkzaamheden op het Bondsbureau
staakte.
Nieuwe bioscopen
In het verslagjaar zijn vier nieuwe bioscopen geopend, te
weten te Amsterdam het Rembrandtpleintheater 2 en in Rot
terdam Metro 2, Arena 2 en Cinerama 4. Gesloten werd het
Olympia Theater te 's-Gravenhage.
Slotoverzicht
Eind 1978 telde de afdeling 93 bioscopen, waarvan 42 in
Amsterdam, 26 in Rotterdam en 25 in 's-Gravenhage, met
respectievelijk 15.300, 11.800 en 8.700 zitplaatsen. Het
Bestuur was vertegenwoordigd bij de opening van nieuwe
zaken en bij andere belangrijke gebeurtenissen.
M. C. Snijder van Wissenkerke, wnd. Secretaris