TER INLEIDING De gang van zaken bij de bioscopen, die in zeer grote mate bepalend is voor de positie van het Neder landse film- en bioscoopbedrijf als geheel, stemt in 1979 ongeveer overeen met de prognose. Met een totaal van 28,4 miljoen bioscoopbezoekers - het op één na hoogste aantal van het afgelopen decenni um - past 1979 in het ontwikkelingspatroon van de filmbedrijfstak. Het bioscoopbezoek was in 1978 met 30,5 miljoen weliswaar hoger, doch vanwege de beschikbaarheid van een aantal in commercieel opzicht uitermate succesvolle films vormde de einduitkomst van dat jaar geen normale maatstaf voor de landelijke ontwikkeling op langere termijn. Deze ontwikkeling wordt veel meer beïnvloed door de expansie van het bioscoopbedrijf, die sedert 1972 zowel in relatieve als in absolute zin op krachtige wij ze heeft plaatsgevonden. Het aantal bioscopen is sedert 1972 met 130 gestegen, waardoor het effect van de sluiting van vooral economisch zwakkere theaters in de zestiger jaren voor een belangrijk deel ongedaan is gemaakt. De achterstand moge dan gua aantal nog niet volledig zijn ingelopen, in economisch opzicht heeft het re novatieproces al geleid tot een sterkere marktpositie van het bioscoopbedrijf. De uitbreiding van het bioscoopbedrijf heeft enorme investeringen met zich gebracht, ook in de geval len waarin zij is geschied in de vorm van splitsing van bestaande theaters. Dit vernieuwingsproces, ge tuigend van ondernemingslust, heeft op grond van de daaraan verbonden risico's zijn natuurlijke gren zen. Hoewel de uitbreiding van het bioscoopbedrijf zich in 1979 heeft voortgezet - er kwamen in dat jaar 23 theaters bij - zijn er duidelijk aanwijzingen, dat expansie en vernieuwing in de komende tijd in een minder hoog tempo zullen plaatshebben dan de laatste jaren het geval was. Als voornaamste oor zaak geldt hiervoor, dat in menige gemeente het verzadigingspunt van de lokale filmbelangstelling en hiermede de grens van het economisch haalbare zijn bereikt. De beperkte beschikbaarheid van films die grote hoeveelheden bezoekers trekken, speelt hierbij tevens een rol. Het huidige hoge renteniveau heeft uiteraard eveneens een remmende invloed. Voorts zal na jaren van aanzienlijke investeringen - menigmaal versneld om in de onderlinge concurrentieverhoudingen geen achterstand op te lopen - lo gischerwijze een periode van rustiger manoeuvreren volgen. Voor een pas op de plaats bestaat des te meer reden, nu de technische ontwikkeling op audio-visueel gebied steeds sneller verloopt en de nieuwe technieken in steeds sterkere mate van het medium bio scoopfilm gebruik te maken. Het zou van weinig realiteitszin getuigen zich te verzetten tegen de be doelde ontwikkelingen, die kunnen plaatshebben dank zij het initiatief en de steun van staten en machtige internationale ondernemingen. De alles beheersende vraag is welke de effecten zullen zijn van de steeds in omvang toenemende vertonings- en uitzendingsmogelijkheden van bioscoopfilms op de bioscoopexploitatie. Deze vraag is niet zonder meer te beantwoorden, omdat veel zal afhangen van de gedragslijn die op het gebied van de filmhandel in zijn verschillende vormen internationaal zal wor den gevolgd. De Nederlandse Bioscoopbond en zijn leden benaderen de onderhavige problematiek op pragmati sche wijze, zoals is gebleken uit de discussies het afgelopen jaar rond de ontwikkelingen op videoter rein. In dit opzicht doet zich een bijkomend vraagstuk voor, hetwelk voortvloeit uit de weinig gecom pliceerde wijze, waarop bij gebruikmaking van de nieuwe technische procédé's reproduktie en distri butie kunnen plaatshebben. Wij doelen hier op de piraterij, die in het bijzonder ten aanzien van video banden van films overal in de wereld valt te constateren. Ook Nederland blijft voor dit euvel niet gespaard, waarbij internationale verbindingen tussen piraten naast puur Nederlandse illegale activitei ten voorkomen. De bestrijding van de filmpiraterij vereist een permanente gecoördineerde aanpak van alle betrokkenen: auteursrechthebbenden, justitie en belangenorganisaties. Voor Nederland is in het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1979 | | pagina 3