Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten 45 Vergaderingen De Exploitantenraad kwam in het verslagjaar twee keer bijeen; de jaarlijkse vergadering vond plaats op 6 juni 1979, de tweede vergadering werd belegd op 22 augustus. Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering vond de behandeling plaats van de agenda voor de jaarlijkse vergadering van de Bondsraad. De Exploitantenraad stemde in met het jaarverslag over 1978, alsmede met de rekening en verantwoording over 1978 en de begroting voor 1979, alsmede met het Bonds jaarverslag over 1978. Tevens kon men zich verenigen met het voornemen van het Hoofdbestuur tot het in rekening brengen van rente bij te late contributiebetaling. Onder voorbehoud van een aantal opmerkingen vanuit de verschillende afdelingen ging men akkoord met de voor stellen van het Hoofdbestuur tot wijziging van de Statuten, noodzakelijk in verband met wettelijke voorschriften, en van het Algemeen Bedrijfsregelement. Met het instellen van een nieuw Enquête- en Statistiekbesluit kon men eveneens instemmen. Ten aanzien van het voorstel tot wijziging van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden waren de meningen verdeeld, vooral gezien in het licht van de tijdens het verslagjaar weer op gang gekomen onderhandelingen met de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders over een eventuele herziening van de Voorwaarden voor huur en verhuur. Ook werd van gedachten gewisseld over het voorstel tot het instellen van een nieuw Reglement Plaatsbespreking. Hoewel sommige leden van de Raad hierin een verder gaande vorm van over-reglementering zagen, meende de Raad toch - uitgaande van het feit dat een dergelijk regle ment moet worden beschouwd als een poging tot het oplos sen van een duidelijk bij het publiek geconstateerde vorm van irritatie -- dat een uniforme regeling noodzakelijk geacht moetworden. De Raad kon zich verenigen met het voorstel van het Be stuur, het Hoofdbestuur te verzoeken behandeling van het voorstel tot herziening van het Reglement terzake van Re clame voor permanente Bioscoopvoorstellingen alsnog op te nemen op de agenda van de vergadering van de Bonds raad; overigens bleek dit verzoek op procedurele gronden niet ingewilligd te kunnen worden. Uitvoerig werd gediscussieerd over het tot stand komen van nieuwe collectieve arbeidsvoorwaarden; uiteraard lag daarbij het accent voornamelijk op de eis van de vak bonden tot invoering van de mogelijkheid van vervroegde uittreding. Ten aanzien van de vacatures in het Hoofdbestuur ont staan door het periodiek aftreden van de heren Mr. P. A. Meerburg en J. van Willigen stemde de Raad in met het verstrekken van een niet bindende aanbeveling tot herbe noemingvan beide heren. Tijdens de vergadering op 22 augustus werden de perio diek aftredende bestuursleden Mr. P. A. Meerburg en Drs. J. Ph. Wolff met algemene stemmen herbenoemd. Tevens werd de voorzitter, de heer J. van Willigen voor een nieuwe periode herkozen in zijn functie. Hoewel in principe reeds in werking vanaf 1 januari 1979 - op grond van het op voorhand in 1978 genomen besluit daartoe - werd formeel het Bedrijfsbesluit tot Regulering van de Bioscoopreclame door de Raad bekrachtigd. Tijdens deze vergadering werd tevens aan de orde gesteld de binnen exploitantenkringen levende wens tot het instel len van een reglementering terzake van een afdoende kopiebewaking. Het bestuur kwam tijdens het verslagjaar zeven keer bijeen en wel op 5 februari, 5 maart, 25 april, 18 juni, 6 augustus, 22 augustus, 27 augustus en 24 oktober. De vergaderingen van 5 maart, 25 april en 24 oktober wa ren in hoofdzaak gewijd aan de behandelingen van de voor stellen tot aanpassing c.q. wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst; deze vergadering werden eveneens bijgewoond door vertegenwoordigers van de Sociale Com missie voor het Bioscoopbedrijf. Tijdens de vergadering van 5 februari werd een eerste aanzet gegeven aan het inventariseren van die onderwer pen die als uitgangspunt zouden kunnen dienen bij de onderhandelingen met de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders over een aanpassing van de voorwaarden voor huur en ver huur. Deze uitgangspunten werden verder behandeld en gedetailleerd tijdens de vergaderingen van 18 juni waar op ook aanvragen tot vestiging van een viertal nieuwe bio scopen (Cinema International 2 te Amsterdam en Babyion 1 tot en met 3 te 's-Gravenhage) werden behandend - en van 6, 22 en 27 augustus alsmede 24 oktober. Tijdens de ver gadering van 27 augustus werd uitvoerig van gedachten ge- wisseld met het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Film verhuurders. Gedurende de laatste vergadering werd be sloten dat een aantal bioscopen in de Afdelingen A, B en C - ter keuze van de filmverhuurders - zich zouden on derwerpen aan een rentabiliteitsonderzoek. Algemeen De stijging van het bioscoopbezoek gedurende 1978 heeft zich - zoals trouwens ook niet werd verwacht - in 1979 doorgezet. Ten opzichte van 1978 bedroeg het bezoek in het verslagjaar 99,8%. (Ten opzichte van 1977 echter nog altijd 108,1%). Het bioscooppark werd uitgebreid met 30 nieuwe theaters; zes bioscopen werden daarentegen gesloten. De grootste uitbreiding vond dit jaar plaats in de Afdeling A: 16 theaters Met uitzondering van de sluiting van één bioscoop in 's-Gravenhage vonden de overige sluitingen alle plaats in de Afdeling D. Gedurende het verslagjaar nam het bestuur van de Be drijfsafdeling Bioscoopexploitanten in opdracht van het Hoofdbestuur de taak tot advisering aan de Commissie Nieuwe Zaken betreffende aanvragen tot vestiging van nieuwe theaters in Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenha ge over van het bestuur van de Afdeling A, omdat dit bestuur met slechts drie leden zich niet meer in staat achtte de benodigde objectiviteit te kunnen opbrengen. Aan het eind van het verslagjaar telde Nederland 508 bio scopen. Het aandeel per afdeling in de totale bruto-recette was in 1979: Afdeling A: 33,1 (in 1978 34,3%) Afdeling B: 40,4% (in 1978 40,6%) AfdelingC; 20,3% (in 197819,—%) Afdeling D: 6,2% (in 1978 6,1%) Samenstelling Exploitantenraad In de samenstelling van de Raad traden ook dit jaar weer een aantal wijzigingen op. In de Afdeling A ontstond een nieuwe vacature naast de reeds in 1978 ontstane vacatures. Ook in de Afdeling B diende een bestuurslid zijn taak neer te leggen in verband met verlies der vereisten. Aan het eind van 1979 was ook in deze vacature nog niet voorzien.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1979 | | pagina 43