47
RAPPORTERING TERZAKE VAN AANVRAGEN BIJ DE
COMMISSIE NIEUWE ZAKEN
Op grond van het Algemeen Bedrijfsreglement werd het
Bestuur in het verslagjaar wederom betrokken bij de rap
portering aan de nieuwe zakencommissies terzake van aan
vragen voor de vestiging van nieuwe bioscopen. In het
algemeen heeft het Bestuur zich op grond van de ter
beschikking staande feiten vóór het verlenen van toe
stemming verklaard, omdat de bewuste aanvragen in grote
lijnen aan de voorschriften voldeden.
Het Bestuur adviseerde positief met betrekking tot een aan
vrage van Firma Algemene Bioscoop Onderneming ,,AI-
bion" tot het gaan exploiteren van twee nieuwe bioscopen
te Beverwijk.
De Commissie Nieuwe Zaken volgde dit advies niet en ver
leende toestemming voor slechts één bioscoop. Noch aan-
vraagsternoch het Bestuur gingen hiertegen in beroep.
Het Bestuur adviseerde voorts tegen het verlenen van toe
stemming voor twee nieuwe bioscopen in Eindhoven, aan
gevraagd door Jogchem's Theaters B.V. Het was van
mening dat de aanvrage gezien moest worden als een be
dreiging van de normale en gezonde ontwikkeling op het
gebied van de vertoning van films, daar de reeds proble
matische filmvoorziening ter plaatse door de vestiging van
de aangevraagde theaters nog groter gevaar zou lopen.
Door de Commissie Nieuwe Zaken werd besloten toestem
ming te weigeren, waarop aanvraagster beroep aanteken
de. De Commissie Beroep Nieuwe Zaken bevestigde ver
volgens de in eerste instantie genomen beslissing.
In een ander geval, betreffende een aanvrage voor een
kleine bioscoop te Haarlem, was het Bestuur van oordeel,
dat de aanvrager in aanmerking diende te komen voor
plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar. De Commissie
wees de aanvrage af op grond van het reglementair
berekende tekort aan bezoekersruimte en op grond van het
feit, dat de aanvrage niet voldeed aan alle voor nieuwe
bioscopen geldende technische eisen. Hiertegen werd door
de aanvrager beroep aangetekend, hetwelk in het verslag
jaar nog niet in behandeling werd genomen.
LOON- EN ARBEIDSVOORWAARDENOVEREEN
KOMST VOOR HET FILMVERHUURBEDRIJF
Ingevolge desbetreffende wens van werknemersorganisa
ties via de Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf
geuit, om eventueel te komen tot een collectieve arbeids
overeenkomst voor het administratieve personeel van bio
scopen en filmverhuurkantoren, heeft het Bestuur der Be
drijfsafdeling in 1978 een enquête ingesteld onder het per
soneel der filmverhuurkantoren. Deze enquête wees uit, dat
het merendeel van het administratieve personeel vóór het
afsluiten van een arbeidsovereenkomst bleekte zijn.
Ingevolge desbetreffend bestuursadvies werd vervolgens
in hetzelfde jaar door de ledenvergadering besloten een
Adviescommissie in te stellen, waarin werden benoemd
aan werkgeverszijde de heren J. Arkenbout, A. Denker,
P. J. N. R. Ooms en R. Wijsmuller en waarin aan werk-
nemerszijde door het personeel der filmverhuurkantoren
werden gekozen de heren A. Bakker van Cinema Inter
national Corporation (Netherlands) B.V., J. G. van Kempen
van Gofilex B.V., O A. van Leeuwen van City Film
Distribution B.V. en B. J. Nijman van Universal Film
Agency B.V.
De Adviescommissie kwam in het afgelopen jaar viermaal
bijeen; eenmaal vond een bespreking der leden-werknemers
plaats.
In het verslagjaar werd een Nota betreffende Arbeidsover
eenkomst uitgebracht aan het Bestuur.
Terzake van de haar opgedragen taak tot het uitbrengen
van advies, deed de Adviescommissie in haar nota een aan
beveling om te komen tot de opzet van een loon- en
arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het administratie
ve personeel van filmverhuurkantoren, waarbij zij dit per
soneel indeelde volgens een negentien-tal functies.
Voorts adviseerde zij om in ieder geval 17 artikelen conform
de bestaande CAO voor het Bioscoopbedrijf in de genoem
de overeenkomst op te nemen, uiteraard met een dienover
eenkomstig de bedrijfstak aan te passen inhoud.
De Adviescommissie heeft tot slot aanbevolen om de op te
richten Sociale Commissie voor het Filmverhuurbedrijf de
salarisschalen te laten invullen alsmede een regeling voor
vrijwillig vervroegde uittreding te laten treffen. Het Bestuur
kon zich verenigen met deze aanbevelingen en legde een
door het secretariaat uitgewerkte conceptarbeidsovereen
komst voor aan de buitengewone ledenvergadering van
13 december, welke er vervolgens haar goedkeuring aan
hechtte alsmede akkoord ging met de opzet om te komen tot
de oprichting van een Sociale Commissie voor het Filmver
huurbedrijf. Besloten werd aan het Hoofdbestuur tot be
noeming als werkgevers-gedelegeerden in deze Commissie
voor te dragen de heren J. Arkenbout, C. A. Koppies,
B. H. Wilton en R. Wijsmuller. Het administratieve personee
der filmverhuurkantoren werd via een circulaire opgeroepen
te komen tot het aanwijzen van een viertal werknemers
gedelegeerden. In het verslagjaar werd de samenstelling
van genoemde Sociale Commissie nog niet afgerond.
VIDEO
De in 1978 ingestelde video-studiecommissie, bestaande
uit de heren J. Arkenbout, Drs. W. J A. van Roosmalen
en B. H. Wilton, bracht in het verslagjaar rapport uit aan
Bestuur en ledenvergadering omtrent de eventuele in
vloed die de opkomst van video op het film- en bioscoop
bedrijf kan hebben alsmede de hiermee samenhangen
de vormen van piraterij. De ledenvergadering sprak zich
conform de nota positief uit ten opzichte van een partici
patie in de video-markt en legde de nota voor aan het
Hoofdbestuur. Dit college stelde vervolgens een commissie
in die als opdracht kreeg de problematiek inzake video
tape en beeldplaat te inventariseren, de technische ontwik
kelingen te onderzoeken en de consequenties voor de re
glementering na te gaan. Wat dit betreft moge worden
gerefereerd aan hetgeen hierover in het Bondsjaarverslag
wordt vermeld.
DIVERSE ONDERWERPEN
Enige malen verzond het secretariaat waarschuwingen aan
de leden met betrekking tot films, waarvan moest worden
gevreesd, dat de distributie-rechten tweemaal verkocht
zouden worden of zijn, met het advies eerst inlichtingen bij
het Bestuur in te winnen, alvorens op een aanbieding in te
gaan.
Aan de leden is opgaaf gedaan van de omzetpercenta-
ges der kantoren, geldende per 1 juli 1979, zulks met het
oog op het eventueel opstellen van lijsten met voorkeurs
kandidaten en het stemmen op toekomstige ledenver
gaderingen.
Ook dit jaar werd weer de brochure „Wordt Verwacht"
uitgereikt, die een overzicht geeft van de films die in het
toen komende seizoen door de leden-filmverhuurders
zouden worden uitgebracht.