er ook - in tegenstelling tot vele andere branches -
geen directe gevaren van te duchten hebben.
Een geschiedschrijving over de afgelopen tien jaren
zal aantonen dat er in economisch opzicht in die
periode minstens zoveel is veranderd als in de zestig
jaren ervoor. De komende vijfjaren zullen wellicht
nog een verdere versnelling te zien geven. Een be
drijfstakorganisatie als de NBB kan hierbij alleen
naar behoren haar taak vervullen, als zij in staat is,
haar reguleringen voortdurend aan zich wijzigende
omstandigheden aan te passen. Dat de NBB en zijn
leden daartoe inderdaad in staat en bereid zijn bewij
zen wel de recente ingrijpende veranderingen van het
Algemeen Bedrijfsreglement en het Reglement op de
Lijst van Geen Bezwaar, de transformatie van de
Verenigde Audiovisuele Produktbedrijven van Afde
ling tot geassocieerde vereniging en de adviesaan
vraag van het Bondsbestuur bij de Commissie Vesti
gingsnormen over de wenselijkheid van het instellen
van genrevergunningen voor arthouses.
Onze organisatie bestaat nu zeventig jaar en onze
bedrijfstak is uiteraard nog ouder. Ons bioscooppark
telt inmiddels vele bioscopen die hun gouden jubi
leum achter de rug hebben, en die voldoen aan alle nu
en in de afzienbare toekomst te stellen eisen. Dat
dient op zich al tot blijdschap en tevredenheid te
stemmen, want gedurende die zeventig jaren zijn er
diverse, destijds veelbelovende branches opgekomen,
die ten gevolge van verschijnselen als concurrentie uit
het buitenland, nieuwe technieken en veranderingen
van de vraag inmiddels al weer zijn verdwenen.
Wij kijken thans niet alleen terug op een geschiedenis
van zeventig jaar, maar de dag van de viering daarvan
is voor ons tevens het begin van het Europese Jaar
van de Film en de Televisie, waarin de NBB ook de
Europese Bioscoopdag op 16 juni en in september het
congres over speelfilmproduktie in kleine landen zal
organiseren. Dat wij deze dag hebben kunnen vieren
na eenjaar met hoopgevende bezoekcijfers, terwijl wij
thans zelfs een periode met zeer goede resultaten be
leven, moge zeker tot enige tevredenheid en blijd
schap bij ons allen stemmen.
Laten wij niet bederven wat onze voorgangers hebben
opgebouwd!
Noten
1 NOS-programma op 3-2-1988
2 Zie ook het artikel hierover van Pieter van Lierop 'Cine-
maparlement komt niet uit filmproblemen' (Utrechts
Nieuwsblad, 5-2-1988)
3 Op deze problematiek is uitvoeriger ingegaan in mijn
artikel 'Commercie en kunst bij film'(in Festival Express
dagkrant Nederlandse Filmdagen, 19/20-0-1987)
4 (Vakgroep Theoretische sociologie en methodenleer,
Rijksuniversiteit Utrecht) 'Effecten van prijsverlaging op
bioscoopbezoek. Een onderzoek naar de gevolgen van de
goedkope maandag' (1985) en 'Film en publiek. Een onder
zoek naar omvang en samenstelling van vier kanalen van
filmdistributie aan de hand van secundair geanalyseerde
gegevens' (1986)
5 J. Th. van Taalingen 'De bioscoop als onmisbaar element
in de ontwikkeling op audiovisueel gebied' (NBB, Amster
dam, 1985)
Interieur van de servicebioscoop" Astraz te Klazinaveen
27