SOCIALE AANGELEGENHEDEN
ORGANISATORISCHE CONTACTEN
Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf
In de samenstelling van de Sociale Commissie voor
het Bioscoopbedrijf is in het verslagjaar een wij
ziging gekomen door het vertrek aan werkgeverszij
de van de heer J.Bruinstroop. In zijn plaats is geko
men mevrouw E.C.Rooth, directeur theaters van de
Cannon Groep Nederland BV. Aan werknemerszijde
onderging de delegatie een wijziging door het ver
trek van mevrouw M.K.E.Veenstra. Na vele jaren
deel te hebben uitgemaakt van de commissie, legde
zij haar werkzaamheden neer in verband met een
ander takenpakket binnen de Dienstenbond FNV.
Haar plaats werd ingenomen door de heer W.J.
Noordman.
Aan het eind van het verslagjaar bestond de com
missie uit: W.van Dommelen, voorzitter, mevrouw
E.C.Rooth, W.H.H.Ruyters en mevrouw drs.
M.L.Wolff, werkgeversgedelegeerden, alsmede J.
van de Belt, G.B.de Graaff, F.Luining en W.J.
Noordman, werknemersgedelegeerden. Als secreta
ris fungeerde de heer F. J.M.van der Putte.
De commissie is in het verslagjaar vier keer bijeen
gekomen. Hierbij is over diverse aangelegenheden
van gedachten gewisseld. De belangrijkste kwesties
die aan de orde kwamen betroffen: aanpassing van
de contracturen van part-timers aan de werkelijk ge
werkte uren, de VUT regeling (waarover hieronder
meer) en een wijziging van de CAO-bepaling inzake
vakantietoeslag. Dit laatste punt heeft geresulteerd
in een aanpassing van de desbetreffende bepaling in
de CAO.
Op 1 januari en op 1 juli is krachtens de CAO een
prijscompensatie toegekend van respectievelijk 0,9
en 1%, voor alle functiegroepen die boven het mini
mumloon zijn ingeschaald).
Lopende het verslagjaar heeft de Dienstenbond FNV
te kennen gegeven de CAO voor het Bioscoopbe
drijf niet ongewijzigd te willen verlengen. Bij het ter
perse gaan van dit verslag waren de onderhandelin
gen voor een nieuwe CAO nog gaande.
VUT-regeling bioscoopbedrijf
De lopende VUT-regeling bleef in het verslagjaar
ongewijzigd. De minimum uittredingsleeftijd be
droeg 61 jaar. De door de werkgevers te betalen pre
mie bleef op het peil van 1989 gehandhaafd.
Tevens is in de Sociale Commissie en het bestuur
van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding
voor het Bioscoopbedrijf aandacht besteed aan de
mogelijkheid de uittreding te verruimen, teneinde
werknemers die gedurende 40 jaar onafgebroken in
de bedrijfstak werkzaam zijn geweest in de gelegen
heid te stellen vervroegd uit te treden. Aan de admi
nistrateur van de Stichting is verzocht te berekenen
in hoeverre een dergelijke uitbreiding financieel
haalbaar was. Aan het eind van het verslagjaar was
hierover nog geen uitsluitsel.
Het bestuur van de Stichting was als volgt samenge
steld: W.van Dommelen, mevrouw E.C.Rooth en
mevrouw drs.M.L.Wolff, leden werkgevers,
B.C.van Beek, F.J.M.van der Putte en W.H.H.Ruy
ters, plv. leden werkgevers, J.van de Belt, P.Diepe-
veen en G.B. de Graaff, leden werknemers,
G.A.P.Bovendeert, D.J.Swart en WJ.Noordman,
plv. leden werknemers.
Het Gemeenschappelijk Administratiekantoor te
Amsterdam fungeerde als administrateur.
Zoals gebruikelijk onderhield de Nederlandse Bond
van Bioscoop- en Filmondernemingen contacten
met een groot aantal instellingen, waaronder de
Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films,
het Fonds voor de Nederlandse Film, de Nederland
se Vereniging van Producenten en Importeurs van
beeld- en geluidsdragers (NVPI), de Vereniging ter
Exploitatie van Vertoningsrechten op Audiovisueel
Materiaal (VEVAM), de Stichting tot Exploitatie
van Kabeltelevisierechten op Audiovisueel Materi
aal (SEKAM), de Stichting Bio - Kinderrevalidatie,
de Stichting Instituut van Technisch Bioscoopperso
neel (IOTB), het Nederlands Genootschap voor
Filmtechniek (NGF), de Stichting Video Veilig en
anderen.
IOTB
Op instigatie van de heer W.van Dommelen, voorzit
ter van de Commissie Marketing en Communicatie,
is er een gesprek gevoerd met de IOTB om te bezien
of er op bioscooptechnisch gebied nieuwe initiatie
ven zouden kunnen worden ontplooid. Aan de orde
is hierbij onder meer gekomen de continuiteits pro
blematiek als technische functionarissen wegens
VUT of pensioen zullen gaan vertrekken. Verder is
besproken de mogelijkheid om te komen tot een
technisch beleidsplan voor de branche, waaraan ook
de NGF en de Technische Commissie zouden moe
ten meewerken. Dit heeft geresulteerd in overleg
tussen vertegenwoordigers van bovengenoemde in
stellingen, waarbij bleek dat alle betrokkenen voor
9