voort te zetten tot en met week 34 van 1990. Over dit onderzoek, dat wederom is uitgevoerd door drs. J. Ph. Wolff, is het rapport "Evaluatie van de verschui ving van het begin van de speelweek naar vrijdag per 1-9-89 - Deel II" verschenen in maart '91. De samenvatting van dit rapport is vertaald in het En gels, Duits en Frans. De conclusies van dit voortge zette onderzoek waren gelijkluidend aan die van het eerste. De uit deze conclusies voortvloeiende aanbe velingen van het Bondsbestuur, het begin van de speelweek weer naar donderdag te verplaatsen, kon evenwel niet in een desbetreffend besluit worden omgezet. (Zie hierover de redactionele artikelen in 'Film',nrs. 1,2, 3 en 4). Het belangrijkste resultaat van onderzoek op het ge bied van de bedrijfstak was in het verslagjaar het rapport "Economisch beeld van de bioscoop. Een onderzoek door de Faculteit der Economische We tenschappen van de Erasmus Universiteit Rotter dam" door dr. P. H. Admiraal en S. R. Maltha (Rot terdam, maart 1991). Zoals in het Jaarverslag 1990 is vermeld, is dit onderzoek verricht in opdracht van de NBB. De belangrijkste reden hiervoor was het verkrijgen van een basis voor de in overeenstem ming met de richtlijnen van de EG te bereiken her structurering van de bedrijfstakorganisatie. Een be sprekingsartikel over het rapport is verschenen in 'Film' nr. 3 van mei 1991, twee polemiserende arti kelen er over verschenen in de nrs. 4, resp. 5, en in oktober volgde een aanvullend artikel van dr. P. H. Admiraal, "Concurrentie en de NBB-nieuwe stijl" in Film' nr. 7. Overzicht van het aantal bedrijven Ultimo bio zit gemiddeld reis film speel dona scopen plaatsen aantal bio verhuur film teurs zitplaatsen scopen kantoren produktie- per bedrijven bioscoop 1982 557 151.204 271 10 33 17 35 1983 531 138.874 262 11 33 20 31 1984 486 125.206 258 10 34 19 29 1985 473 118.753 265 10 32 21 29 1986 457 109.892 240 10 31 21 28 1987 438 102.986 236 10 29 22 29 1988 438 103.366 236 8 31 22 36 1989 426 99.818 234 8 27 22 37 1990 423 97.155 230 8 27 27 35 1991 418 96.313 230 10 26 28 36 Dit overzicht geeft de stand van zaken ultimo december weer. Indeling naar provincie*) Provincie aantal zitplaatsen bezoekers inwoners bezoek per bioscopen aantal aantal totaal inwoner Groningen 19 4,5 3.495 3,6 619.197 4,2 554.604 1,1 Friesland 21 4,9 4.367 4,5 347.532 2,3 600.013 0,6 Drenthe 13 3,1 2.130 2,2 217.101 1,5 443.510 0,5 Overijssel 28 6,6 6.484 6,7 720.567 4,8 1.026.325 0,7 Flevoland 4 0,9 516 0,5 88.260 0,6 221.505 0,4 Gelderland 45 10,6 9.684 10,0 1.398.067 9,4 1.816.935 0,8 Utrecht 30 7,1 6.707 6,9 1.322.694 8,9 1.026.841 1,3 N.-Holland 77 18,1 18.706 19,5 3.770.028 25,3 2.397.088 1,6 Z.-Holland 77 18,1 17.770 18,4 3.355.854 22,6 3.245.447 1,0 Zeeland 11 2,6 2.086 2,2 250.082 1,7 357.454 0,7 Noord-Brabant 63 14,8 15.587 16,1 1.900.051 12,8 2.209.047 0,9 Limburg 37 8,7 9.102 9,4 873.073 5,9 1.109.841 0,8 Totaal 425 100,0 96.634 100,0 14.862.506 100,0 15.008.610 1,0 In dit overzicht zijn die bioscopen opgenomen die een substantieel deel van het verslagjaar in bedrijf waren. 14

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1991 | | pagina 16