Sena en Buma
een alternatieve wijze te realiseren reden tot uitgebreide discussie, waarin
naast de hoogte van het bedrag ook de verdeling tussen distributeurs en
exploitanten een belangrijke rol speelde.
Nadat het plan in vele varianten binnen de verenigingen was besproken bleek
uiteindelijk dat i.v.m. de toezegging van OCenW f 2.000.000,- t.b.v.
marketing terug te storten, het voor dit moment niet noodzakelijk was een
budget vrij te maken voor de Stichting Marketing Communicatie.
De verenigingen besloten dan ook de bestaande contributie-systematiek
te handhaven.
In 1995 werd door het bestuur een overeenkomst getekend met de SENA, de
Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten. Deze auteursrechtvergoeding
die sinds 1994 dient te worden voldaan ten behoeve van de uitvoerende
musici, naast de bekende Buma-vergoeding, was voor het bestuur reden met
de SENA in overleg te treden om ook hier tot een collectieve regeling voor het
bioscoopbedrijf te komen.
Overeengekomen werd dat iedere bioscoopexploitant per jaar fl. 1,- per stoel
zou afdragen.
ap o11o 13
De besprekingen met de Buma, die in 1994 waren aangevangen, kregen in het
verslagjaar een vervolg. Het oude contract op basis waarvan een collectieve
inning van de Buma-gelden plaatsvond was door de Buma opgezegd, omdat
men van mening was dat een verhoging van het tarief te rechtvaardigen viel