UTRECHT STELT TELEUR,
lidmaatschap van den Bond toe te laten. Welis
waar zijn er eenige bureaux leden van den Bond,
maar zij zijn als filmfabrikanten en niet als reclame-
bureaux tot den Bond toegelaten. In verband met
een binnenkort te verwachten reorganisatie van de
statuten van den Nederlandschen Bioscoop-Bond
is het echter zeer te betwijfelen, of de bureaux, die
thans nog lid zijn, lid kunnen blijven.
Daar bovendien een belangrijk gedeelte der
reclamebureaux donateurs van den Bond is en er
zelfs geheel buiten den Bond staan, acht het
Hoofdbestuur het gewenscht een speciale Vereeni-
ging op te richten, waarin alle bioscoopreclame
exploitanten vereenigd kunnen worden.
Uiteraard zal deze Vereeniging in nauw contact
met den Bioscoop-Bond moeten staan. Blijkens de
concept-statuten door de heeren Calff, Quist
en Smit in overleg met het Bondsbureau samen
gesteld heeft men zich dit contact aldus ge
dacht, dat een van de vijf bestuursleden der Ver
eeniging benoemd wordt door en uit het Hoofd
bestuur van den Bioscoop-Bond en dat het Secre
tariaat der Vereeniging wordt waargenomen door
het Bondsbureau. Ook over toelating van nieuwe
leden der Vereeniging zal tevoren advies bij het
Hoofdbestuur van den Bond moeten worden in
gewonnen.
De Vereeniging is natuurlijk autonoom, maar
zal, wil zij aan haar doel kunnen beantwoorden,
haar arbeid steeds in nauwe samenwerking met
den Bioscoop-Bond moeten verrichten.
De Vereeniging zal een macht vormen, die in
staat is alle voor de gewenschte saneering noodige
maatregelen te nemen. Het Bestuur is blijkens arti
kel 13 van de concept-statuten bevoegd strafmaat
regelen te nemen tegen leden, die b.v. in strijd
handelen met de algemeene belangen of de waar
digheid van het Nederlandsche bioscoopreclame
bedrijf.
De "Vereeniging zal bij reglement of op andere
wijze de algemeene bepalingen en voorwaarden
kunnen vaststellen, die zullen gelden tusschen de
leden van de Vereeniging en van den Bond bij
verpachting van bioscoopreclame.
Dit alles zal bij Reglement nader moeten wor
den uitgewerkt, waarmede een aanvang zal wor
den gemaakt onmiddellijk, nadat de oprichting der
Vereeniging een feit is geworden.
Reeds thans moge er op gewezen worden, dat
het Hoofdbestuur en ook de Commissie van Voor
bereiding het noodzakelijk achten, dat bij toetre
ding tot het lidmaatschap der Vereeniging een'
waarborgsom wordt gedeponeerd, gelijk ook voor
nieuwe leden van den Bond is voorgeschreven.
Wij hebben gemeend, aids spr., dat, evenals bij
den Bond het geval is, als waarborg voor de rich-
tige nakoming van alle voor een lid uit de statuten
en reglementen der Vereeniging, zoowel tegen
over de Vereeniging, als tegenover de leden,
voortspruitende verplichtingen, door ieder lid bij
zijn toetreding een bedrag van j 1000.in Neder
landsche Staatsfondsen, of in Nederlandsche Pro
vinciale- of Nederlandsche Gemeenteobligaties
moet worden gestort.
Deze waarborg wordt eerst teruggegeven na de
beëindiging van het lidmaatschap, mits het lid aan
zijn verplichtingen heeft voldaan.
Wat de contributie betreft, heeft de Commissie
van Voorbereiding zich voorgesteld deze te heffen
in drie klassen. Vermoedelijk zal deze contributie
niet hooger zijn dan de bijdragen, die de reclame
bureaux thans aan den Bond betalen.
De geschillen tusschen de leden van de Veree
niging onderling zullen onderworpen zijn aan arbi
trage, evenals de geschillen tusschen leden van de
Vereeniging en die van den Bond. Een en ander
zal in een reglement nader moeten worden uitge
werkt.
Ten slotte wees spr. er op, dat de nieuwe ver
eeniging haar taak slechts naar behooren zal kun
nen vervullen, als zij kan rekenen op de eendrach
tige samenwerking van alle leden.
Laat men thans zoo besloot spr. ernstig
beginnen met persoonlijke gevoelens opzij te zetten
om in een geest van goede collegialiteit samen te
werken. Als de leden steeds het algemeen bedrijfs
belang boven hun persoonlijk belang zullen weten
te plaatsen, dan moet het mogelijk zijn binnen niet
te langen tijd een krachtige organisatie op te bou
wen, die orde en regelmaat in het bioscooprecla
me-bedrijf zal scheppen en aan het Nederlandsche
bedrijfsleven in het algemeen de zekerheid zal ver
schaffen, dat reclame in bioscooptheaters, hetzij
door middel van projectieplaatjes, hetzij door mid
del van reclamefilms, uit een oogpunt van publi
citeit van groote waarde is.
Zij nog vermeld, dat in het bestuur der nieuwe
vereeniging voorloopig zijn gekozen de heeren
L. Calff, A. C. van Dam, W. Quist en J. Smit,
terwijl door het Hoofdbestuur als gedelegeerde is
aangewezen de heer J. Wessel.
In onze verwachting, dat de Utrechtsche ge
meenteraad het voorstel van een zijner leden,
mevrouw A, J. Wolthers-Arnolli, tot opheffing van
het jeugdverbod, zou aangrijpen als een gelegen
heid om zijn uitzonderlijk standpunt nopens het.
jeugdverbod te wijzigen, zijn wij diep teleurge
steld.
Ondanks het gemotiveerd betoog van een aantal
Raadsleden, ondanks ook gedocumenteerde adres
sen van het Hoofdbestuur van den Nederland
schen Bioscoop-Bond, van de exploitanten ter
plaatse en van den Koninklijken Nederlandschen
Middenstandsbond, ondanks ook het standpunt van
de Huishoudelijke Commissie voor de Filmkeuring
en het feit, dat er dienaangaande verdeeldheid was
in het college van B. en W., heeft de Raad, nadat