OFFICIEEL ORGAAN VAN DEN N EDERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND VAN HET OUDE IN HET NIEUWE In al te snelle vlucht zijn vier seizoenen opnieuw aan ons voorbij gegaan. ze schrompelen achter ons ineen tot oude jaar. En het is alsof we al onze genoegens van een heel jaar, al de zorgen en moei lijkheden, die weinigen onzer gespaard bleven, even nog in onze hand hebben. ze zijn als het ware verstild tot een zucht. één moment, één blik, en met het oude jaar blijven ze achter in het verleden, voorgoed. Zoo gaan we van oud in nieuw. Onbewust zijn wij aan die ademlooze pauze be land, waarin aller oogen zich richten naar de wijzerplaat. eenige minuten nog. een paar seconden. de klok telt onverstoorbaar twaalf slagen, buiten loeien sirenes, menschenhanden sluiten in elkaar, wenschen en verlangens klinken op. er is gedenken, er is geluk en aller blikken richten zich opnieuw naar wat voor ons ligt: het nieuwe jaar. En wij? Bij wie zouden wij op dit gedenkwaar dig oogenblik beter onze eerste Nieuwjaarsvisite kunnen gaan afleggen dan bij hen, wier belangen, wier zorgen en wenschen de onze zijn, waar beter dan bij al onze leden tegelijk. Bij de wisseling van oud en nieuw klinke onze jaarwensch U in volle oprechtheid en met groote hartelijkheid tegemoet: Een gelukkig, voorspoedig, zegenrijk 1937. onze allerbeste wenschen in alles voor allen. Voor ons ligt het nieuwe jaar als een onbekend, nooit betreden gebied. Wat zal er van worden? Wij weten het niet. Wat ons betreft: Let us make the best of it. Meer dan ooit te voren waart door ons volk een geest van vertrouwen. Men wil oude zorgen afschudden, er is hang en drang ontstaan naar nieuwe welvaart en nieuwe activiteit. En vooral voor ons bedrijf hopen wij zoo zeer, dat dit vertrouwen niet beschaamd wordt. Want laten we in een vluchtig overzicht, dat vluchtig kan zijn, omdat het voorbije jaar immers wordt vastgelegd in het gebruikelijk jaarverslag maar aanstonds vaststellen, dat 1936 voor ons bedrijf helaas niet aan de verwachting heeft beantwoord. Uit de cijfers, die ons in ronde getallen onder de oogen komen, blijkt, dat 1936 in het algemeen genomen nóg slechtere uitkomsten bracht dan het jaar tevoren. Wat dit wil zeggen wordt aanstonds duidelijk, wanneer wij herinneren aan hetgeen wij vroeger reeds publiceerden, n.1. dat de recettes indien ze over 1931 globaal genomen op 100 wor den gesteld, over 1932 pl.m. 80 hebben bedragen, over 1933 pl.m. 75, over 1934 pl.m. 90, terwijl 1935 een inzinking vertoonde, welke in vele gevallen beneden het laagte-cijfer van 1933, d.i. 75, ging. Bracht de natte zomer voor het film- en bio scoopbedrijf in het algemeen een behoorlijke op brengst, die ons vanzelfsprekend optimistisch stemde, het najaar daarentegen sloeg ook de meest serieuze raming eenvoudig den bodem in. De depreciatie van het Nederlandsche betaal middel heeft in het bioscoopbedrijf een ongekende inzinking teweeg gebracht. Het publiek nam zijn vlucht een tijdlang in goederen en ondanks een betrekkelijke rust heeft er onzekerheid geheerscht, een onzekerheid waaraan een bedrijf als het onze 1

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 3