roulatie zijn, moeten worden verhaald. Het be hoeft wel geen betoog, dat zulks tot gevolg heeft een minder goeden gang van zaken niet alleen bij het verhuurkantoor, doch ook bij den exploitant, wiens bedrijfskosten, hetzij doordat hij overbodig materiaal huurt, hetzij doordat hij teveel moet be talen, belangrijk worden verzwaard. Zoowel het Hoofdbestuur als de eigen bedrijfs- afdeeling der filmverhuurders zijn, nadat zij de aangelegenheid ernstig onder de oogen hebben gezien, tot het inzicht gekomen, dat het hoog tijd wordt, dat, wil men het bedrijf duurzaam gezond houden, ook deze materie, hoe moeilijk zij ook is. door den Bond ter hand zal moeten worden ge nomen. De absolute sluiting van het filmverhuurbedrijf heeft men aanvankelijk als een middel gedacht om in den bestaanden abnormalen toestand verbete ring te brengen. Deze verbetering is tot heden ech ter uitgebleven. Moge bij al de leden het inzicht rijpen, dat vooral ook in het komende jaar binnen de grenzen van ons bedrijf nog zeer veel ordenende arbeid zal moeten worden verricht. Zooals gezegd is het uiteraard hier niet de plaats uitvoerig in te gaan op de gebeurlijkheden van het afgeloopen jaar, voorzoover ze den Bond betreffen. Zij nog slechts gereleveerd, dat van Bondsweg'» een Televisie-Commissie in het leven is geroepen, welke tot taak kreeg den aard en de ontwikkeling van de onderscheidene televisiesystemen te bestu- deeren en te onderzoeken in hoever de ontwikkeling der televisie verband houdt met het film- en bio scoopbedrijf, zulks met het oog op de bescherming en de bevordering van de belangen van dit bedrijf, en van welken invloed de Televisie door haar ver wantschap met het filmbeeld in ieder geval zal kun nen zijn op de structuur van het film- en bioscoop bedrijf. De Commissie, waarin verschillende deskundi gen uit het bedrijf zitting hebben, is aanstonds energiek aan het werk getogen en binnenkort reeds kan in bepaald opzicht een advies aan het Hoofd bestuur van haar tegemoet worden gezien. Terloops moge voorts nog worden aangestipt, dat op een gegeven moment in een der grootere gemeenten van ons land verhooging van de reeds boven de draagkracht der betrokkenen opgevoer de vermakelijkheidsbelasting dreigde, Niets is dezerzijds onbeproefd gelaten om dit ernstig gevaar te keeren. Het zou niet juist zijn thans mededeelingen betreffende deze kwestie te doen. Laat ons daarom het vertrouwen uitspreken, dat hetgeen dreigde te komen, nimmer werkelijk heid wordt. Over het algemeen genomen is er in het afgeloo pen jaar veel minder sprake geweest van een op treden van den Bond naar buiten, dan in andere jaren dikwijls het geval was. Dat zulks niet noodig was, is voor een groot deel te danken aan de hechte positie, die de Bond in het maatschappelijk leven is gaan innemen en aan het prestige, dat hij zich alom heeft verworven. Men erkent ons als de officieele vertegenwoordiging van het film- en bio scoopbedrijf, men waardeert ons werk en men roept, zoo noodig, gaarne onze bemiddeling en medewerking in. Veel is er op deze wijze in het afgeloopen jaar kunnen geschieden aan den internen bouw van ons bedrijf. De vruchten hiervan zullen, zoo de conjunctuur zich eenigszins herstelt, niet uitblijven. Het ware daarom te wenschen, dat ook sommi gen onder de leden het instituut, dat hun het bestaan als het ware mogelijk maakt, wat meer waardee ring schonken, althans wat meer blijk gaven, dat zij het een goed hart toedragen. De houding, die enkele leden in de jongste leden vergadering jegens de leiding van hun organisatie hebben aangenomen, beteekende voor de besten onder ons een ernstige desillusie. Zeer zeker is er geen leiding, of zij maakt fouten. Maar wij, die van nabij ervaren, wat er zoo da gelijks in het belang van allen, die bij ons bedrijf betrokken zijn, geschiedt, hebben er in het bijzon der bij deze jaarwisseling behoefte aan op deze leiding de historische woorden van toepassing te brengen: „lek hebbe geduyrende den storm naar mijn cranck vermogen allmede helpen uytkijcken en selffs in het allerharste van 't weder boven ge- staen". In het komende jaar zal ons bedrijf krachtproe ven hebben te doorstaan. Denken we slechts aan de indijking van den smalfilmvloed, aan de be grenzing van den filmimport en aan den strijd voor verlaging van lasten. Daarom juist hebben we voor 1937 naast ver trouwen in de toekomst zoozeer van noode: ver trouwen in de leiding en hechte eensgezindheid!

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 6