INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER <s dat gedaagde gedurende voormeld lijdvak ten volle aan sprakelijk was voor geiiecle of gedeeltelijke beschadiging dei' film en dus gehouden is eischeres te vergoeden de schade, welke aan de film is toegebracht; dat wat de gevoredrde schadevergoeding betreft de Com missie van oordeel is, dat gedaagde uitsluitend heeft te ver goeden de werkelijke schade, d.w.z. de aanschaffingskosten van de zesde en zevende acten van meergemelde film (als mede het aanbrengen der benoodigde titels daarin)maar niet de kosten van een geheel nieuwe copie, wijl niet als juist kan worden aanvaard de stelling van eischeres, dat de producent of de fabriek, welke de copie heeft vervaardigd, gerechtigd zou zijn de levering van de zesde en zevende acten alleen te weigeren, althans voor een copie van deze acten denzelfden prijs te berekenen als voor een copie der geheele film, daar zulks in strijd zou zijn met vaststaande usances der inter nationale filmindustrie; dat gedaagde zich er bovendien terecht tegen verzet, dat ten hare laste zouden komen de kosten van het aanbrengen van titels in de geheele film, daar ook naar de meening der Commissie eischeres had kunnen volstaan met het laten aan brengen van titels in de zesde en zevende acten; dat uit het vorenstaande volgt, dat de vordering van eische res ten deele moet worden toegewezen en gedaagde moet worden veroordeeld om aan eischeres te betalen een bedrag, gelijk aan de kosten van de vervaardiging van nieuwe copieën des zesde en zevende acten alleen (en dus niet van de ge heele film) van de film „Spionnage in de Oriënt" met de daarbij behoorende kosten van expeditie, invoerrechten en titelvervaardiging, alsmede in de kosten van het geschil, be dragende 20. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) heeft in haar zitting van Woensdag, 27 Januari 1937 de navolgende uitspraken gedaan: Inzake het door den heer L. H. J. Lu- xembourg te Arnhem op 22 December 1936 aanhangig gemaakt geschil contra den heer J. Abeln te Emmer Compascuum, dat aan eischer (Luxembourg) zijn vordering moet wo.rden ontzegd met zijne veroordeeling in de geschil- kosten, bedragende ƒ20.—, zulks op grond van de over weging: dat eischer stelt, dat gedaagde getracht heeft tegen te gaan, dat aan eischer door den Burgemeester van de ge meente Emmen vergunning zou worden verleend voor het geven eener door eischer op 13 December 1936 georganiseerde bioscoopvoorstelling in de zaal van den heer M. van Dijk te Klazienaveen; dat weliswaar ten slotte deze vergunning werd verleend, echter eerst op een tijdstip, toen het niet meer mogelijk was behoorlijke reclame voor deze voorstelling te maken, zoodat de voorstelling zeer slecht bezocht is ge weest, waardoor eischer een schade heeft geleden van dat eischer gedaagde voor deze schade aansprakelijk stelt en derhalve van hem vordert een schadevergoeding van of zooveel minder als de Commissie billijk acht; dat gedaagde nadrukkelijk ontkent, ook maar eenige po ging te hebben gedaan om de vorenvermelde vergunning aan eischer te doen onthouden en dat hij integendeel den betrokken ambtenaar geadviseerd heeft deze vergunning wel te ver- leenen; dat gedaagde voorts aan de Commissie heeft overgelegd een schriftelijke verklaring van den Burgemeester der ge meente Emmen, gedateerd 15 Januari 1937, hierop neerko mende, dat de weigering van den Burgemeester tot het geven van vergunning voor een bioscoopvoorstelling op 13 December 1936 te Klazienaveen in het café van den heer Van Dijk geen verband hield met eenige inmenging van gedaagde; dat eischer geen enkel bewijs heeft kunnen bijbrengen ter staving van zijn bewering, dat de vertraging bij het verkenen der vereischte vergunning aan gedaagde zou zijn te wijten; Inzake het door de N.V. Monopole Film, gevestigd te Rotterdam op 28 November 1936 aanhangig gemaakt geschil contra de N.V. Scala Theater, gevestigd te Rotterdam, dat eischeres (Monopole) in haar vordering niet ontvankelijk moet wolden verklaard, met hare veroordeeling in de kosten van het geschil, bedragende 20.— zulks op grond van de overweging: dat de vordering van eischeres steunt op een door haar gesloten contract met den heer R. Uges Jr., in het contract vermeld als directeur van het Ooster- en Scala Theater te Rotterdam, betreffende den z.g. verhuur en huur van 5 films ter vertooning in het Ooster Theater te Rotterdam, waarbij is bepaald, welke auteursprijs verschuldigd is, indien het Scala Theater te Rotterdam gelijktijdig met het Ooster Theater of na het Ooster Theater deze films vertoont; dat uit het vorenstaande volgt, dat het contract, waarop de door eischeres contra gedaagde ingestelde vordering steunt, geen enkele verplichting voor gedaagde inhoudt om de in dat contract genoemde films van eischeres af te nemen; dat gedaagde niet aansprakelijk kan worden gesteld voor verplichtingen, welke de N.V. Theater Maatschappij „Het Oosten", exploiteerende het Ooster Theater te Rotterdam, eventueel op zich heeft genomen; Inzake het door de N.V. Europa Film, gevestigd te 's-Gra- venhage op 28 September 1936 aanhangig gemaakt geschil contra den heer F. A. van Opbergen, exploitant van het Thalia Theater te IJmuiden, dat de vordering van eischeres (Europa Film) moet worden toegewezen en gedaagde (Van Opbergen) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag a alsmede de geschilkosten, bedragende ƒ20.zulks op grond van de overweging: dat gedaagde erkend heeft het gevorderd bedrag verschul digd te zijn, terwijl de ingestelde vordering door de aan de Commissie overgelegde bescheiden wordt gestaafd; Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 25 Februari e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum Titels waaronder de films Naam van den waarop in schrijving ver zocht is in Nederland worden uit- houder der ex gebracht ploitatie-rechten 3 Febr. 1937 De charge der lichte bri gade Warner 3 Golddiggers van 1937 5 Het geheimzinnige eiland 6 Jongens van heden Victoria-Film. 8 De parel van de Mississippi Fox 8 Café Metropole 8 In den val 8 Studentenstreken 8 Juffrouw Pienter n 8 Lloyds of Londen 8 Op de boulevard 8 Een meisje uit duizend 8 Borneo 8 Bedelnrinsesje 8 De dolle erfgename 8 Juweelenroovers 8 Dank je, Jeeves 8 De aangebeden vrouw 8 De verstekelinge 8 Sport is vreugde 1) E. Pelster 9 Wordt nooit verliefd! Ufa 10 Oké Don Juan Warner 11 De laatste vrijbuiters 11 Beethoven Muntfilm Ter vervanging van den titel: „Jeugd in de zon'

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 10