20'r van den contributie-aanslag. Alsdan is aan de orde de behandeling van de begrooting van ontvangsten en uitqaven voor 1937. De heer Alter (Den Haag) vraagt opheldering met betrekking tot eenige posten en constateert, dat de begrootingsposten herhaaldelijk met belang rijke bedragen worden overschreden. Spreker is het met dezen gang van zaken niet eens, ook al wijst de rekening een batig saldo aan. Naar zijn meening behoort het Hoofdbestuur, indien diverse posten moeten worden overschreden, voor het doen van de meerdere uitgaven machtiging te vra gen aan de ledenvergadering. De Bondsdirecteur, de heer A. de Hoop, licht de verschillende posten nader toe en merkt op, dat eenige, gelijk bijv. die voor rechtskundige advie zen, slechts als stelpost zijn bedoeld, omdat ten aanzien daarvan moeilijk een begrooting is te maken. Er kunnen zich onverwacht omstandigheden voordoen, welke tot gevolg hebben, dat de betref fende posten belangrijk worden overschreden. De heer Alter repliceert. Zijn bezwaar geldt niet zoozeer de overschrijding, dan wel het feit, dat zulks niet aan de goedkeuring van de leden wordt overgelaten. De Voorzitter antwoordt, dat de heer Alter technisch en formeel gesproken gelijk heeft, doch het is niet wel doenlijk om, telkens wanneer door bepaalde omstandigheden sommige begrootings posten moeten worden overschreden, een Alge- meene Vergadering uit te schrijven ter behande ling van een suppletoire begrooting. Anders staat de zaak, wanneer belangrijke bedragen extra ge- voteerd moeten worden. De heer B. D. Ochse (Polygoon, Haarlem) ves tigt er de aandacht op, dat het Hoofdbestuur kan worden aangesproken, indien de Vergadering niet accoord gaat met de gedane meerdere uitgaven. Het Hoofdbestuur is zich derhalve van zijn ver antwoordelijkheid bewust. De Bondsdirecteur zet uiteen, dat door de goed keuring van de begrooting het Hoofdbestuur ge acht wordt de betreffende bedragen in afwijking van de begrooting te hebben mogen uitgeven. Wil men niet te bureaucratisch werken, dan is het niet mogelijk telkens, wanneer een bepaalde post boven de raming komt, de goedkeuring te vragen van de Ledenvergadering. Namens het Hoofdbestuur zegt spreker gaarne toe die posten, welke belangrijk zijn overschreden, in den ver volge van een toelichting te voorzien. Overigens ligt het accountantsrapport op het Bondsbureau ter inzage en wanneer de deskundigen in de ver gadering bezwaren mochten hebben van finan- cieel-technischen aard, wordt hun gaarne toege staan daarover op het Bondsbureau met den Bondsaccountant van gedachten te wisselen. De begrooting voor 1937, welke aan ontvang sten en uitgaven sluil mei een bedrag van J 69.700,wordt vervolgens goedgekeurd. Bij het punt: Verkiezing van vier leden van het Hoofdbestuur, merkt de heer Alter naar aanlei ding van diens candidatuur op, dat hij wel dezelf de verplichtingen heeft als een exploitant, doch niet dezelfde rechten. Een filmverhuurder immers, kan, ook al is hij exploitant, lid zijn van het Hoofd bestuur, doch een exploitant, die tevens filmver huurder is, is het verboden in het Hoofdbestuur zitting te nemen. Spreker deelt mede, dat hij naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van den Afdeelingsraad besloten heeft zijn candidatuur in te trekken. De heer Ch. van Biene (Tobis Filmdistributie, Amsterdam) acht het verheugend, dat de heer Alter geen benoeming heeft aanvaard. Ook spre ker heeft zijn candidatuur ingetrokken en wel, omdat naar zijn meening het belang van den Bond voorop moet staan. Het Hoofdbestuur is immers bezig met de voorbereiding eener Statutenwijzi ging; het zou daarom onjuist zijn om, nu de zit tende Hoofdbestuursleden in de materie ingewerkt zijn, nieuwe Hoofdbestuursleden te benoemen. De heer A. H. Boekraad, Secretaris van den Afdeelingsraad, doet voorlezing van den brief, welke hij namens den Afdeelingsraad aan den heer Alter gezonden heeft. In dezen brief heeft de Af deelingsraad tot uiting doen komen, dat hij, hoe zeer hij ook respect heeft voor den heer Alter, van .meening is diens verkiezing niet te kunnen bevor deren. Zulks zou slechts het geval kunnen zijn, indien het evenwicht in het Hoofdbestuur niet zou worden verstoord. In den heer Alter zien de film verhuurders uitsluitend den exploitant en daarom moet diens verkiezing ter vervulling van de betref fende vacature niet wenschelijk worden geacht. Zonder hoofdelijke stemming worden de heeren D. Hamburger Jr., D. van den Berg en C. S. Roem als hoofdbestuurslid herkozen, terwijl in de vacature S. Zondervan wordt voorzien door ver kiezing van den heer Joh. Miedema, directeur van de N.V. Algemeene Bioscooponderneming te De venter. De Voorzitter zegt dank voor het in hem ge stelde vertrouwen. Spreker zal trachten ook in het nieuwe Bondsjaar zijn uiterste best te doen. Spre ker dankt tevens namens de heeren van den Berg en Roem. Den Heer Miedema wenscht hij geluk met diens benoeming, daarbij de hoop uitsprekend, dat hij de rechte man op de rechte plaats zal zijn en dat hij in zijn nieuwe functie de voldoening zal vinden, die hij ervan verwacht. De heer Miedema betuigt zijn erkentelijkheid voor de vriendelijke woorden van den Voorzitter. Spreker is zich bewust van zijn verantwoordelijk heid en zegt toe alles in het werk te zullen stellen om ook het zijne in het belang van het geheele bedrijf bij te dragen. De Voorzitter zegt naar aanleiding van het ge-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 5